De coloribus est disputandum
Nous pouvons pardonner à des hommes et nous le devons - comme par ailleurs la société a le droit et le devoir de se défendre - nous ne pouvons pas pardonner à des institutions, des systèmes qui donnent le pas aux instincts devant le coeur et la raison. Et c'est pourquoi nous ne devons pas oublier.
GERDA VAN DEN KERCHOVE in ‘Et cependant je veux vivre!’ nà haar terugkeer uit het kamp Ravensbrück.
ER is haast geen mijner vrienden en kennissen, die in het antinazistisch kamp hebben gestaan, of zij hebben ten gunste van een of ander ‘zwarte’, die na de Bevrijding in een moeilijk parket was geraakt, 't zij démarches ondernomen bij den auditeur, 't zij een getuigenis afgelegd vóór den krijgsraad, 't zij een genadeverzoek medeonderteekend. Dit zijn daden van elementaire caritate, die op het kapitel van één der Werken van Barmhartigheid kunnen geboekt worden. Het zijn ook correctieven op de vonnissen van moeder Justitia, correctieven die deze, vaak lukrake, empiristische of onmeedogende vonnissen ten zeerste behoefden.
Maar geen enkele onder de brave lui liet zich bij zijn tussenkomst een moment leiden door de overweging, dat, in den grond, de collaboratie, in een van zijn menigvuldige aspecten, wellicht eenige moreele rechtvaardiging zou kunnen doen gelden. Dit hebben de beneficiënten der interventies niet steeds begrepen... Ik ken het leerrijk geval, dat een persoon, die een eminente rol in den Weerstand had gespeeld en de invrijheidstelling van een ‘zwarte’ had bekomen, door dezen in volgende bewoordingen werd ‘bedankt’: ‘Wat 'n rotte boel, nietwaar, dat Belgiekske!?..’ De kwibus besefte niet eens dat het alleen medelijden met zijn kinderen, en niet verholen sympathie voor zijn politieke dwaling was, die voor hem de redding had beteekend!
In zekeren zin kan Walschaps Zwart en Wit als een breed opgevat Correctief met litteraire middelen beschouwd worden. Was het enkel dàt, dan zou de lezer dit werk met onvermengde sympathie begroeten en zich vermoedelijk niet eens afvragen of dit boek als kunstwerk, al of niet bijzonder geslaagd is - het bevat, zooals de meeste van Walschaps romans, naast ‘sterke bladzijden’ ook plotse, haast onbegrijpelijke inzinkingen...
Maar Zwart en Wit bevat daarenboven nog een andere beteekenis, die gewichtige bedenkingen doet oprijzen.
In de toelichting door den uitgever op het kaft verstrekt, vernemen wij dat de auteur steeds van mening was, ‘dat de kunstenaar actief en strijdbaar met zijn tijd moet meeleven in plaats van zich op te sluiten in de ivoren toren’. Verder dat deze roman beoogt: ‘een objectief relaas van de algemeene geesteshouding in 1940-1944 in een klein dorp onder Duitse bezetting’ te