herinneringen’, het onvermijdelijke ‘ordres des choses’, ‘grenzen van de zuiverheid’, ‘de slinger’, ‘nauwkeurig opsommen’, ‘schommelen’ (Le fleuve de feu).
‘De ongerepte lijn der tafelkleden’, ‘methodisch ontmoedigen’, ‘de afgrond van de dode tijd meten’, ‘hij herinnerde zich een duizendste’, ‘onfeilbare kennis’, ‘de beste formule’, ‘alle menselijke systemen’, ‘Gedachte, Idee, Intelligentie, Rede zijn vrouwelijke woorden’, ‘geslacht verwijdert ons meer dan twee planeten’, enz., enz. (Le Désert de l'Amour).
‘Zij meet haar uitputting’, ‘duistere aaneenschakeling van verlangens’, ‘hij classeert al zijn gevoelens’, ‘de goede organisatie van het leven’, ‘oneindige wanverhouding’, ‘Thérèse meet met een blik de weg die haar gedachte aflegde’, ‘iedereen wordt met zijn eigen wet geboren’, etc., etc. (Thérèse Desqueyroux)
‘Het boek zou hem mathematisch het geheim van leven en dood ontsluieren’, ‘Je hebt mijn eenzaamheid georganiseerd’, ‘een arme vrouw die altijd rekende’, ‘een plantaardige droom’, ‘le fils tournait dans le vide, terre désorbité’, etc., ect. (Gentrix).
Ik moet weldra eindigen, ofschoon het werkterrein nog zo ontzettend uitgebreid is. Maar wie te veel...
Laat me nog even bij enkele jongeren verwijlen, want ik veronderstel dat wat ik te onzent (en het is heel wat!) bij van Ostaijen, Brunclair, Burssens, Buckinx, Daisne en anderen optekende, voldoende bekend is.
Clara Haesaert: ‘uw maat-gevoel’, ‘de kern is niet te vatten in de stof’, ‘de cirkel blijft gesloten’, ‘middelpunt’, ‘zwaartekracht’, ‘hermetische geslotenheid’.
Mare Braet: ‘een vers... als booglamp’, ‘het eindpunt van mijn reizen’, ‘de cirkelgang der trage uren’, ‘op de lange meridianen’.
Geo Bruggen: ‘de cirkel is gesloten’.
Liane Bruylants: ‘aan de rand van het redeloze’, ‘ook de droom kiest zijn normen’, ‘de kring der herinnering’, ‘en zocht vruchteloos naar een verband’.
Fernand Handtpoorter: ‘wij zijn geteeld uit parallele vruchtbaarheid’, ‘morgen oude normen nieuwe vormen’.
Adriaan Magerman: ‘de kringloop van de dood’, ‘een hoge tijd’.
Frieda Oosterlinck: ‘de droomnaald van een fellen geest’, ‘dit kompas’. Erik van Ruysbeek: ‘de zonnestelsels drijven door 't luchtledige’, ‘uw maatloos bezit’, ‘innerlijk oeverloos’, ‘evenwicht’, ‘het onontgonnen erts’.
Remi Boeckaert: ‘ik nergens meer ging paren’.
Tony van Putte: ‘Aan eigen wetten weet ik mij gebonden’.
Jos. Coveliers: ‘de motor van de eeuwigheden’, ‘de kern der dingen’, ‘stabiele waarden’, ‘slechts na studie aan de geest veropenbaart’, ‘Uw oerbeeld’, ‘evenwicht, gebondenheid en rust’, ‘dit onbegrensd beminnen’, ‘ik ben het peillood en ik ben de bron’.