De dodecaphoniek en de moderne stromingen in de muziek
WE nemen de twaalf tonen van de chromatische toonladder en stellen er een reeks van samen naar believen, met deze enkele restrictie, dat geen enkele noot 2 maal mag voorkomen en dat al de twaalf tonen aanwezig zijn. Ziedaar het uitgangspunt van een z.g. dodecaphonische compositie. De bedoeling van de dedocaphonisten is geen enkele toon te laten overheersen, d.w.z. de tonaliteit volledig uit te schakelen. Of juister gezegd: zoveel mogelijk te verdringen en te verdoezelen. Want, zoals we dadelijk zullen zien, is het uitschakelen van een overheersende toon in een muzikaal bouwwerk een onmogelijkheid.
Mijn doel is hier met een koel hoofd te onderzoeken en aan te tonen wat het resultaat is van het streven der dodecaphonisten als dit doorgevoerd wordt (zoals in de meeste werken van Schönberg) tot in zijn uiterste consequentie.
De muziek is samengesteld uit verschillende elementen, waarvan de meest essentiële zijn: melodie, rhythme, harmonie en vorm.
Modaliteit, tonaliteit en polariteit zijn begrippen die betrekking hebben op een der sterkste, machtigste en meest dwingende natuurwetten uit het rijk der tonen, die ons leert dat er in ieder accoord, in iedere samenstelling van tonen één toon is die al de andere overheerst.
De modulatie is niets anders dan het overschakelen van een complex van tonen dat afhankelijk is van een gegeven toon naar een ander complex, dat afhankelijk is van een andere toon. Komt in één stuk één toon het meest terug dan is het geheel georganiseerd óm en afhankelijk vàn deze ééne toon.
De drie begrippen modaliteit, tonaliteit en polariteit vinden dus hun oorsprong in hetzelfde principe. Alleen hun verschijningsvorm verschilt. Modaliteit behelst de oude Griekse en kerkgammas, tonaliteit het klassieke majeur en mineur, polariteit de chromatische gamma in haar geheel.
Het verschil tussen polariteit en dodecaphonie, die beide gebaseerd zijn op de chromatische gamma van twaalf tonen, bestaat hierin dat de polariteit de overheersing van tooncentra erkent en de dodecaphonie deze tracht te negeren.
Als wij de overheersende toon uit een gegeven muzikaal complex zodanig verdringen en onherkenbaar maken dat ze nauwelijks meer waarneembaar is en dus geen noemenswaardige rol meer kan spelen, dan betekent dit dat we niet meer kunnen moduleren. Wij kunnen niet van een tooncentrum vertrekken om naar een ander toe te gaan. Het is onmogelijk een boog te beschrijven van een vertrektoon over andere tonen die daarmee in betrekking staan, terug naar het uitgangspunt. Dit betekent een driedubbel verlies. Want, zoals ik zal trachten aan te tonen, op deze manier wordt aan de 3 voornaamste elementen der muziek een zware slag toegebracht.