| |
| |
| |
Amerika, het geraamte en het vlees
OM de Amerikaan te begrijpen moeten we steeds weer terugkeren naar Gorers uitgangspunt. Aangezien in de belangrijke tweede generatie door de Europese vader en moeder Van het kind zoveel verwacht wordt, namelijk dat het 100 procent Amerikaan zal worden en hen in succes in de Amerikaanse wereld verre zal overtreffen, is er onder het Amerikaanse volk een krachtig geloof, dat met opvoeding alles bij de kinderen is te bereiken - en dat slagen en falen geheel van de opvoeding afhangt. Hereditaire factoren konden, neen mochten geen rol spelen, omdat de ouders immers in Amerika een gehéél nieuw leven zouden leiden, dat in het kind eerst zijn vervulling zou vinden.
Men begrijpt dus, dat de Amerikaanse ouders zich over die opvoeding grote zorgen maken, ten eerste, omdat er zoveel van afhangt, ten tweede, omdat zij, aangezien zij niet op de prijsgegeven Europese traditie kunnen teruggrijpen, geheel afhankelijk zijn van moderne methoden, gepropageerd door de zogenaamde deskundigen. In geen enkel ander land dan juist in Amerika onderwerpt men zich dan ook met zoveel hartstocht, met zulk een sterk geloof aan de aanwijzingen van de experts, de kinderartsen, de opvoedkundigen, die een nieuw systeem van opvoeding verzonnen hebben. Aan de zogenaamd wetenschappelijke methoden van kindervoeding, waarbij de babies inderdaad honger leden, omdat zij alleen maar op bepaalde uren gevoed mochten worden, knoopt Gorer een hele beschouwing vast, waaruit moet blijken, dat de absurde angst die de Amerikanen voelen, dat zij eens niet voldoende voedsel in hun land zullen hebben, verklaard wordt door die honger, die zij als babies hebben gekend. Dit gaat mij wat te ver, hoewel het een psychologisch feit is, dat de angst en de onzekerheid die de moeders voelen bij die eerste omgang met hun zuigelingen, later wanneer zij groot zijn geworden, zeer irrationeel bij hen zal komen bovendrijven. Het is zeker een feit, dat moeilijkheden bij de voeding een van de voornaamste redenen is waarom kinderpsychologen in Amerika worden geraadpleegd en dat de Amerikanen irrationeel blijven geloven in de magische gezondheidgevende kwaliteiten van etenswaren, een geloof, dat in de reclame voor vrijwel alle levensmiddelen wordt geëxploiteerd. Vandaar dan ook alweer het bijna religieuse geloof in de magische invloed van vitaminen.
In de prille jeugd van het kind ontstaat ook deze typische Amerikaanse eigenschap, de competitie voor succes. Omdat er geen traditierijk opvoedings-systeem bestaat, doch steeds een of andere zogenaamde expert wordt gevolgd, neemt de tevredenheid van de moeder over haar kind toe of af, naarmate het meer of minder succes heeft, en meer of minder gunstig vergeleken kan worden met andere kinderen. Zijn de kinderen een mislukking, dan behoeft de liefde van de moeder niet minder te worden, maar wel zal zij haar pogingen om de juiste methode voor de opvoeding te vinden vergezeld zien door een toenemend gevoel van schuld - immers, zij is tekort geschoten. Het ligt voor de hand, dat
| |
| |
het kind dit alles merkt en ook in zijn leven angst- en schuld-elementen worden opgenomen over de kwestie van succes hebben.
Tegelijk alweer omdat het kind de wereld moet veroveren, de toekomst en het succes aan hem behoort en niet aan de ouders, zal de moeder er tevens voor zorgen haar kind, op heel jonge leeftijd al, zoveel mogelijk vrij te laten. Ook de vader zal hierbij een rol spelen. Tezamen zullen zij ervoor waken van hun kind geen ‘sissy’ te maken, een moederskind. Het ligt voor de hand, dat ook deze angst overgedragen wordt op het kind. De gemiddelde Amerikaan streeft er daarom steeds naar een ‘he-man’ te zijn, des te noodzakelijker voor zijn eigen gevoel omdat, zoals eerder uiteengezet, door zijn opvoeding door de moeder en de schooljuffrouw vrouwelijke elementen in zijn karakter zijn opgenomen. Dit verklaart het vaak agressieve optreden van de Amerikanen, zijn pochen en ook al weer zijn minachting, of angst misschien voor een verfijnder leven, kunst. De beoefening ervan zou hem immers onder verdenking kunnen brengen een ‘sissy’ te zijn. Achter het zelfverzekerde optreden van de Amerikaan verbergt zich dus een behoorlijke mate van onzekerheid, wat iedereen, die Amerikanen kent, moet hebben opgemerkt.
Deze overtuiging, dat het kind vrij gelaten moet worden, zo snel mogelijk zijn onafhankelijkheid moet tonen, verklaart de algemene goedkeuring voor alle pogingen van het kind om zelf geld te verdienen, ook al zijn de ouders schatrijk. Een typische reclame van ‘big business’ gebruikt al weer de tekening van de jongen, die zelf gefabriceerde limonade of iets dergelijks verkoopt om zich van de opbrengst een fiets of een ander begeerlijk object aan te schaffen. Dat is nog eens een jongen, luidt het onderschrift, zo'n jonge vent bezit de kwaliteiten om ‘captain of industry’ te worden. Men heeft grote bewondering voor de jongelui die zich door college werken zoals dat heet - dit is een aanbeveling, zoals het in Amerika in het algemeen kan zijn van eenvoudige komaf te wezen en het ver te hebben gebracht. Voor iedereen bewijst dit immers de waarde van de Amerikaanse droom: dat iedereen President kan worden, of groot zakenman, mits hij doorzettingsvermogen heeft. De kleine arbeider of kantoorbediende zal zich aan die hoop altijd blijven vastklampen, hoewel zijn kansen in de werkelijkheid van een thans vrij stabiel leven uiterst gering zijn. Dit verklaart ook de afwezigheid van een bewuste arbeidersklasse - men voelt zich niet arbeider, men denkt er niet aan zich zelf bij een klasse ingedeeld te zien. Wat een onzin, als men immers door een handig aangegrepen gelegenheid, een beetje geluk, morgen de top zou kunnen bereiken. Dit geloof, dat energie wekkend is, allicht, heeft tegelijk zijn gevaarlijke aspecten, omdat het door het grote bezit geëxploiteerd kan worden. Maar hoe dit ook zij, het is een van de aantrekkelijkste kanten van Amerika.
Er is dus door de aansporing van de ouders onder de Amerikaanse jeugd een constant streven naar onafhankelijkheid en wasdom, wat betekent een grote mate van vrijheid, een zwaar tegen elkaar opbieden op school, ook sociale competitie en voorts een neiging, lang niet zo ontwikkeld hier in Europa, de ouders
| |
| |
te imiteren, volwassen mens te spelen. Een meisje zal zich de lippen verven en de nagels lakken voor zij naar highschool gaat, naar de H.B.S. dus. Wanneer de kinderen twaalf zijn en de lagere school verlaten, begint hun sociaal leven en tegelijk een reeks van dansavonden, bals, etc., waaraan zij moeten deelnemen en waarbij het alweer van overweldigend belang is, voor henzelf en voor de ouders, of zij slagen, populair zijn. Zich niet aanpassen, geen succes zijn, dit is een schande, een kwelling, een geestelijke marteling, die de kinderen in hun gehele leven bijblijft.
Een vreemd spelletje ontwikkelt zich nu tegelijkertijd bij dit streven naar volwassenheid, het eigenaardige, formele liefdesspel, dat bekend staat als ‘dating’, iets wat men in Europa eigenlijk nauwelijks in die vorm kent. Ook hierbij staat het streven naar succes voorop, omdat succes hebben geïdentificeerd wordt met liefde, vriendschap ontvangen. Alleen zij die succes hebben zijn geliefd, zij die het niet hebben worden verworpen. Het ligt dus voor de hand, dat in dit jonge liefdesspel, het ‘dating’, de aandacht en bewondering van één jongen voor één meisje onvoldoende is, een beetje beschamend zelfs. Een meisje moet altijd een overvloed van cavaliers bezitten, die zich om haar druk maken, want het meisje, hoe aardig ook, dat niet moeilijk te krijgen is, niet bestormd wordt door candidaten, daar is iets verkeerd mee.
Hierdoor kan men weer de verklaring vinden voor de algemene Amerikaanse angst voor de eenzaamheid. Alleen zijn, eenzaam zijn, betekent dat men geen succes heeft en geen succes hebben betekent, dat niemand om ons geeft. Vandaar dit bijna desperate streven van ongetrouwde vrouwen (die al tegen hun drie en twintigste jaar neurotische angstdromen hebben over de verschrikkelijke mogelijkheid te blijven zitten) onder elke voorwaarde bezigheden te vinden, niet alleen te zijn, een aantal mensen te hebben, die haar gezelschap zoeken - zodat zij zelf haar succes kan scheppen en dus niet verstoten, onbemind is. Een gemiddelde Amerikaanse opvatting is, dat het slecht is alleen te zijn. Jongens, die de eenzaamheid zoeken, zijn in Europa vaak romantische, sterke figuren, wij vermoeden een rijk innerlijk leven. In Amerika betekent dit, dat zij mislukkelingen zijn, daar zit wat achter, misschien is hij een ‘sissy’! Men begrijpt nu ook, dat het bij dit jonge liefdesspel, het ‘dating’, niet te doen is om sexuele uitwisselingen, zeker niet in de eerste plaats. Dit zoeken van elkaar, van de jongen het meisje, is niets anders dan zich aan elkaar meten, en tegelijk de zekerheid verkrijgen, dat men een plaats heeft, opgenomen is, populair is, geliefd dus. Het ‘dating’ heeft een bepaald ritueel, al heel vlug gaat men met elkaar eten, dansen, of in een drugstore een ijsje eten, dat hangt af van het beschikbare geld. De jongen daagt het meisje uit, speelt het liefdesspel - in woorden - het meisje coquetteert, wijst af, lokt - alles in woorden. Een zoen bij het afscheid, ‘petting’, zoals het heet, in een wagen, is het maximum. Misverstand over de aard van het ‘dating’ bestaat dan ook alleen wanneer een Amerikaans meisje uitgaat met een Europese partner, die niet dezelfde sociale behoeften heeft en zich dus vergist in haar verlangens, die weinig met
| |
| |
sex te maken hebben. Ik herinner mij nog hoe geschokt ik was toen ik een groepje meisjesstudenten hoorde praten over wat hun jongens de vorige avond aan hen besteed hadden - van 5 dollars tot twaalf dollars. Ik vergiste mij toen ik dacht dat zij zo veeleisend waren, dat het geld hun enige waardemeter was. Het geval was gecompliceerder. Hoe meer geld er voor elk meisje uitgegeven was, des te zekerder meenden zij te weten dat zij populair waren, begeerlijk in de ogen van de jongen, die tegen hoge kosten niet opzag.
Het competieve element voor de jongen schuilt hierin, dat hij bij zijn meisje zoveel mogelijk moet zien te bereiken, verdere afspraken en erotische toegevendheid, maar voor het meisje, dat te snel toegeeft, zal hij geen bewondering hebben. Zij is te gemakkelijk, zijn succes overtuigt hem dan niet van zijn eigenwaarde - en dat is het doel van het ‘dating’, ook voor hem. Het spreekt dus van zelf, dat beide partners aan hun natuurlijke verlangens nooit oprecht kunnen toegeven - zij moeten dit gecompliceerde spelletje tot het einde toe volgens alle regels spelen. Daarom trouwen de Amerikanen ook zo jong. ‘Dating’ concentreert zich nooit op één meisje of op één jongen. - Komt er zo'n concentratie, wat allicht onvermijdelijk is, dan kent de Amerikaan niet onze lange verloving. Dat is een onmogelijkheid, een liefdesvorm, die men niet kent - vandaar das, dat zodra de ware Jacob gevonden is, een huwelijk onmiddellijk volgt, te vlug vaak, omdat men elkaar allicht verre van grondig kent, wat een van de factcren is ter verklaring van het hoge aantal echtscheidingen, niet in het minst omdat de figuur van de maitresse in het gemiddelde Amerikaanse leven onbekend is. Men trouwt, men scheidt, men trouwt opnieuw om weer te scheiden - ook in de Hollywoodse wereld. De vele nieuwe vrouwen zijn dan meestal toch niet neer dan vriendinnetjes. Er kan gemakkelijk afstand van gedaan worden dank zij Reno, waar binnen enkele weken een huwelijk wordt ontbonden.
| |
II.
Met Gorer hebben wij nu nagegaan waarom voor de Amerikanen tekenen van vriendschap en liefde geen luxe zijn, maar een noodzakelijkheid. DU is immers een gevolg van zijn opvoeding, die traditieloos moest zijn, zodat de uitingen van liefde van de moeder voor haar kind bepaald werden door de mate van succes bereikt door het kind. Vandaar de identificatie van succes met liefde, vandaar de angst voor de eenzaamheid, die betekent dat men geen succes heeft en geen liefde ontvangt.
Tengevolge van deze behoefte bestaat er in het Amerikaanse openbare leven dan ook zoveel commercieel wel overwogen vriendelijkheid. Twee mensen zijn vriendelijk voor elkaar, omdat een stijve, af werende houding zou impliceren, dat er iets radicaal mis is. In al de grote warenhuizen, overal waar mensen ontvangen moeten worden, wordt onderwezen hoe men het best vriendelijk kan zijn: een glimlach mag op geen enkel gelaat ontbreken. Bekend is een van de grootste Amerikaanse best sellers van alle tijden: How to win friends
| |
| |
and influence people. De hele techniek hoe vrienden te winnen en mensen te beïnfluenceren komt hier op neer, dat men, hoe berekenend ook, altijd in een persoonlijke verhouding moet trachten te komen met zijn medemensen, al is hij maar een klant voor een ogenblik. Kassiers in een Amerikaanse bank kent men altijd bij naam, doodeenvoudig omdat hun naam op een bordje staat aan hun loket. Zo wordt de illusie gewekt dat men in persoonlijke relatie met elkaar verkeert, voor elkaar iets betekent, op elkaar gesteld ds. Dit gevoel te hebben is noodzaak voor de Amerikaan, maar men begrijpt wel, dat al deze ‘Personal service’, dit geglimach, dit noemen bij de naam of de voornaam, wat men om de haverklap doet in Amerika, weinig betekent. Het is een spel, een noodzakelijk spel, alweer om succes te hebben. De vraag naar de oprechtheid van dit alles komt bij niemand op.
En wat is hier weer het gevolg van? Wij hebben gezien, dat voor de Amerikaan het kind geen verleden heeft, dat wil zeggen, dat voor zijn opvoeding nooit van tradities maar wel van de nieuwste inzichten gebruik moet worden gemaakt. Het kind is grondstof, waar aan gekneed kan worden naar believen. Welnu, precies hetzelfde gelooft men van de persoonlijkheid. Als men maar wil, kan iedereen vrienden maken en mensen beïnvloeden. Het karakter is niets - als men wil, kan alles bereikt worden, alles met de eigen persoonlijkheid gedaan worden. Dit betekent dus ook, dat de niet sociale mens, de excentrieke, uitzonderlijke mens, die ons, Europeanen, vaak intrigeert, de sleutel tot wiens gedragingen wij vaak zouden willen vinden, dat zo'n mens in Amerika nooit aanzien heeft - men in extreme gevallen voor zo iemand nooit medelijden kan hebben, maar hem integendeel moet verwerpen, omdat hij, als hij maar wilde, zijn persoonlijkheid over zou kunnen maken, best een aangenaam, vriendelijk mens zou kunnen zijn, die ook hartelijk glimlacht, ook vrienden zowel als vluchtige kennissen joviaal op de schouder slaat, ook spreekt van Bill, Joe en Harry.
Ik geloof dat de conceptie van ‘selling yourself’ in Amerika is ontstaan. En voor iedereen, die succes wil hebben, is het noodzakelijk zichzelf te verkopen, in andere woorden, zo op te treden, dat hij dn zijn zakenleven een waarde vertegenwoordigt. En hier zet Gorer een volgende, belangrijke stap. Omdat de mens dus in zekere zin kneedbaar is, grondstof, waaraan hij (zelf en met behulp van experts alweer kan peuteren, daarom is de man ook gelijk aan een machine, waarmee efficiënt gewerkt kan worden. Vandaar dan ook dat in Amerika het eerst in de grote bedrijven wetenschappelijk is bestudeerd hoe de productie opgevoerd kan worden door de manipulaties van de arbeiders, de zoveel handgrepen, die zij in zoveel tijd kunnen verrichten. Men denke slechts aan Taylor, Ford en Bedaux. De Amerikanen hebben het op dit punt ver gebracht, zoals iedereen weet, maar dit gaat allicht ten koste van de integere persoonlijkheid en van het handwerk. En ten koste van veel meer allicht, omdat de arbeider in de massa-industrie geen emotionele en intellectuele binding heeft aan zijn werk, dat bestaat uit enkele handgrepen. Maar het gevolg ervan is wel dat die massa-productie in Amerika ongelimiteerd kan worden opgevoerd, zoals we in de oorlog
| |
| |
hebben gezien, toen ieder meisje binnen een paar weken even efficiënt in een vliegtuigfabriek kon werken als de mam, die jaren daarin werkzaam was geweest.
Het noodzakelijk gevolg hiervan is een begrijpelijke onverschilligheid tegenover het werk. Gorer kwam tot de ontdekking, dat de duizenden arbeiders, die aan de atoombom werkten, dit even onverschillig en luchthartig deden als de arbeider, die ijskasten fabriceerden. ‘What's the difference?’ Maar omdat er geen verschil is, is de arbeider ook niet verantwoordelijk, zijn denkvermogen is uitgeschakeld. Zijn emotionele en intellectuele bevrediging moet hij buiten zijn werk zoeken, wat ook weer de reusachtige entertainment-industrie in Amerika verklaart, die voor de Amerikaan noodzaak is om de verveling te bestrijden. Men kan dit alles betreuren, maar een dergelijke ontwikkeling is onvermijdelijk, ook op den duur in Europa.
Men mag immers niet vergeten, dat in tijden waarin Amerika niet in een crisis gewikkeld is, de Amerikaanse arbeider zelden geplaagd wordt door geldgebrek en dat hij tijdens de werkuren niet meer is dan een automaat, voelt hij allerminst als een vernedering. In de Amerikaanse mythe van gelijkheid voor allen blijft hij geloven, terwijl de gemakken die hij kent, misschien een auto, een ijskast, een badkamer, voldoende geld, voor hem allicht het zwaarst blijven wegen. Wel leidt deze ontwikkeling tot standaardisering, tot een zekere apathie en zeker wordt de atmosfeer voor creatief denken, waarin de Amerikanen inderdaad ook niet sterk zijn, daardoor ongunstig, maar dat is een prijs, die de Amerikanen in elk geval, graag betalen.
Bij de opvoeding van het kind, bij het kneden van de man, de persoonlijkheid heeft de Amerikaan dus geen last van tradities. Alles is mogelijk, een vaste persoonlijkheid is er niet, dus de persoonlijkheid moet zo gekneed worden, dat deze het front krijgt, waardoor succes gewaarborgd wordt. Omdat dit de metaphysische behoeften van de mens allicht niet geheel kan bevredigen, kan men zich voorstellen, ook al om redenen, die ik eerder heb genoemd, dat de verhouding van de Amerikanen tot elkaar toch onzeker blijft, vol verborgen twijfel. Het best kan men dat zien wanneer een Amerikaan hier komt. Achter zijn superioriteit voelt men tegelijk onzekerheid. Hij zal lang uitweiden over de ongenaakbaarheid van de Engelsman, omdat die hem niet op de hem bekende en door hem gewenste wijze tegemoet komt en zijn tevredenheid over een land zal hij vaak afmeten naar de vriendelijkheid, waannee men hem begroet. Hoe eenvoudiger de Amerikaan, hoe groter die behoefte. Maar deze onzekerheid bestaat niet voor de Amerikaan in de wereld van de dingen. Ook hij de manier waarop hij in zijn nieuwe land met de dingen moest omgaan, werd de Amerikaan niet geleid, maar ook niet gehinderd door tradities. Zijn houding tegenover de dingen is dan ook altijd inventief en revolutionnair geweest, revolutionnair in dien zin, dat als met de persoonlijkheid, wanneer de grondstoffen, de bestaande vorm van de dingen niet naar zijn zin waren, hij net zolang zou passen en meten, totdat hij ze naar zijn hand had gezet. Alleen dank zij deze houding kon Amerika in zo'n korte tijd omgetoverd worden tot een wonderland. Maar
| |
| |
ook omdat deze verhouding van de Amerikaan tot de dingen zo revolutionnair was, en er geen tijd viel te verliezen, was de Amerikaan altijd geneigd de dingen te exploiteren. Nog steeds kent de Amerikaan voor het bouwland niet die zorgzame liefde van de Fransman of de Nederlander. Uit het land moest gehaald worden wat er in zat en daarmee basta. Grote stukken land in Amerika zijn daardoor radicaal verwoest en alleen pas sinds kort is men tot bezinning gekomen. Maar anderzijds heeft deze houding tot vruchtbare resultaten geleid, omdat de Amerikaan, die niet tegengehouden werd door tradities, ook nooit heeft willen bekennen, dat iets onmogelijk is.
Ik wil niet uitweiden over de prestaties van de Amerikaanse industrie - wel er even aan herinneren, dat de Amerikaan zo ongeduldig is met Europa, omdat men daar wel voortdurend te kampen heeft met tradities, dierbare gewoonten, waarvan hij niets begrijpt. Maar om de Amerikaan te begrijpen, moet men er altijd rekening mee houden, dat hem door zijn achtergrond de liefde voor de dingen als het ware aangeboren is. De auto is het liefste speelgoed van de Amerikaan - men heeft zelfs gezegd, dat zijn auto hem liever is dan zijn vrouw! Die vrouw heeft echter ook diezelfde liefde voor nieuwe, handige uitvindingen, de zogenaamde ‘gadgets’. En van die liefde voor de dingen is het slechts een stap naar een liefde voor feiten en vandaar belandt men al vlug naar een ongeduld met ideeën, althans alle ideeën die niet onmiddellijk feitelijk profijt afwerpen. Amerika kent slechts één filosophie, de pragmatische, niet een systeem waarin de wereld past, maar een houding tegenover de wereld. Alles is waar waarmee gewerkt kan worden. En vandaar dan ook in de cultuur dat ongeduld, soms zelfs positieve afkeer voor het moeilijke, voor filosofische overpeinzingen, waarmee men niets opschiet. Vandaar die enigszins superieure toon van de Amerikaan in de culturele wereld (men leze daarvoor Time Magazine) ten opzichte van Europese culturele prestaties, die o zo ingewikkeld zijn, waarbij hij het bijna als een zonde ziet, dat men in Europa de wereld en de raadselen van deze wereld als gecompliceerd ervaart.
Is het dan niet voor de hand liggend, dat iemand als Simone de Beauvoir verbluft werd door Amerika? Haar ervaringen vullen die van Gorer aan, maar waar Gorer de gevoelens, gedachten en het leven weergaf van de gemiddelde Amerikaan, die immers de toon aangseft, daar heeft Simone de Beauvoir vanzelf uitgekeken naar de uitzondering, de intellectueel, die stamt uit het Amerikaanse leven, er in gevangen is, er mee besmet is, maar die vaag toch voelt, dat er voor hem iets verkeerd mee moet zijn.
Laat ik eerst vaststellen, dat Simone de Beauvoir, precies zoals ik, en vrijwel iedereen, die voor enige tijd in Amerika is geweest, ondanks alles van het land is gaan houden, dat wil zeggen, van heel veel in dit land, hoeveel bezwaren er ook zijn. Dit is verantwoordelijk voor de ambivalente houding, die alle intellectuelen tegenover Amerika wel moeten aannemen. Toen Simone de Beauvoir bij haar vertrek werd gevraagd of zij van het land hield, kon zij niets anders antwoorden dan ‘Oui et Non’. Zij die Amerika klakkeloos bewonderen,
| |
| |
brengen mij in oppositie, maar niet zodra Amerika fel wordt aangevallen, vaak door mensen, die zich zelf van het Europese cultuurleven niets aantrekken en daaraan in het geheel niet deelnemen, dan ben ik geneigd Amerika door dik en dun te verdedigen. Dat een zoveel scherpzinniger waarneemster als Simone de Beauvoir dezelfde reacties heeft, ligt voor de hand.
Zij is vrijwel geheel Amerika doorgeweest en haar beschrijvingen van de boeiende steden, het woeste, prachtige landschap, moeten iedereen er wel van overtuigen, dat Amerika een uniek avontuur is, een zo geweldig en groot land, dat de Amerikanen ondanks het gepoch over eigen superioriteit, van het karakter en de betekenis van die grootsheid zelf maar een gering besef hebben. Verder spreekt het van zelf, dat Simone de Beauvoir op haar dwaaltochten van allerlei opmerkte, dat de onderzoekingen van Gorer, waarvan zij toen nog geen kennis had genomen, geheel bevestigt. Men herinnert zich dat de Amerikanen opgewektheid tot een cultus maken, om zich zo het best te verkopen, succes te hebben en dus zichzelf gerust te stellen over hun plaats onder hun medemensen. Typerend hiervoor was het opschrift in een drugstore, die zij bezocht en waarop te lezen stond: ‘Not to grin is a sin’. En dan deze afkeer voor ideeën, voor het ingewikkelde leven, waarvan zij zo'n goed voorbeeld kreeg, toen zij met de hoofdredacteur van een grote krant sprak over een artikel. Van heel uit de hoogte, flauwtjes geamuseerd, sprak hij over het existentialisme, waarmee Frankrijk zich nu amuseerde. Natuurlijk wist hij van het existentialisme en de betekenis daarvan niets af, maar dat belette hem niet het te veroordelen. Kenmerkend was ook zijn opmerking: ‘In Frankrijk stelt u problemen, maar u lost ze niet op. Wij stellen ze niet, maar wij lossen ze op’. Aardig gezegd, maar getuigend van een wonderlijke, domme arrogantie.
Heel mooi als een voorbeeld van de commercieel geëxploiteerde persoonlijke verhouding van volslagen onbekenden tot elkaar is de verjaarswens, ‘Happy Birthday to you’, dat een jongen van het telegraafkantoor Western Union, gewoon als gelukstelegram of over de telefoon wil komen zingen. Ook een andere opmerking herinnert ons aan Gorer. Omdat aan de persoonlijkheid naar believen gekneed kan worden en omdat alle persoonlijkheidsproblemen door de deskundigen opgelost kunnen worden, rent iedereen naar de psychiater, wat helemaal niet betekent, dat de Amerikanen in het algemeen zoeken naar de discipline die hen in hun persoonlijk leven zal helpen zichzelf te vinden, maar alleen maar wil zeggen, dat de deskundige, de psychiater, hun problemen moet overnemen en voor hen oplossen - waar allicht niets van terecht kan komen.
En dan hun houding tegenover de dood. Op alle mogelijke manier wordt service gebracht, persoonlijke service. Alles wat nu eenmaal onvermijdelijk lelijk en tragisch is in het leven, wordt met een zacht suikerkorstje overdekt. Vandaar het gesol met doden, die netjes geverfd en opgepoetst door ‘morticians’, een laatste maal bezichtigd worden om daarna, zonder enige verdere belangstelling verbrand te worden of onder de aarde te worden gestopt. Over de dood wil men niet nadenken. Dit was het onderwerp van Evelyn Waughs bijtende satire,
| |
| |
The Loved One - waar achter zich zijn woede verschuilt over de lichtzinnige wijze, waarmee zo zelfs de dood beroofd wordt van zijn waardigheid en zijn tragiek.
Het ligt in de aard van de Amerikaan de natuur te verbeteren, de dingen te verfraaien, zoals ook de persoonlijkheid naar believen opgepoetst kan worden. Simone de Beauvoir heeft dit op haar reizen voortdurend ervaren. Bij haar bezoek aan de Niagara bijvoorbeeld of aan de Grand Canyon, waar de bezoekers door speciale ruiten kijken, waardoor het uitzicht geconditioneerd wordt, beroofd wordt van zijn wilde, prachtige glans, die voor de ogen van de bezoekers te pijnlijk zou kunnen zijn. En hun naieve smakeloosheid, zoals toen de Beauvoir een prachtige, oude kerk in New Mexico bezichtigde. Nauwelijks was zij binnen, toen zij opschrok door een plechtige, nasale stem, ergens boven haar hoofd, die luidkeels de hele geschiedenis van de kerk begon op te dreunen. Het was een gramofoon, die automatisch begon te draaien, zodra iemand de kerk binnenkwam. Zij vluchtte gauw weer naar buiten. De meeste Amerikanen hindert zoiets helemaal niet. En dan deze opmerking over de jonge Amerikanen, die van hun prille jeugd af naar volwassenheid worden geduwd en daardoor dus imitaties zijn van de volwassenen om hen heen. Simone de Beauvoir vraagt zich af of de Amerikanen niet tot zulk een gevorderde leeftijd jong blijven omdat zij eigenlijk nooit jong zijn geweest...
Maar het meest heeft Simone de Beauvoir zich toch bezig gehouden met de intellectuelen, de schrijvers. Wat haar hierbij het sterkst is opgevallen, treft iedere Europeaan, de mate namelijk waarin de schrijvers een geïsoleerd leven leiden. Er is zeker in Frankrijk maar ook in Noord- en Zuid-Nederland en tot op zekere hoogte in Engeland een levendig contact tussen schrijvers door het gehele land. Men kan zich afzijdig houden als men wil, maar dan is het toch altijd mogelijk het gesprek in de centra op een afstand te volgen. De schrijver die gestimuleerd wil worden, van gedachten wil wisselen met collega's, zal dit altijd kunnen doen. In Amerika is dat geheel anders en dit is een natuurlijk gevolg van de afstanden, die de een van de ander scheiden. Gemeten naar culturele verhoudingen zou Chicago Den Haag zijn als New York Amsterdam is, maar de Amerikaanse schrijver in Chicago zal misschien hoogstens een keer per jaar en vaak minder naar New York kunnen gaan, omdat de afstanden te groot zijn. Hetzelfde geldt, hoewel dit minder ernstig is, voor de schrijvers, die in New York wonen. Een stamcafé of een club bestaat er niet en om elkaar op te zoeken moet soms een lange reis per subway gemaakt worden, waar vaak niets van komt. Bovendien zijn de schrijvers, die zich geheel aan de literatuur wijden, dikwijls heel arm. Best sellers worden door een minderheid geschreven, en meestal niet door de beste auteurs. De rest heeft het financieel moeilijk, zij het dan ook niet veel moeilijker dan de continentale schrijver. Want wanneer een schrijver met een debuut op een of andere manier de aandacht heeft getrokken, zal zijn uitgever hem in de meeste gevallen een zo groot voorschot kunnen geven op een volgend werk, dat hij daarvan, uiterst bescheiden, een of twee
| |
| |
jaar kan leven. Maar dan is uiteraard de verleiding groot om met het volgende boek het succes te forceren - zich te herhalen - het gevolg hiervan is, ook Simone de Beauvoir heeft dit opgemerkt, dat het eerste elan spoedig verdwijnt, de belofte van het goede debuut niet wordt ingelost. En dit is dan vaak toch het gevolg van het gebrek aan een litteraire cultuur, aan morele steun, waaraan de schrijver immers niet minder behoefte heeft dan, laten we zeggen, de zakenman, die met een onzekere financiële basis, maar met veel enthousiasme, op eigen benen is gaan staan. En waarom er geen homogene litteraire cultuur is, zal zeker duidelijk zijn na alles wat Gorer over het Amerikaanse karakter heeft waargenomen.
Uit de conclusies waartoe Simone de Beauvoir komt naar aanleiding van haar gesprekken met schrijvers, blijkt intussen ook duidelijk, dat de Franse intellectuelen wat betreft de ontwikkeling van de Amerikaanse literatuur achter zijn. Gedeeltelijk tengevolge van haar gebrekkige kennis van de Engelse taal heeft zij niet goed begrepen in welke richting de serieuze literatuur zich beweegt. Voor de gemiddelde Fransman, die wat de Amerikaanse letterkunde betreft, sociologisch is ingesteld, zijn de voornaamste vertegenwoordigers schrijvers zoals Hemingway, Richard Wright, en mindere góden zoals James Cain, Dashiel Hammett, etc. - vertegenwoordigers van een hard, vrijwel mechanisch geworden realisme, waarvan de nieuwe Amerikaanse literatuur zich heeft afgekeerd. In Sartre's roman, L'Age de Raison en in het bijzonder Le Sursis kan men duidelijk de invloed nagaan van Steinbeck en Dos Passos. Het enige verschil is, dat Sartre's veel ingewikkelder gedachtenleven, zijn existentialistische dogma's tegen die achtergrond van het realisme worden ontwikkeld. Men zou dus kunnen zeggen, dat de Franse schrijvers dit realisme gebruiken, er steun bij vinden, terwijl de jonge Amerikaanse schrijvers, die de invloed er van al zo lang hebben ondergaan, zich eerder aangetrokken voelen tot een gecompliceerde zeggingswijze, psychologische analyse, metaphysische problemen, waarvoor zij teruggrijpen naar oude schrijvers uit de glorietijd van New England, zoals Melville, Hawthorne en Henry James.
Wel kan men met Simone de Beauvoir beamen, dat deze jonge literatoren hard op weg zijn een soort mandarijnencultuur te ontwikkelen, die met het gewone leven weinig contact meer heeft, hoewel men die behoefte toch ook als een reactie moet zien op het maatschappelijk georiënteerde realisme. Ook kan men het met haar betreuren, dat de jonge schrijvers, die dikwijls in de universiteiten zijn geconcentreerd, zich geheel afzijdig houden van het politieke leven, sinds het Marxisme, dat in de jaren na '30 bijdroeg tot de vorming van de sociaal gerichte proletarische roman, in de literatuur radicaal is verworpen. Het gebrek aan aandacht voor de politiek, in zekere zin dus voor de richting waarin de wereld zich beweegt, heeft Simone de Beauvoir trouwens met stijgende verbazing overal in het Amerikaanse culturele leven waargenomen. Dit is vooral moeilijk te begrijpen voor deze Franse schrijfster, wier program vraagt om een litérature engagée. De Fransman, ook de intellectueel, heeft zich overigens altijd
| |
| |
hartstochtelijk met de politiek bemoeid. Een figuur als Malraux, die van het communisme de ommezwaai heeft gemaakt naar het Gaullisme - hij is de voornaamste assistent van de Franse generaal - is in Amerika volslagen ondenkbaar. Het dichtst wordt hij benaderd door een man als Hemingway, hoewel ik bij hem altijd de indruk heb gehad dat zijn politieke bemoeiingen tot doel hadden litteraire munt te slaan uit de politieke en militaire strijd. Maar deze afzijdigheid van de politieke arena, waarover de Beauvoir zich zo verbaasde, moet men toch ook weer zien tegen de achtergrond van het Amerikaanse karakter, als door Gorer geschilderd, en waarbij bleek, dat de gemiddelde Amerikaan de politiek ziet als iets minderwaardigs, waarmee de zakenman zich niet bezighoudt, tenzij om gunsten te verkrijgen en waarvan de intellectueel zich afzijdig houdt omdat het politieke spel voor hem van een te laag allooi is. Maar het spreekt van zelf, dat zij daardoor ook verantwoordelijkheid ontvluchten en zich uit het publieke domein terugtrekken, waardoor zij onmogelijk kunnen weten wat er onder het volk leeft. Voorzover mij bekend waren de meeste Amerikaanse intellectuelen voor Truman, maar ook zij zijn er ingelopen en hebben op even onverantwoordelijke manier als de grote kranten, de grote journalisten, aangenomen, dat het volk Dewey zou kiezen. Wanneer de vertegenwoordigers van het culturele leven zich onvoldoende rekenschap er van geven, dat zij midden in het volk moeten staan, raken zij ‘out of touch’ - en dit is een groot deel van het Amerikaanse intellect zeker - waarbij men niet mag vergeten, dat de houding van de gemiddelde Amerikaan, niet alleen de schrijvers, er een van afzijdigheid is, terwijl men daarbij een belangrijk feit moet vermelden, dat de werkelijk serieuze Amerikaanse schrijver steeds teleurgesteld wordt door gebrek aan belangstelling of steun in een brede kring van lezers, tenzij zij de aandacht trekkend amusement
produceren.
Tot welke conclusie moet men tenslotte komen? Dat is moeilijk te zeggen. Hier is aan de ene kant dit grote, stimulerende land, rijk, edelmoedig in vele opzichten, opwekkend in cultureel opzicht in vele van zijn grote steden, maar vooral in New York, teleurstellend tegelijk, tengevolge van het slordig gebruik dat gemaakt wordt van de onbegrensde mogelijkheden. Hoe komt dit dan toch? Simone de Beauvoir geeft daarop het antwoord dat verwacht kan worden. Noch de opvoeding van de Amerikaan, noch het milieu waarin hij zich ontwikkelt, zijn ingesteld op de verkenning en ontwikkeling van zijn innerlijk leven. Alles zoekt de Amerikaan buiten zichzelf, zoals ook Gorer heeft opgemerkt. Dit is aan de ene kant een veruiterlijking en oppervlakkig maken van het leven, waaraan het weer te wijten is, dat de Amerikaan altijd bevreesd is zich te zullen vervelen en er tegelijk verwoed naar streeft dat te voorkomen. Verveelt de Amerikaan zich, voelt hij zich onbevredigd, dan zal hij niet de eenzaamheid zoeken om tot een accoord te komen met zichzelf, zichzelf te verdiepen, hij zal integendeel de eenzaamheid schuwen als een gevaarlijke zonde, in een opgevoerde activiteit zal hij zijn onbehaaglijkheid van zich af zien te schudden. De bron van alle waarden, van de waarheid in het algemeen, is volgens hun mening niet
| |
| |
in hun zelf aanwezig, maar in de dingen rondom hem. Over hun eigen bestaan, hun eigen aanwezigheid in de wereld zullen zij liever niet nadenken - dat is gevaarlijk, maar door dit te schuwen wordt hun behoefte alle vragen te verstikken des te groter, hun behoefte aan afleiding buiten zichzelf groeit buiten alle proporties. En naarmate de techniek zich ontwikkelt, wordt dit steeds gemakkelijker: de radio, de film, de auto en nu het nieuwste: de televisie, bewijzen het. Dit is het geestelijk leven van de gemiddelde Amerikaan, zolang hij er zich bij neerlegt geleefd te worden.
Gelukkig zijn er tegenkrachten. Er zijn overal in het land groepen, die zich tegen deze vervlakking blijven verzetten. Onder de hoogleraren en de studenten zijn er ook steeds weer enkelingen, die iets anders van het leven verwachten. De Amerikaanse maatschappij zal in de toekomst nog vele schokken ondergaan en misschien zullen die hevig genoeg zijn om de mensen terug te werpen op het ernstig onderzoek van het enig belangrijke, naast materiaal welzijn: de mens, zijn innerlijk leven en zijn plaats als een denkend zelfbewust wezen in de wereld.
Adriaan VAN DER VEEN
|
|