De Vlaamse Gids. Jaargang 36(1952)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 553] [p. 553] De melaatse Ik voel de dood komt nu wellicht zoals een groot licht over gans de wereld. Geen pijn martelt mijn aangezicht; de dood komt wijl ik luister naar de merel, en 't kind bemin dat druiven plukt voor mij en voor de glazen vruchtenschalen, en bloemen voor de vaas die opgesmukt naast 't kruis zal staan waarrond de kaarsen stralen. Wie zei dat ik niet meer genas? De schaduwkringen vluchten langs de wanden. Ik dacht dat sterven pijnlijk was, maar zie hoe ik de zon ontvang in beide handen. Ik ben gelouterd en mijn haar hangt los, - zo heeft eens mijn beminde mij gevonden, toen ik hem riep in 't slapend bos en nog mijn naaktheid toonde zonder wonden. De Engel roept. - De tuin wordt rood als bloed en rood worden nu alle bloemen. Ik reik mijn handen naar de dood en hoor het kind de vogels met hun namen noemen. Pieter AERTS Vorige Volgende