De Vlaamse Gids. Jaargang 33(1949)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 466] [p. 466] Tussen duin en zee I Tussen duin en zee eindigt 't bestaan en vechten dageraad en de nacht dagelijks hun strijd om zon en maan: heimwee ligt gebonden aan die macht. O stormregen in 't zand, o uithoek. Zeevogels doden krijsend hun vlucht. Wat 'k niet weet - hopeloos - wat ik zoek: scheppingsdag die in de winden zucht. Begint de scheppingsdag niet in mij, zuiverder, bedwelmender dan voorheen. Mijn vrouwe ligt dromend aan mijn zij. 'k Volg de meeuw en 'k voel m'onzeglijk vrij. Wolken komen, wolken drijven heen: de scheppingsdag begint alleen in mij... II Vergeef mij want mijn schuwe schreeuw was luid. Wie telde ook het dier zo dicht nabij als ik? Ik verwisselde Noord met Zuid en 'k liep mijn schaduw en mijn zon voorbij. O dierkreet, d'echo van mijn Lentestem was slecht 't begeren naar avonturen. 'k Ril van vreugde nu 'k in mijn stem herken iets van de rust'ge klank der avonduren. O dierkreet, echo van mijn Lentestem: Shangai, Macao, de verste verrukking van vreemde werelden roep ik vaarwel. En klinkt soms klagend heimwee in mijn stem naar de droom die in werk'lijkheid verging zeg ik: Voorbij, voorbij... Vaarwel, vaarwel. Remy C. VAN DE KERCKHOVE Vorige Volgende