De Vlaamse Gids. Jaargang 35
(1951)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 513]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tragiek van het wereldgebeurenWIJ verlieten pas een verwoestende wereldoorlog en opnieuw dreigt gevaar, terwijl de UNO vergadert, terwijl president Truman de preventieve oorlog afkeurt, terwijl te Stockholm, Warschau e.a. vredescongressen werden gehouden en handtekeningen worden verzameld om de atoombom te verbieden, terwijl over ontwapening wordt gesproken en de oprichting van een internationaal politiekorps wordt bestudeerd. Tragiek van onze tijd, die geboren werd in 1945, toen de explosie van de atoombom boven de stad Hirosjima Wereldoorlog II beëindigde en terzelfdertijd de vrees deed ontstaan voor een volgende: een atoomoorlog. Datzelfde jaar 1945 werd het Handvest der Verenigde Naties te San Francisco ondertekend: de UNO werd geboren. 1945: vrees voor een nieuwe oorlog, hoop op een nieuwe vrede. Paradox der geschiedenis. Neen! uitdrukking van de tragiek van onze tijd. Een tijd met bittere ervaringen. Tragiek van het wereldgebeuren. Tragiek der geschiedenis.
Bij het volgen van de ‘Pelgrimstocht der Mensheid’ treft het steeds weer dat zovele malen bloed werd vergoten om niets op te lossen veelal, en dat even vele malen pogingen werden aangewend om dit bloedvergieten te vermijden. Het komt voor als een onnoemelijk noodlot dat de vooruitgang van de mensheid, de vooruitgang van de beschaving gepaard ging met afschuwelijke gruweldaden. Hoe dikwijls moeten we constateren dat een weldoener tevens onbewust de weg heeft geopend voor wandaden, die de mensheid op haar zondenregister mag inschrijven. Een gebied waar dit misschien niet zo duidelijk schijnt te zijn: de kolonisatie, willen we hier even aanraken. Niet zo duidelijk, zeggen we, omdat daaruit de meest geaccentueerde hegemonie van de Europese kultuur is gegroeid. Omdat daaruit de vreemde werelddelen nut hebben getrokken en daardoor gegroeid zijn tot evenwaardige gebieden. Kortom, omdat dit een goed is geweest voor Europa en de gekoloniseerde gebieden zelf. En daar ligt juist het tragische. Hoe werd immers dit glinsterend resultaat bereikt? Door bloed en moord.
De ontdekkingen rekenen we tot de grote daden van onze geschiedenis en niet zonder reden. Ze zijn het resultaat van de verbetering van het kompas, van de vooruitgang van de zeevaartkunde, van de nieuwe methode waardoor juistere kaarten konden opgemaakt worden. Columbus en Vasco da Gama zijn voor ons de vermetele zeevaarders die uit deze technische verbeteringen de logische gevolgtrekking trokken. Zij baanden de weg tot een grootse kolonisatiepolitiek, zij verruimden de economische gezichtseinder en brachten tot hiertoe voor elkaar onbekende volkeren onderling in contact. Zij openden nieuwe continenten voor de Europeeër. Terzeldertijd echter waren ze de inzet van een reeks wandaden en overrompelingen, want na hen kwamen de Conquistadores. De blanke man | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 514]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stiet hier immers op een wonder van een nieuwe wereld. Voor de inboorlingen verscheen hij als een wonder. De blanken werden er als goden ontvangen en men hoopte dat ze zegen en voorspoed zouden brengen. Doch de Indianen zouden binnen zeer korte tijd moeten erkennen dat de Blanken geen goden waren, maar duivels. Zij werden onteerd, geknecht, gefolterd en vernietigd, zodat men thans alles in het werk stelt om de laatste overblijfsels als museumstukken te bewaren in reservaten.
En toen men het opgaf uit de Indianen het onmogelijke te halen, toen ging men naar Afrika, waar men negers vond, die beter geschikt waren voor de plantage- en mijnarbeid. Een mensonterende slavenjacht werd ingezet. Het is waar dat dit alles tijdens de vorige eeuw werd veroordeeld en afgeschaft. Toch kan Europa deze gruwelijke tragiek niet zo maar van zich afschudden, want Columbus was het resultaat van de denkende en werkende Europeaan, het resultaat van de geestelijke meerderheid van Europa, die de ontdekkingen mogelijk maakte, doch ook de slavenhandel medebracht. Ook deze immers ging uit van de betere kringen, van de staatsleiding en de geestelijkheid, die steunden op het eerste boek van de Bijbel, waarin staat dat Noach zijn zoon Ham en zijn nakomelingschap tot eeuwige knechtschap vervloekt heeft.
Gaan we naar een ander continent: Azië. Een werelddeel dat in het brandpunt der belangstelling staat. Eén na één vallen de Europese kolonies af. Zij strijden voor hun onafhankelijkheid; zij kopen ze met bloed; één voorbeeld: Indonesië. Ja, ze hebben deze graad van onafhankelijk denken verworven, dank zij al hetgeen zij van de Europeanen geleerd hebben. Europa leerde hun zich zelf te besturen, een staat op te bouwen, een handelszaak te leiden en zo veel meer. Toen ze echter voor zelfbestuur rijp waren, moesten ze deze duur afkopen. Op de Oceanische eilanden, enkel goed bekend van het midden van de XVIIIde eeuw en geannexeerd sedert het midden van de XIXde eeuw, werd de Europese levenswijze ingevoerd ten koste van eigen aard. Het kannibalisme werd uitgeroeid, de zedelijkheid op een hogere trap gebracht en het primitieve geloof der inboorlingen bestreden. Doch men ontnam er aan de inlanders wat hun duurbaar was, de bevolking werd gehalveerdGa naar eindnoot(1), men ontnam hun de levensvreugde die zij vonden in eigen gebruiken en zeden. Tragiek van het wereldgebeuren. Zo kunnen we verder gaan, want dit zijn niet de enige voorbeeldenGa naar eindnoot(2). Niet dat het vestigen van andere beschavingsnormen dan de bestaande ‘in se’ verkeerd is. Het wegnemen van onmenselijke gewoonten ging echter gepaard met het bloedig onderdrukken van onschuldige bezigheden en gedragingen. Dit is niet te vermijden! Misschien? Maar juist daarom is dit hele werk zo tragisch. De kolonisatie bracht ons schitterende prestaties van moed, van energie en volharding, verspreiding van Europese cultuurwaarden. Doch ook verschrikkelijke en bloedige gewelddaden. Eenzelfde tragiek kent ook onze tijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 515]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het lijkt verkeerd onze tijd te koppelen aan het ‘Ancien Régime’. In zijn uiterlijkheden gaat dit niet op, want de geschiedenis herhaalt zich niet. Wanneer we echter naar de diepere gronden en betekenis tasten, vinden we in onze tijd diezelfde tragiek terug in andere voorwaarden en omstandigheden. Ze komt tot uiting in een andere samenstelling van factoren. De Middeleeuwer kende de Godsvrede, maar predikte de kruistochten. De UNO strijdt voor de vrede, terwijl haar leden grotere bewapening prediken. De conferenties waren en zijn niet uit de lucht en toch zijn opeenvolgende oorlogen ons deel geworden. De XIXde eeuw predikte het zelfbeschikkingsrecht en schiep het minderhedenprobleem.
Napoleon had, bij het begin van de XIXde eeuw, Europa onder de voet gelopen en het Congres van Wenen zou een nieuwe regeling treffen, zou de kaart van Europa opnieuw verdelen en de orde op zulke wijze herstellen, dat ze nooit meer kon verbroken worden. Het Heilig Verbond, in de schoot van dit Congres geboren, stelde zich tot doel de goede orde te handhaven. Heel Europa kende nochtans de revoluties van 1830 en 1848.
Vooral de laatste decennia hebben de staatslieden er naar gestreefd in grote conferenties het eeuwige vredestijdperk in te luiden. We moesten allen, tot tweemaal in korte tijd, ondervinden dat zij geen duurzame gevolgen hebben gehad. Waarom?
In 1899 werd op initiatief van de Tsaar van Rusland een internationale vredesconferentie gehouden, om de oplossing der geschillen en de beperking van de bewapening te bespreken. Vele landen zonden hun afgevaardigden, hoewel ze bij voorbaat het resultaat: de mislukking, kenden. Omdat, zoals Renouvin in zijn ‘Histoire Contemporaine’ schrijft: ‘Le gouvernement de Nicolas II souhaitait une limitation des armements terrestres pour éviter d'avoir à faire l'effort financier nécessaire au développement de son matériel d'artillerie; il voyait dans un projet de limitation des armements navals un moyen de provoquer des difficultés entre l'Angleterre et l'Allemagne’.
De conferentie bepaalt er zich toe een permanent internationaal gerechtshof op te richten waarop men, om aan een Duitse wens tegemoet te komen, niet verplicht is beroep te doen. Uit deze conferentie trekt Willem II de conclusie: ‘Practisch zal ik in de toekomst alleen rekening houden met God en mijn zwaard’. Inderdaad, de grote brand 1914-18 kwam.
Dit zou de laatste oorlog zijn. De nieuwe vredesconferentie en de veertien punten van Wilson hielden een grote belofte in. Doch de tegenstelling tussen de belangen der mogendheden en de principes van de Amerikaanse president werd fataal. Deze beginselen, vooral bezield door de geest van zelfbeschikkingsrecht der volkeren en de democratie, vonden moeilijke toepassing. Drie grote rijken waren ineengestort: Rusland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije. Nieuwe staten waren ontstaan, die om grenzen twistten vóór ze zelfs waren vastgesteld, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 516]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de economische crisis verscherpte de toestand: ophoping van bankroeten, verlamming van handel en nijverheid, wankelende financiële positie der landen. Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren komt in botsing met historisch gegroeide feiten: de Duitsers hebben de Polen tegen Rusland gesteund, de Oostenrijkers en Hongaren, evenals de verbondenen, hebben Slavische volkerengroepen gesteund, die allen thans moeten bevredigd worden. Het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije bevrijdt nationaliteiten die vijandig staan tegenover elkaar. Geopolitische toestanden herscheppen Centraal- en Zuid-Europa in een mozaïek van nationaliteiten. Moest men het zelfbeschikkingsrecht van Wilson tot het uiterste hebben doorgedreven, dan had men ware volksverhuizingen moeten organiseren om enkele nationale staten op te richten. Daarom drongen halve maatregelen zich op: de Poolse corridor en de garantieclausules.
Te veel moest dit alles de staatslieden echter niet bezighouden, want men had de Volkenbond. Humane instelling om de oorlog te vermijden, de vrede te handhaven, een betere wereldorganisatie op te bouwen. Maar was in feite de Volkenbond niet de instelling die verworven posities moest behouden? Een overwinnaar is immers altijd pacifist. Om niet als een consortium van overwinnaars beschouwd te worden, stelde de Volkenbond de algemene ontwapening voor. Doch bij de eerste besprekingen rezen de vraagstukken op: de Rijnkwestie, de kwestie van de Saar, de financiële kwestie en de kwestie van de Adriatische Zee. Maar wat meer is, Amerika weigerde het Verdrag van Versailles te ondertekenen, omdat het dit alles als een Frans-Engels werk beschouwde. De Frans-Engelse rivaliteit groeide. De Frans-Duitse tegenstelling nam scherpere vormen aan. En ondertussen werd meer en meer gestreden om de vrede: het protocol van 1924 tussen MacDonald en Herriot leidend tot: bemiddeling bij geschillen, collectieve veiligheid en ontwapening; de conferentie van Locarno, waar Stresemann, Chamberlain, Mussolini en Briand een Frans-Duitse toenadering weten te bewerken. De geest van Genève schijnt te overwinnen. De nieuwe pogingen echter die in de jaren dertig werden aangewend, bewijzen ons dat deze politiek tot failliet gedoemd is. Nieuwe ontwapeningsconferenties, nieuwe allianties, de faliekant uitlopende sancties tegen Italië dat Ethiopië had aangevallen, de krachtmeting bij de burgeroorlog in Spanje, de tragische conferentie te München in '38 tussen Daladier, Chamberlain, Hitler en Mussolini. De tweede wereldbrand.
Wanneer we de teksten van de vredesverdragen lezen, dan klinkt het ons ironisch na: ...een eeuwige vrede.. ... nooit meer zal de vrede verbroken worden. Van 1648 tot 1947 werd dit aldus ongeveer 528 maal herhaald en zovele malen door de verschillende staten ondertekendGa naar eindnoot(3). Frankrijk ondertekende 33 maal zulke beweringen in de periode 1788-1807, waarin de Franse legers Europa overstroomden in naam van de volkssouvereiniteitGa naar eindnoot(4). Doch deze overrompeling bracht tevens aan Europa het democratisch bewustzijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 517]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ironie wordt door het tragische weggeveegd wanneer we andere cijfers lezen:
De wereldoorlog 14-18 kostte meer soldatenlevens dan al de voorgaand genoemde oorlogen samen. Meer gespecifieerd hadden:
Cijfers! Zo welsprekend, onnoemelijk leed bergend. Zonen, vaders, geliefden... Het gaat hier niet om vriend of vijand. Het gaat hier om een mens. Onwillekeurig denken we aan het vers van Herman van Snick: Er ligt een lijk in een eenzame straat
Een van de Roden? Een van de Witten?
Men ziet het niet
Doch rood is het bloed van de stille soldaat
En wit zijn de moordbajonetten.
Er ligt een lijk in een eenzame straat
Een van de Witten? Een van de Roden?
Men ziet het niet
Doch rood was de mond in het witte gelaat
Die hem een vaarwel heeft geboden.
Er ligt een lijk in een eenzame straat
Een van de Roden? Een van de Witten?
Men ziet het niet
Doch wit zijn de haren en rood wordt de haat
Van hen, die geen zoon meer bezitten.
Er ligt een lijk in een eenzame straat
Een van de Witten? Een van de Roden?
't Heeft geen belang
Voor 't geheim van de doden.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 518]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dood, vernieling... oplossing niet veel, meestal niets. En toch zou het iedermaal de laatste zijn. Na deze zou de eeuwige vrede komen. En toch kwam er iedermaal een volgende. Tragiek van het wereldgebeuren. Iedereen streeft naar een duurzame vredesopbouw... en toch komt er oorlog. Tragiek van de mensheid. Hard is het dit alles onder ogen te nemen. Sommigen zoeken er misschien een verwijt in. Neen, het is geen aanklacht. Doch om te genezen moet de patiënt ontleed worden. Om te onderzoeken en te kennen is moed nodig. Al deze vaststellingen dwingen ons tot een andere vraag: is deze tragiek gebonden aan het toeval, of is het een lotsbestemming? Lotsbestemming zou ons de determinerende factoren moeten doen opsporen en dit vereist een studie op zichzelf. Wij kunnen niet aan een determinisme geloven, hoewel verschillende elementen ons kunnen misleiden. Vooral in de oorlog heeft het onberekenbare zijn historische macht getoond. Salamis zag de Grieken winnen, omdat ze in alle opzichten de besten waren. Wie durft echter te beweren dat ze daarom moesten winnen? Misschien zou één windstoot voldoende geweest zijn om de krijgskans te doen keren. Een dag op het slagveld... misschien één windstoot: zo dun is de draad waaraan datgeen hangt wat wij wereldgeschiedenis noemenGa naar eindnoot(6). Sterk overdreven weliswaar, doch het laat ons toe alle determinisme overboord te gooien, verandering mogelijk te maken. Het is niet vanzelfsprekend dat oorlog tussen de volkeren nimmer kan afgeschaft worden, dat het een hopeloze taak is de talloze oorzaken van de oorlog weg te nemen. Wat is dan de oorzaak van de mislukking der conferenties, van het steeds opnieuw voorkomen van deze moordpartijen? Het is hier niet de plaats om de verschillende perioden na te gaan en te onderzoeken. Beperken we ons tot de conclusies. Wanneer we op de geschiedenis terugzien, schijnt de oorlog een draak te zijn, die nieuw leven krijgt na nedergestoken te zijn. Zijn dood is nooit meer dan een bewusteloosheid. En toch leert ons een dieper doordringen, dat de werkelijke oorzaak van alle oorlogen altijd dezelfde is geweest. Oorlogen komen telkens voor waar en wanneer sociale eenheden met evenwaardig souverein gezag met elkander in aanraking komenGa naar eindnoot(7). Na 1919 waren de vredesconferenties met één gedachte bezield: ontwapening. Thans, na de tweede wereldoorlog, overheerst de roep naar bewapening, langere dienstplicht. Geen van beide maatregelen kan het beoogde resultaat bereiken, omdat het vredesprobleem geen technisch vraagstuk is maar een sociale, politieke en geestelijke kwestie. Oorlog zelf is niet de wonde. De oorlog is een reactie op een wonde in de gemeenschap, een symptoon van een zieke gemeenschap, de koorts van de ziekte. De oorlog is het resultaat van een aanraking tussen niet tot één geheel verbonden souvereine eenheden, onverschillig of deze eenheden nu families, stammen, dorpen, domeinen, steden, dynastieën, religies, klassen, naties of werelddelen zijn. Logisch vloeit daaruit voort dat er slechts één middel is om | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 519]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de oorlog te vermijden nl. het samenbinden van deze verbrokkelde eenheden, de nationale souvereine macht op te slorpen in een souvereine organisatie van hogere orde, die in staat is een rechtsorde te scheppen. Omdat we te sterk gebonden zijn aan een verkeerd begrip van de staat-natie mislukken ook thans alle opeenvolgende conferentiesGa naar eindnoot(8). Aldus gesteld is het fundamentele probleem van de vrede niet zozeer het verhinderen van de oorlog, maar de oplossing van het souvereiniteitsprobleem. En dat er inderdaad veel wordt gesproken en geschreven over souvereiniteit is op zichzelf reeds een bewijs dat dit rechtsbegrip een crisis doormaakt. Het maakt een crisis door omdat het voorbijgestreefd is. Bij de volkeren van het klassieke Oosten was de koning een godheid. Later werd het nodig een onderscheid te maken tussen wat ‘des Heren’ en wat ‘des Keizers’ was. De volkeren werden geregeerd door absolute vorsten ‘bij de gratie Gods’. Tussen de Renaissance en de XVIIIde eeuw vormde zich een revolutionnair sociaal ideaal, dat aan de massa, die door het absolutisme werd geregeerd, de reddende hand bood. Dit ideaal leidde tot de grote opstanden der XVIIIde eeuw, tot de vestiging van de Franse republiek en tot het parlementair systeem in vele andere landen. Het volk vertegenwoordigde nu het souvereine wetgevende gezag. Het hoogtepunt van deze evolutie werd bij de vredesonderhandelingen van 1919 bereikt, toen meer naties dan ooit te voren volkomen souverein en onafhankelijk werden. Twintig jaar later zouden deze nationale staten met de voeten worden getreden. Waarom? Omdat de politieke structuur die in 1919 werd opgebouwd de verwezenlijking was van een XVIII-eeuws ideaal, een anachronisme was, en niet meer paste bij de toestanden zoals die in de XXste eeuw waren gegroeid. Voor de XVIIIde eeuw waren dit uitgelezen idealen, toen de industriële revolutie nog niet of maar pas begonnen was. De wereld is nu zo georganiseerd dat de souvereiniteit in handen berust van een groter geheel dan de natie. De souvereine gemeenschap heeft een te smalle basis gekregen. De grote veranderingen die de technische en industriële vooruitgang van de XIXde eeuw voor gevolg hebben gehad, brengen mede dat, wanneer de natie in de XVIIIde eeuw de breedst mogelijke basis vormde voor de volkssouvereiniteit, deze tegenwoordig veel te smal is. Nationalisme en industrialisatie moeten onvermijdelijk met elkander in botsing komen. De industrialisatie immers ziet de gehele aardbol als een geheel. Het nationalisme ziet hem in afzonderlijke vakken van onafhankelijke groepen. De industrialisatie heeft behoefte aan de grondstoffen van overal ter wereld en zoekt overal afzetgebied. Het nationalisme leidt tot autarchie, protectionisme en tolmuren. Deze botsing tussen de politieke en de economische sfeer is de crisis en de tragiek van onze tijd. Noch ontwapening, noch bewapening brengen hieraan een oplossing, zolang deze structurele botsing geen oplossing heeft gekregen. Daarom is er maar één middel, gezien de industrialisatie niet uit te schakelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 520]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is (dit zou ten andere te betreuren zijn), dit is de opslorping van het souvereine nationalisme in het kader van het souvereine universalisme, de opslorping van iedere zelfstandige organisatie van politieke, godsdienstige of economische aard in een met souvereine macht beklede wereldorganisatie met universele wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende lichamen. Dit veronderstelt niet eerst en vooral een politieke geboorte, maar een intellectuele rijpheid. Al te dikwijls grijpen politieke programma's terug in het verleden en beogen een eenvoudig herstel van vroegere toestanden. De evoluerende beschaving heeft nochtans aangetoond dat ze niet terug kan en zich niet kan identificeren met haar verleden, dat haar vloed geen ebbe worden kan, alhoewel de bron en de kracht van haar opgang in haarzelf gelegen zijn. Huizinga zegde terecht: ‘De weg terug bestaat in de geschiedenis zo min als in het leven van de enkeling’. Marc Bloch noemde de geschiedenis de wetenschap van de verandering. Er kunnen uit de geschiedenis geen lessen getrokken worden, doch de kennis van voorgaanden is noodzakelijk om zijn tijd te begrijpenGa naar eindnoot(9). Het hele beeld van de twintigste eeuw doet zich zo helemaal anders voor dan dat van de voorgaande perioden. De technische mogelijkheden hebben de mens als het ware verheven boven zichzelf. Daarom kan de mens aan zichzelf niet meer geloven en raadpleegt hij wat hij zelf schiep, doch boven zichzelf verhief. Zo verfijnd heeft onze beschaving zich voorgedaan, dat ze ons als ijl voorkomt en niemand zich nog thuis voelt. Is het dan te verwonderen dat de intellectuele kracht veronachtzaamd wordt en ouderwets wordt geheten, dat geestesarbeid nutteloos en onpractisch schijnt? Meer nog dan in de tussenoorlogse tijd is men zich bewust geworden dat de beschaving aan de mens gaat ontsnappen en een eigen weg is gaan volgen om ten koste van de mensheid vooruit te ijlen naar een doel dat zij zichzelf heeft gesteld. In deze voorstelling van het onvatbare verliest de mens alle controle en verzwakt het kritische vermogen. Wanneer de geestesarbeid, die niet op een practisch-benutbaar resultaat is afgestemd, nutteloos schijnt te zijn en de geesteswetenschap veronachtzaamd wordt om door de technische verfijning overvleugeld te worden, gaan ook de normen waaraan de morele en kulturele waarden getoetst worden buiten het spirituele liggen en domineert het zuiver materieel-technische, dat de ontwikkeling van de persoonlijkheid onderdrukt en het kritisch vermogen ondermijnt. De oppervlakkigheid en het eenvoudig aanvaarden hebben het gewonnen op het eerlijk, kritisch onderzoek. Daar begint het tragische. Niet langer beheerst de rede haar produkten, maar de voortbrengselen de scheppende kracht. Reeds na de eerste wereldbrand is dit proces begonnen en in een bijna niet te geloven vlucht voortgeijld. Toch werd en wordt van verscheidene zijden hierop gereageerd. Meestal echter ging deze reactie zich inspireren op het verleden en haar idealen zoeken in voorbije perioden om deze aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Het fascisme ging terug naar het corporatief stelsel om alles in te dijken in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 521]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
evenwijdig lopende kanalen en aldus de vooruitgang te beheersen. Het totalitarisme in het algemeen wou een oplossing zoeken in het afleiden van de gedachte naar een zogenaamd ideaal, dat de draagster zou worden van de nieuwe cultuur. De staat, naar Spartaans voorbeeld, werd vooropgesteld als het zinnebeeld van het algoede en het almachtige waardoor iedere activiteit, zo collectieve als individuele, moest ingeschakeld worden in het vooraf opgemaakte plan. Daarom steunde het totalitarisme vooral op de propaganda, want het had iets te verdedigen waaraan het zelf niet geloofde. Het miskende de geschiedenis en misbruikte de beschaving. Deze krachten zijn thans uit de weg geruimd, doch meteen is de werkelijkheid beter voor ogen komen te staan. Sedert de laatste wereldbrand, waar het afleidingsmanoeuver, door het totalitarisme uitgedacht, zijn beslag kreeg, is de half-beschaafde mens, deze doodsvijand der persoonlijkheid, zoals Huizinga hem tituleert, nog meer op de voorgrond getreden, zijn het gevaar verhoogd en de bewustzijnsgraad verlaagd. Te meer wordt deze psychose gevoed door het intrinsiek gevaar dat de democratische overwinning meebracht, een gevaar dat ligt in het eenvoudig herstel van de vooroorlogse toestanden. Wij treden echter een nieuw tijdperk in. Dit wordt wel aangevoeld, doch niet ten volle begrepen. De UNO is geen kopij van de Volkenbond, maar is ook nog niet de ideale organisatie die de vrede brengen moet. De democratie mag niet eenvoudig betekenen een staat waar regering en volk gebonden zijn door ‘le Contrat Social’: de grondwet. Er dient een breder bindteken gezocht te worden, want ‘Le problème de la paix est aussi un problème psychologique’Ga naar eindnoot(10). De in-afzondering staande Middeleeuwse werelden hebben afgedaan. De koninkrijken van de Moderne Tijden hebben hun einde gezien. Meer en duidelijker is het universalisme noodzakelijkheid geworden. Daarom kan de mens zich enkel dan bewust worden van de nieuwe tijd, wanneer hij tot zichzelf terugkeert. Enkel dan zal hij de half-beschaving verheffen tot een werkelijke, wanneer hij zich een essentieel deel voelt van de humaniteit. Een nieuw humanisme dient geboren, dat de traditie opneemt van de klassieke oudheid, de inspiratie heeft van de Renaissance, doch de klare, brede en verdraagzaam-oprechte kijk van het universalisme. Daarom kan de oplossing niet komen van oneindige conferentiesGa naar eindnoot(11), maar dient de nieuwe geest te groeien in de persoonlijkheid. Kapitein Bach komt in zijn ‘La Tragédie de la Paix’ op voor de samenstelling van een algemene raad der godsdiensten alvorens tot een wereldparlement te besluiten, om de atmosfeer voor te bereiden. Onze reeds vroeger geuite meningGa naar eindnoot(12), dat de godsdienst geen bindteken is, wordt echter versterkt bij de lectuur van een artikel van Prof. Dr. Van Mierlo S.J., die nochtans een hoogstaande intellectuele arbeid heeft geleverd, waarin hij betogen wil dat alle hoge kunst godsdienstig is en dat alleen de kunst van de gelovige kunstenaar bijdraagt tot de volledigste en zuiverste beschavingGa naar eindnoot(13). Een kerk kan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 522]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of mag niet de steunpilaar zijn van een wereldeenheid omdat ze de nodige ruimte en eerbied mist, omdat ze diktatuur van de geest betekent, zoals Moisson schrijft, die besluit: ‘Tant que l'Eglise ne comprendra pas que l'âme du monde est plus grande que l'âme de n'importe quelle église, elle ne pourra prétendre collaborer effectivement au salut du monde.’Ga naar eindnoot(14) Naast de evoluerende waarden is er inderdaad maar één constante, die de wereldziel kan omvatten: deze van de humanistische verdraagzaamheid, zonder dewelke de thans bestaande organisaties niet kunnen hervormd worden. Deze gedachte voor universaliteit, gedragen door verdraagzaamheid, moet onderaan groeien. Iedere overtuiging wordt geboren binnen de kleine groep mensen, wier taak het is deze te verspreiden en ze voor de mensen aanvaardbaar te maken. Zo is de bouw aan onze persoonlijke waarde, aan onze persoonlijke overtuiging en de bijna extremistische verdraagzaamheid, zonder onze persoonlijkheid te verliezen, de conditio sine qua non voor de humanistische vrede. In die geest zal het ons misschien gelukken eerlijkheid te plaatsen tegenover corruptie, persoonlijkheid tegenover kuddegeest, gemeenschapsgevoel tegenover enggeestig individualisme. Dan zal het ons misschien mogelijk wezen de tragiek van het wereldgebeuren te doen keren.
November 1950 Herman CORIJN |
|