Het Willems-fonds heden en morgen
Rede uitgesproken tijdens de Algemene Vergadering te Gent op Zon dag 26-9-1948
ONLANGS verklaarde mij iemand, tijdens een gesprek dat grotendeels over Vlaamse aangelegenheden liep, ongeveer letterlijk het volgende:
Het Willems-Fonds heeft prachtig werk verricht in het verleden. Thans zijn de taaltoestanden in ons land echter zo geworden, dat zijn werking stilaan overbodig wordt. Trouwens, het Willems-Fonds wordt oud. De jeugd interesseert zich meer voor de voetbalvelden en de wielersport, zodat het binnen afzienbare tijd, net als andere fondsen, zal behoren tot de schone voorbije dingen uit de heldhaftige periode van de Vlaamse Strijd-romantiek.
Deze woorden hebben mij zeer getroffen, omdat zij toch in volle oprechtheid werden uitgesproken door iemand die niet de eerste de beste is, én... een vriend van het Willems-Fonds. En ik moet er al dadelijk bijvoegen, dat zij de weerspiegeling zijn van een opvatting, die naar het mij voorkomt in de laatste tijd bij velen ingang heeft gevonden en berust op een dubbele vergissing.
1o Zij zijn de weergave van een eenzijdig en zelfs verkeerd begrip over het wezen, de betekenis en de werking van het W.F.; en 2o gaan zij uit van de mening dat de Vlaamse beweging haar uiteindelijk doel heeft bereikt, en dat, indien er nog hier en daar wantoestanden bestaan, deze mettertijd wel vanzelf zullen verdwijnen.
Wanneer ik even mijn gedachten laat gaan over de ervaringen, die ik in de jaren na de bevrijding heb opgedaan en de huidige stand van de Vlaamse beweging onderzoek, dan kan ik mij niet inbeelden dat er iemand onder ons is, die zou kunnen denken dat ons volk nu rijp en wijs genoeg is geworden om op eigen benen te lopen, zodat wij nu op onze lauweren mogen gaan rusten.
Ik vraag mij af hoe het mogelijk is dat iemand zich zo weinig rekenschap geeft van de vele moeilijkheden die wij nog te overwinnen hebben en van de gevaarlijke klippen die onze opgang nog steeds in de weg staan.
Juist daarom is het goed, dat wij van tijd tot tijd eens een soort van bilan opmaken en de stand van zaken nauwkeurig onderzoeken.
U weet wat ons doel is. Het staat klaar en duidelijk uitgedrukt in artikel I van onze algemene grondslagen: aanmoediging van de studie en het gebruik der Nederlandse taal; behartiging van alles dat kan bijdragen tot de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling van het volk, ten einde op die wijze de algemene nationale volksgeest in België te versterken.
Het is nu bijna honderd jaar dat het W.F. zich met onverzwakt idealisme en onverpoosde toewijding aan deze heerlijke taak heeft gewijd. Het was zoals de eerste pioniers het schreven in één van onze eerste jaarverslagen, in dat van 1857 nl., een vreedzaam propagandawerk - wij zouden thans beter zeggen opvoedingswerk - buiten het terrein der staatspartijen en vreemd aan hun