De Vlaamse Gids. Jaargang 34(1950)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 746] [p. 746] God en de speler 'k Ben een getal: de kleinst-gemene deler van het leven. Op de roulette van het lot houdt m'n bestaan met u de spot. Want ik ben slecht. Ik ben een speler. Al vind ik rijkdom in m'n dromen, bij iedere strijd, in elk duel weet gij toch immer wat ik wil. Het wapen hebt gij zelf genomen. Hoe ik ook win, ik ben verloren. Uw wezen is 't roulette-wiel waarop m'n laatste geldstuk viel. Een mens werd tot het spel geboren. Een lening wil ik u niet vragen. Ik weet, o God die mij besteelt, dat gij met valse nummers speelt, als ik d'ultieme zet zal wagen. Wheatley, Maart 50 Leo MEERSSEMAN Vorige Volgende