De Vlaamse Gids. Jaargang 36
(1952)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 362]
| |
Het negervraagstuk in de Verenigde StatenEnkele aspectenDE Verenigde Staten van Amerika zijn bevolkt geworden door inwijkelingen van verschillende naties uit de vier andere werelddelen. Zekere van deze inwijkelingen werden opgenomen in de brede volkslagen; zij werden als het ware opgelost’ in de massa. Andere echter hebben om verschillende redenen volhard als ‘minderheden’, dat is als groepen, die behandeld werden en die zich trouwens zelf beschouwden als verschillend van de rest der inwoners. De verscheidenheid in samenstelling der bevolking biedt de Verenigde Staten een groot voordeel. Al deze verschillende variëteiten van mensen hebben met hun handen, met hun verstand en met hun hart het karakter der Amerikaanse natie helpen vormen. De culturele verscheidenheid der Verenigde Staten heeft de ganse politieke, economische en sociale ontwikkeling der Amerikaanse natie doorspekt en beïnvloed. De nijverheid, de kunst, de muziek en de wijsbegeerte in dit land werden gevormd en verrijkt door volkeren van over gans de wereld. De verscheidenheid heeft echter ook een belangrijk nadeel met zich gebracht. Het feit, dat de voorouders van sommige der huidige Amerikanen in de Verenigde Staten aankwamen ietwat later dan deze van anderen, het feit dat velen onder de Amerikanen geleefd hebben in afgescheiden groepen, en het feit dat zekere personen verschillende gebruiken en godsdienstige overtuigingen hadden, of nog, een verschillende huidskleur, werd al te dikwijls aangewend als verontschuldiging voor allerlei discriminatiepractijken. Het waren, - en zijn nog steeds, - hoofdzakelijk de groepen waarvan de leden een verschillende huidkleur hebben en die als dusdanig sterk opvallen, die afzijdig gezet worden van de ‘dominerende meerderheid’. Onder deze groepen, zijn de negers veruit de talrijkste. Heden telt men ongeveer 13 millioen negers in de Verenigde Staten, zodat men nagenoeg op tien Amerikanen één neger treft. Het is dus juist te zeggen, dat de negers, als grootste rasminderheid in de Verenigde Staten, het best het belangrijke vraagstuk der burgerrrechten in het geheel der Verenigde Staten, zowel als in particuliere localiteiten weerspiegelen. Dit is het, wat wij zullen pogen aan te tonen in dit artikel. Dat men ons echter vooreerst een korte parenthese veroorlove.
***
Er is een ‘Negervraagstuk’ in de Verenigde Staten en de meeste Amerinen zijn er zich bewust van. De meesten ook, om niet te zeggen practisch allen, zijn er door verontrust. De spanning wordt nog verhoogd wegens de vrijheid, die aan de verdedigers | |
[pagina 363]
| |
van de negers, - vooral in het noorden der Verenigde Staten, - gegeven wordt om hun doeleinden te bereiken. Er dient hier opgemerkt te worden, dat de gemiddelde Amerikaan niets gemeens heeft met een cynicus. Over het algemeen genomen gelooft hij meer dan enig ander Westerling in de mensheid en de waarden van de menselijke persoon. Voor de gemiddelde Amerikaan is het van betrekkelijk groot belang trouw te zijn aan zijn vooropgestelde idealen en deze ten uitvoer te brengen in het dagelijkse leven. Wij erkennen in de meeste Amerikanen een practische idealist en er schuilt geen tegenstelling in de aaneenkoppeling van deze beide termen. Vergeleken met andere leden der Westerse beschaving, is de Amerikaan daarenboven ook een rationeel wezen en het verband dat tussen zijn moraal en zijn rationalisme bestaat is zeer nauw en werkelijk. Die moraal en dit rationalisme zijn het juist, die ons toeschijnen als de glorie der Amerikaanse natie, haar jeugdige sterkte en de waarborg voor haar toekomst. Zij zijn het wat Gunnar Myrdal noemde de ‘American Creed’. Het is niet zonder opzet, dat wij hierbij zijn blijven stilstaan. Inderdaad, terwijl voor een moreel en rationeel wezen zoals de gemiddelde Amerikaan, het negervraagstuk en zijn eigen tegenstrijdige en onsamenhangende houdingen ten opzichte er van verwarrend moeten zijn, is het niet minder waar dat de grote hoeveelheid van onopgeloste problemen en de aangeboren liberale neiging te geloven dat alle zaken en problemen ten slotte een gelukkige oplossing zullen vinden, het aan de Amerikaan mogelijk maken gelukkig verder te leven, te midden der door hem erkende tegenstrijdigheden, zowel in als rondom hem, en dit in een soort van schitterend fatalisme dat nergens elders in de wereld schijnt te bestaan. Zoals Gunnar Myrdal het zeer juist opmerkt: The American Negro problem is a problem in the heart of the American. It is there that the interracial tension has its focus. It is there that the decisive struggle goes on.... The ‘American Dilemna’ is the ever-raging conflict between, on the one land, the valuations preserved on the general plane which we shall call the ‘American Creed’, where the American thinks, talks, and acts under the influence of high national and Christian precepts, and, on the other hand, the valuations on specific planes of individual and group living, where personal and local interests; economic, social, and sexual jealousies; considerations of community prestige and conformity; group prejudice against particular persons or types of people; and all sorts of miscellaneous wants, impulses and habits dominate his outlook.Ga naar eindnoot(1).
***
Maar laten we terugkeren naar ons negervraagstuk in verband met het probleem der burgerrechten. Hiermede bedoelen wij het wijde veld der normale individuele rechten die gegeven worden aan ieder lid ener goed-georganiseerde gemeenschap. | |
[pagina 364]
| |
Op enkele uitzonderingen na, - en dit is van het allergrootste belang voor het vraagstuk dat wij behandelen, - valt geheel het gebied der privilegiën en immuniteiten der burgers van de Amerikaanse staten binnen de grondwettelijke en wetgevende bevoegdheid der STATEN en dus buiten deze van de federale regering. Dit neemt niet weg, dat zekere dezer voorrechten en onschendbaarheden der Amerikaanse burgers door geen enkele staatswet ingekort worden (bv. het recht dat elk burger heeft gebeurlijk opgenomen te worden in de federale regering), dat talrijke andere gewaarborgd worden aan al de burgers der Verenigde Staten (zoals bv. het voorrecht en het habeas corpus, e.a.), zodat men mag zeggen, dat het algemeen domein der voorrechten en onschendbaarheden of anders gezegd der burgerrechten verdeeld ligt over de staten en de nationale regering. Maar even juist is het, dat het meerendeel dezer rechten in de handen zijn der verschillende Amerikaanse staten. Het 14de amendement aan de grondwet der Verenigde Staten heeft echter in ruime mate de toestand der minderheden in het algemeen en der negers in het bijzonder trachten te verbeteren o.a. door deze toestand klaarder te doen uitkomen. Het 14de amendement (goedgekeurd door de ‘Congress’ op 16 Juni 1866 en bekrachtigd op 23 Juli 1868) luidt in zijn eerste sectie, de enige die ons hier aanbelangt, als volgt: All persons born or naturalized in the United States, and subject to the jurisdiction thereof, are citizens of the United States and of the state wherein they reside. No state shall make or enforce any law wich shall abridge the privileges or immunities of citizens ot the United States; nor shall any state deprive any person of life, liberty, or property, without due process of law; nor deny to any person within its jurisdiction the equal protection of the laws.Ga naar eindnoot(2) Zoals men dus kan opmerken heeft bewust amendement tot doel alle burgerrechten, die het blanke ras geniet, aan de ‘kleurlingen’ te waarborgen. Nochtans dient er de nadruk op gelegd, dat bewust amendement enkel betrekking heeft op STAATSACTIE, dat het enkel bedoeld is als een bescherming tegen handelingen van de onderscheiden staten als zodanig, en niet als een bescherming tegen het individueel optreden van personen. Hieruit volgt, dat het amendement dan ook geen invloed heeft op handelwijzen zoals discrimanatiepractijken en soortgelijke gepleegd door een individu tegen een ander individu. Hetzelfde dient gezegd te worden van het 15de amendement aan de Amerikaanse grondwet: The right of citizens of the United States to vote shall not be denied or abridged by the United States or by any State on account of race, color, or previous condition of servitude. (Sectie 1, 15de amendement, gestemd door de ‘Congress’ op 27 Februari 1869 en bekrachtigd op 30 Maart 1870.)Ga naar eindnoot(2). Dit 15de amendement waarborgt dus een gelijkheid van politieke rechten. Hier ook echter wordt enkel een bescherming voorzien tegen een gebeurlijk | |
[pagina 365]
| |
staatsoptreden, niet tegen een onwettig optreden van enkelingen; derhalve ligt het niet in de bevoegdheid der federale regering, noch van het nationale wetgevende orgaan de onwettige handelingen van individuen, die kleurlingen zouden beletten te stemmen gedurende staatsverkiezingen, te straffen. Er dient hier echter onmiddellijk aan toegevoegd, dat vele staten een goed gebruik maken van de hun toegekende vrijheid en dat in een ernstige poging om de discriminatie tegen te gaan, de meeste onder hen, - vooral in het noorden en in de ‘Middle West’, - ‘Civil Rights Acts’ hebben aangenomen, die een effectieve bescherming voor de kleurlingen daarstellen. Dat zulks niet overal en altijd het geval is en dat het aan de staten toegekend politierecht somtijds gebruikt wordt om door allerlei middelen, waarover wij het hier niet kunnen hebben, de federale grondwet te omzeilen en de discriminatie in te stellen, legt uit waarom het vraagstuk der rasminderheden en der burgerrechten, dat ermede verband houdt, zo complex en ingewikkeld is en waarom het geheel zo verward en onthutsend is voor de leek.
***
Bij de behandeling van het negervraagstuk, - hoe onvolledig dat ook zij, - hoeft men in alle geval te spreken over de ‘separate but equal’-politiek, die in de Amerikaanse staten, waar aan discriminatie gedaan wordt, ten grondslag van het gehele segregatie-systeem ligt. Volgens deze politiek wordt aan de negers hetzelfde genot der publieke diensten gegeven als aan de blanken, maar op een strict gesegregeerde basis. De theorie, die achter deze politiek schuilt, is zeer complex. Aan de ene kant erkent zij de negers als waardige burgers en verstandelijk begaafde menselijke wezens, die recht hebben op het statuut dat aan al de overige leden der Amerikaanse samenleving toegekend wordt; aan de andere kant echter brandmerkt zij de neger als een minderwaardige, daar zij vaststelt dat hij niet geschikt is zich te mengen met blanken. Wettelijk bekrachtigde segregatie is in zwang doorheen de zuidelijke Verenigde Staten sinds het einde der Reconstructie-periode, die volgde op de overgave van de Secessionisten in 1865. In deze staten is het gewoonlijk onwettelijk voor een neger aan dezelfde instelling school te lopen als een blanke; zich naar een schouwburg, waar blanken gaan, te begeven; te wandelen in een park waar blanken rusten; te eten, te slapen of zelfs eenvoudig binnen te treden in hotels, restaurants of publieke gelegenheden die door blanken bezocht worden. Dit is enkel een gedeeltelijke opsomming, want de wettelijk opgelegde scheiding der rassen heeft omzeggens alle sectoren van het maatschappelijk leven aangetast. Waar de nadruk dient opgelegd, is dat in de ogen van de wetgever het eveneens een zware overtreding uitmaakt voor een blanke aan een negerschool | |
[pagina 366]
| |
lessen te volgen, een negertheater of soortgelijke voor de negers voorbehouden plaatsen te bezoeken! Het resultaat van dit alles is het gekende systeem der rassensegregatie zowel in de openbare, als in de private instellingen, systeem dat het dagelijks leven der zuiderlingen besmet van de wieg tot aan het graf. Wettelijk bekrachtigde segregatie is hoofdzakelijk beperkt gebleven tot het zuiden der Verenigde Staten. Maar dit belet niet, dat men segregatie zal aantreffen in het noorden, vooral met betrekking tot het woningen- en huisvestingsprobleem en naar aanleiding van hotel- en restaurantaccomodatie. Men moet hier trouwens aan toevoegen, dat niet enkel staten zich hieraan hebben bezondigd; ook de federale regering, daar waar zij de mogelijkheid had van beter te doen, heeft segregatie geduld, zoals bv. in het leger en in het onder haar gezag staande gebied der Panamakanaalzone. Het 14de amendement, - men zal het zich herinneren, - verbiedt aan een staat aan welkdanig individu ook de gelijke bescherming der wetten te ontkennen. De geest der drie ‘Civil War’-amendementen, waaronder het 14de en 15de amendement, strekt er toe aan alle personen een gelijk en volwaardig statuut te geven in de Amerikaanse maatschappij. En toch heeft de ‘Supreme Court’, het hoogste rechtsgezag in de Verenigde Staten, staatswetgeving, die segregatie tussen negers en andere burgers instelde, goedgekeurd op basis dat segretatie, als dusdanig, geen discriminatie, - wat onwettelijk zou zijn, - betekent. Zolang de wetten, die de segregatie invoeren, geen ongelijke mogelijkheden scheppen, - zo luidt de rechtsdoctrine, - is er geen onredelijke discriminatie en bijgevolg geen ontkenning der gelijke bescherming onder de wet. De werkelijkheid vernietigt echter op bittere wijze deze spitsvondige en al te stricte doctrine. Segregatie is de toetsteen geworden van het ingewikkeld systeem van discriminatie tegenover zekere Amerikaanse burgers. In theorie zou de segregatiepolitiek enkel een ontdubbeling der opvoedkundige-, ontspannings- en andere openbare diensten moeten meebrengen en dan nog door aan beide rassen, negers en blanken, diensten te verschaffen, die ‘gescheiden’ maar toch ‘gelijkwaardig’ of ‘gelijk’ zouden zijn. Droevige illusie! Mythe der Amerikaanse maatschappelijke ordening! Inderdaad, zo het waar is dat bedoelde diensten altijd ‘gescheiden’ zijn, dan is het niet minder waar dat zij bijna nooit ‘gelijk zijn’. In het laatste tiental jaren echter, is de ‘Supreme Court’ strenger geworden wat betreft de ‘gelijkheid’ vereist in het toekennen van publieke diensten en faciliteiten. De nadruk werd meer en meer gelegd op het element gelijkheid in de ‘separate but equal’ practijken. De ervaring leert ons echter, dat men | |
[pagina 367]
| |
nooit tot een volledige gelijkheid kan komen, zolang men het systeem der scheiding blijft huldigen.
Zoals men het kan lezen in het laatste verslag van het Comiteit der Burgerrechten (1947): No argument or rationalization can alter this basic fact: a law which forbids a group of American citizens to associate with other citizens in the ordinary course of daily living creates inequality by imposing a caste status on the minority group.Ga naar eindnoot(3)
Het Amerikaans erfgoed van vrijheid en gelijkheid, - hetgeen Gunnar Mydal noemde de ‘American Creed’, - is het cement in het bouwwerk der grote, maar tevens disparate en heterogene Amerikaanse natie. Het heeft blijkbaar aan de Verenigde Staten prestige geschonken bij de andere volkeren en bij de Amerikanen zelf een sterk gevoel van nationale fierheid doen ontstaan.
De geschiedenis bewijst echter, dat op vele ogenblikken de gaping tussen idealen en praktijk of werkelijkheid groot geweest is.
Wat er ook van zij, er bestaan tekenen van beterschap in de zin van een meer konsekwente toepassing der idealen. Hetgeen vooral bemoedigend vast te stellen is, is het stijgend aantal Amerikanen, dat van de absolute noodzakelijkheid hiervan meer en meer bewust wordt. Vooraanstaande personen in het domein der openbare mening, der pers, radio en bioscoop, in het religieuse leven, in het openbaar onderwijs, in de handel en de nijverheid, in de syndicaten, enz., hebben hiertoe het hunne bijgedragen en hun werk is in alle opzichten lovenswaardig en succesrijk geweest. Het is vooral sinds Wereldoorlog II dat de kentering het meest opvallend is geweest. Een der grootste verbeteringen in de toestand der negers is misschien wel het feit, dat zij thans ook opgenomen worden in de georganiseerde arbeidsgroeperingen, terwijl zij dit vroeger niet konden.
Er bestaat dus een geleidelijke verbetering in het raam der rassenrelaties. Deze verbetering moet echter aangewakkerd en nog sneller doorgezet worden. De definitieve nederlaag van alle discriminatie- en segretatiepractijken is het uiteindelijke doel; dit ook wordt met de dag beter en beter begrepen door de Amerikaanse instanties en de massa in het algemeen.
De morele last, veroorzaakt door de overtreding der burgerrechten, die op hun gemeenschappelijk geweten rust, kunnen de Verenigde Staten niet zeer lang meer dragen.
De geweldige aderlating van haar menselijk potentieel en haar nationale kundigheid, welke veroorzaakt wordt door de latente of open strijd tussen de in haar schoot bestaande groepen, kan ook niet langer meer toegelaten worden door de Verenigde Staten, vooral niet wegens de van haar gevraagde inspanningen.
Ten slotte, en vooral, beseffen zeer vele Amerikanen, dat de Verenigde Sta- | |
[pagina 368]
| |
ten niet zo sterk zijn en de uiteindelijke zegepraal der democratische gedachten niet zo zeker is, dat zij zich de weelde mogen veroorloven van zich niet te storen aan wat de rest van de wereld denkt over henzelf en over zekere hunner practijken. Willy DE CLERCQ |
|