De Vlaamse Gids. Jaargang 33(1949)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Meetjesland Aan kapelmeester van St. Baafs Jozef de Maeght. Geen haan waakt meer op dien vernielden toren Of blinkt bij zon of maan, in 't land van 't zand: Doch gij die bleeft, gelieft mijn stem te hooren In dankgezang voor 't oude Meetjesland. Het zijn trekvogels, zij die naar mij aarden; Toch leidt de lucht naar huis, onzichbre band, Want, warmen wij ons soms aan vreemde haarden, Onze oude stam staat sterk in 't Meetjesland. Het zand van 't houtland, in de noeste handen Van onze voorouders, werd korrels goud; De zandstreek, de armste eens van de lage landen Een akker thans met zweet en bloed bebouwd. De zonne zingt er, donkere elzenkanten Zijn schaduwboorden voor het korengoud. Mystiek en liefde zijn er bloedverwanten. Het hart is warm, de harde koppen koud. Geheim zijn er de bedden, voor de spelen Der liefde, voor de rust en voor den dood. Daar werd ik diepst gewond, zal ik daar helen Zal ik daar nutten 't gaafste en laatste brood? Geen bergen daar, geen meren of valleien Als die waar ik heb vruchtloos rust gezocht: Of hing die soms onder uw boomenreien Statieke pelgrims, in versteende tocht? Daar rusten vrienden en daar streefden de ouders, Daar werd het kind een man, en schudde 't juk Van eens geliefden waan van jonge schouders En vocht den strijd alleen, op goed geluk. Het is die grond, onder die wisselluchten Met zon en wolkenspel, dat immer keert, Die mij verleerde 't klagen en het zuchten, Daar groeide 't riet dat mij heeft 't lied geleerd. [pagina 268] [p. 268] Met heiige en hoer heb ik soms aangezeten En in mijn hand lag meenge schoone hand; Veler gelaat en naam heb ik vergeten. Doch de uwe niet, uit 't oude Meetjesland. Ik heb zooveel verbeurd, verlaan, verloren De liefde voor mijn streek verliet mij nooit, En zaaide ik ook op steenen eenig koren, Vergeeft het mij, 't beste werd niet vergooid. Vóór de eindreis, zoo ik niet te ver moet dwalen, Of met u ondergaan in wereldbrand, Gun mij een blad in 't boek van de verhalen Van de getrouwen aan hun Meetjesland. Firmin VAN HECKE Vorige Volgende