De Vlaamse Gids. Jaargang 33(1949)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 344] [p. 344] De eeuwige dronkaard Is dit de dag...? Ben ik ontwaakt...? Hoe traag en moeizaam sleept nog door mijn brein van wat uit verre dromen vaag begrip vraagt met gesmoord gedrein... Zo ik ontwaakt ben blijkt deez' dag vervuld meer nog van droom dan werklijkheid te zijn... van een verbeten droom die ingehuld in daggeroezemoes mij kwelt met dromepijn. Een dag waarin ik mij als blind gevoel zodat ik tastend in- noch uitgang vind en 't zielleeg brein vergeefs doorwoel naar wat mij met dit beeldloos droomleed bindt. Ontdaan en even hulploos als een kind, volstrekt onmachtig en onnozel klein en als verstrikt in 't warrig wikkellint lig ik gevangen in mijn eigen zijn. Geketend op de grens van droom en daad, die hier en daar zo scherp is als een mes... Verdronken in den stroom van overdaad die immer popelt tussen glas en fles. Dus... stoor mij niet! Ga stil aan mij voorbij, daar, waar de sluimer mij heeft achterhaald. Laat mij daar roerloos liggen zij aan zij met al wat tussen droom en rede draalt: Wat zich op zijn of niet-zijn voorbereidt in sluimerdiepten van een blinden nacht. Ontzie mij! Heilig is mijn weerloosheid, want Dood en Leven houden over mij de wacht. PAUL VAN EEDEN Vorige Volgende