De Vlaamse Gids. Jaargang 36(1952)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 332] [p. 332] [Gedichten] Cartering Het witte van de kaart gaat voor ons open. Een vage aardrijkskunde krijgt bestand. Schaal 1:1 ontwikkelt zich het land met zijn verkeersaders en spoorwegknopen. Wij volgen wegennet en waterlopen; zijn opgenomen in het ver verband van tegenligger, toren en passant, als stippen uit de horizon geslopen. Diep onderweg over Europa heen welven wij langzaam met de aarde mee. Alles komt overal waar het moet zijn. De cartograaf zoekt naar een pen zo fijn, dat hij ons in kan vullen en daarmee bij God niet doen ontbreken, een voor een. Equinox De nacht is in de hond en in het huis. Ik zit vol ebbenhout aan u te denken, hoe de ivoren ballen elkaar krenken met open klikken door de spreektrombuis. Ik heb nog duizend dikte, zonder gruis, voor onvoltooide lengte, nu de zinken teilbodemen het verre donker drinken, totdat de waters passen in de sluis. Dan gaat de hoogte langzaam naar beneden en dalen wij met trappen zonder treden langs overlopen naar de buitendeur, die openstaat op alle sterrebeelden, waarin wij elkaars hemelen verdeelden en geen verwisseling stelt ons teleur. Gerrit ACHTERBERG Vorige Volgende