ment Paper Mill op km. 10 van de Kin-Han spoorweg. De vloot van Admiraal Sah kwam aan terwijl de opstandelingen het station Ta Chi Men achteraan de Franse nederzetting bezetten.
Nu zaten wij vast tussen de stroom, de opstandelingen en de keizerlijken. Gevechten waren in het vooruitzicht. Wel zouden mariniers en vrijwilligers de toegang naar de nederzettingen beletten, maar al te samen waren er nog geen 1200, de meesten zonder militaire opleiding, en dat op een front van 4 km.
Ook moest men denken aan een gebeurlijke ontruiming. De vrouwen en kinderen moesten zo gauw mogelijk naar Sjanghaï vertrekken. Bij een gebeurlijke terugtocht konden zij immers slechts hinderen.
De 17de October, 's morgens vroeg, ging ik te voet met twee vrienden naar km. 10. Wij kwamen terug over Ta Chi Men.
Op km. 10 waren ongeveer duizend soldaten gelegerd; zij waren deftig gekleed, goed gewapend en zagen er sterk uit; de spoorweg was bewaakt tot achteraan de Japanse nederzetting.
Het station Ta Chin Men stond ledig om 9 uur, maar 's avonds bezetten de opstandelingen het weer met het doel, door aanvallen het aankomen van meer keizerlijke soldaten op km. 10 te beletten.
Op 18 Octobr verwittigde Generaal Chang Piao, bevelhebber der keizerlijken, het Consulaire Corps, dat zijn troepen de Yang Tse Kiang stroomafwaarts gingen oversteken om Wuchang langs de rechteroever in te nemen.
In zulk geval zouden de nederzettingen midden de gevechtszone liggen. Gelukkig kwam er niets van. Integendeel, de 20ste October, 's morgens, vernamen wij, dat de keizerlijken zich 's nachts tot op km. 20 teruggetrokken hadden. Zij hadden ook het spoorwegstation aan de stroom verlaten en tenten en voorraad laten liggen.
De 21ste October nieuwe aftocht der keizerlijken, ditmaal tot op km. 42. Zij lieten munitie, voorraad, tenten, enz. achter. Aan een strategische terugtocht konden wij niet geloven. Wij dachten eerder, dat de zaken op hun Chinees verliepen en onderhandelingen tussen opstandelingen en keizerlijken begonnen waren.
Dezelfde dag gaf het Consulaire Corps een proclamatie uit over de onzijdigheid der nederzettingen.
De opstandelingen gingen moedig voorwaarts tot op km. 10. De volgende dagen hadden tussen hen en de keizerlijken tal van schermutselingen zonder betekenis plaats.
Dag na dag hernieuwde het Wuchang Comité zijn wekroep, opdat zijn aahangers zijn troepen zouden versterken. Van de eerste dag af had mijn Nr. one-boy mij zijn revolutionnaire geestdrift te kennen gegeven. Ik stelde hem dan ook voor als vrijwilliger op te trekken, maar hij antwoordde, dat hij er in het geheel niet aan dacht, ‘want hij had maar één leven’.
De 27ste October kondigden de dagbladen aan, dat de provincies Hunan, Honan, Kiangski en Kiangsu in opstand waren. 's Voormiddags trok een vloot van 40 oorlogsjonken, onder het wit paviljoen van de opstand, de nederzettingen