De Vlaamse Gids. Jaargang 37

Kwatrijnen

Der tochten stof nog op de schoenen
Aan 's jagers dis, laat over noenen;
Uw liefde is 't wild, uw mond is wijn,
Het maal uw zoen, mijn roes: sermoenen.

_**_*

O Dood, die onbaatzuchtig zijt.
Verniel haar schaamte in 't lichaam niet,
Verniel de lievende ogen niet,
Waarin mijn schaamte vreugden ziet.

_**_*

Al wat ik won op U werd mij een nederlaag;
Zó diep mijn eenzaamheid, zo trots zij mijn geklaag,
Dat ik nooit weer alleen de liefde kan verduren
En, als ik val, gij knielt en ik te dragen vraag.

Daan BOENS