De Vlaamse Gids. Jaargang 33(1949)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 734] [p. 734] Avondregen Langs donkre straten door de regenvlagen loop ik te dromen boordevol, overal vluchten hoge kragen maar ik ben op de regen dol. Ik denk aan u en aan ons leven en dicht een toekomst ver op zee, een eiland dat ik u zal geven met het geluk en slechts ons twee. De regen gutst tegen mijn slapen ik hef het voorhoofd tot de zoen, ik zal met u in 't zonland slapen en u beminnen in het groen. Leekt van mijn lippen zoele regen, glinstren de stenen in de nacht, ik loop naar 't einde van de wegen waar uw gelaat vol goedheid wacht. De mensen kijken stuurs en schichtig de natte hoeden diep op 't hoofd. Hun maakt de regen 't hart niet luchtig, heeft vreemd hun dromen uitgedoofd. Erik VAN RUYSBEEK Vorige Volgende