Nederlandse literatuur in Oostenrijk
OP dezelfde manier als de Vlamingen en de Hollanders zijn ook de Oostenrijkers een grensvolk. Hun land, waar de talen en culturen der Germaanse, Slavische en Romaanse volken aan elkaar grenzen, vormde eeuwen lang het centrum van een uitgebreid rijk waarin Duitsers en Magyaren, Tsjechen, Slovaken en Kroaten, Slovenen, Italianen, Ruthenen, Polen en onderhorigen van verscheiden andere volksgemeenschappen hun zaken konden beredderen. Hier ontmoetten elkaar de culturele uitstralingskrachten van al deze naties; zij bevruchtten elkaar onderling en lieten een cultuur met eigen stempel achter. Ook nog op de huidige dag volgen we op de voet in het minder uitgestrekt geworden Oostenrijk de sporen van de taal en het geestesleven van alle middeleuropese volken.
Het spreekt vanzelf dat de Oostenrijker zich van ouds her ook reeds veel met de taal en de literatuur, niet alleen van zijn nabije buren, eveneens van andere cultuurvolken heeft ingelaten, - naast de letterkundige scheppingen van de middeleuropese naties werden natuurlijk ook de literaire prestaties van de overige volken hier steeds met levendige belangstelling gevolgd. In vroegere tijden zijn echter hun werken meestal door bemiddeling van het uitgebreid Duits boekhandelbedrijf in Oostenrijk bekend geworden, want de Oostenrijkse belletristische uitgeverij was niet zeer omvangrijk. Eerst de politieke en economische gebeurtenissen van de laatste twee decennia, - welke treurige gevolgen ze over het algemeen ook hadden, - waren de ontwikkeling van de Oostenrijkse uitgeverij uiterst gunstig. In deze tijd werden hier enkele welbekende uitgeverijen ofwel opnieuw opgericht, ofwel werden ze uit het buitenland hiernaartoe overgebracht. Ze spannen zich nu in, naast de werken van eigen schrijvers, ook de literaire scheppingen van andere volken te doen kennen. En in dit verband slaat de Nederlandse literatuur, die vroeger door het Oostenrijks uitgeversbedrijf nauwelijks gevolgd werd, een heel goed figuur.
Sinds het einde van de tweede wereldoorlog zijn hier vertalingen van een hele reeks Nederlandse auteurs verschenen en de schrijver van dit opstel mag het als een eer beschouwen daartoe op niet onaanzienlijke wijze bijgedragen te hebben. Zo verschenen in het Duits twee boeken van de bekende Amsterdamse paedagoog Theo Thijssen, twee romans van Theun De Vries, twee romans van de, tijdens de nazibezetting, op verraderlijke manier vermoorde Hollander A.M. De Jong, een koloniale roman van de succesrijke toneel- en romanschrijver A. Den Hertog, daarbij werken van de twee grote Vlamingen Stijn Streuvels en Felix Timmermans, die ieder met twee romans in de nieuwere Oostenrijkse uitgeversproductie vertegenwoordigd zijn. Verder zou een boek van Adriaan Hulshoff te citeren vallen, een wetenschappelijk werk van P. Leonhard Jungblut, de nieuwe uitgave van een kinderboek van A. Hildebrand en Charles de Coster's Tyl Ulenspiegel, ook in de jongste tijd de Duitse vertaling van een