Wij hebben sedert meer dan dertig jaar een economische unie met Luxemburg en nog steeds vallen er op dat gebied lastige vraagstukken op te lossen.
Wat wij echter willen onderstrepen, is dat het wellukken van Benelux grotendeels afhangt van het internationaal ruilverkeer.
Benelux is een schakel in de Europese samenwerking; een gezond en evenwichtig Europa komt ten goede aan Benelux.
Dat is ten overvloede gebleken, toen Nederland en bij weerslag Benelux zelf in moeilijkheden geraakte, omdat Duitsland den uitvoer van Nederlandse landbouwproducten stop zette.
Nederland was er onvermijdbaar des te meer op gesteld om een overvloedigen uitvoer van landbouwproducten naar België na te streven.
Het landbouwprobleem laten wij thans verder onverlet; wij drukken slechts de overtuiging uit, dat ook op dat gebied geleidelijk tot meer evenwicht kan gekomen worden.
Een ander uitzicht van het Benelux-probleem, waarop ook de Europese verhoudingen hun invloed uitoefenen, geldt de financiële verhoudingen.
Is het mogelijk tot een omwisselbaarheid van gulden en frank te komen, zolang de Europese betalingsunie niet beter werkt?
België, of liever de Belgisch-Luxemburgse economische unie is crediteur ten belope van zowat 20 milliard frank.
Groot-Brittannië en Frankrijk hebben uit België heel wat ingevoerd, maar zij blijven in gebreke te betalen.
Nederland, dank zij verschillende maatregelen, die onlangs getroffen werden, verkeert thans in een beteren toestand in den schoot van de Europese Betalingsunie.
Van onze landen zal het niet afhangen, dat er tot een algemene omwisselbaarheid van de munten zal kunnen overgegaan worden, maar intussen zijn wij nog zo ver niet.
Nogmaals geven de Benelux-landen het goede voorbeeld.
Naar onze mening moet men het betreuren, dat het verdrag betreffende de economische unie niet kan ondertekend worden, al is het ook met een voorbehoud voor zekere vraagstukken.
In elk geval zou reeds thans een ministerieel coördinatie-comité moeten tot stand komen, al ware het slechts om zekere onverhoedse maatregelen te voorkomen, die een nadeligen invloed uitoefenen op psychologisch gebied.
Zoals ook een parlementaire commissie van de drie landen zou dienen samengesteld waaraan de netelige vraagstukken onderworpen worden.
Ziende blind zij, die niet beseffen, dat bij gebrek aan een innige samenwerking van de drie landen, hun invloed op internationaal gebied moet te loor gaan.
Dank zij de politiek van de Benelux-landen, werden aan het Schuman-plan voor de gemeenschap van kolen en staal wijzigingen gebracht, die aan de minis-