De Vlaamse Gids. Jaargang 36(1952)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Verduistering Ver van de heerlijke fonteinen der zeven jaren, van het feest der schonen en het vrolijk deinen op hoge golven van de geest verduister ik, verdwaal in nevel (want mijn domein is mijlen ver). terwijl ik tot de wolken prevel en fluister tot de avondster. Waar is mijn zekerheid gevaren en waar mijn droom? Zijn beide dood? Ik sta ontdaan van al mijn blaren aan winden van vernieling bloot. Zo dooft het vuur in trage haarden, zo droomt in zomerdag de bron. zo kwijnt, verzadigd van de aarde, het witte licht der winterzon. Waarom een kaal gelaat beschijnen? De troost is schraal voor u en mij. Zo trekt men traag de rustgordijnen om te verdwijnen zij aan zij. Hier overwintren, overnachten, steeds smachtend naar een zomerfeest, - het is de dood voor mijn gedachten, het lome doven van mijn geest. Valère COOPMANS Vorige Volgende