De Vlaamse Gids. Jaargang 34(1950)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 539] [p. 539] [Gedichten] Avond Gij brandt in wolken op tegen het westen. Het oosten staat in lood ten langen leste. Ik op de grond ben een figuur zo klein, dat ik er eigenlijk niet zou moeten zijn. En dat was dan misschien nog maar het beste. Maar dit heelal blijft zich op mij grondvesten, draaiend met alle stelsels om mij heen. En strak in stand gehouden wordt de schijn. Want ik beweeg en langzaam komt de nacht. De uitzichtloze einder is een norse mondstreep geworden. Zie de maanschijf vorsen over het bos heen naar wie nog verwacht te vinden in het hart van de natuur wat verder weg is ieder volgend uur. Metronoom Gij hield uw doodgewicht en dode hoek. Hoe ik ook bezig ben met vergelijken, de lijnen moeten uit elkander wijken, die naderen tot een gestrekte hoek. Ik heb van 't licht gelezen in een boek, dat het gaat buigen en u kan bestrijken op afstanden die wij nog niet bereiken. Gij zijt voor onze instrumenten zoek, zolang ze uit materiaal bestaan, waarvan de kleinste deeltjes trager gaan dan zoveel km per seconde. Maar door mijn hersens jagen de jachthonden razender dan enig bekend atoom, terwijl mijn hart tikt als een metronoom. Gerrit ACHTERBERG Vorige Volgende