De Vlaamse Gids. Jaargang 32(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 665] [p. 665] De sonnetten van de terugkeer I Geliefde, Gij lijkt van steen, gevoelloos als een beeld dat aan een krachtige kunstenaarshand ontkomen, zijn roerloos leven aan een roepende stilte deelt en als de wind een geheim verzingt aan de bomen. Gij lijkt van steen want Uw vlees is nog niet geboren, gij kent de plotse pijnen niet van het eenzaam bloed, van de rozen kent Gij de geur en niet de doornen die nooit de zachtheid van Uw handen hebben ontmoet. Gij zijt van steen als een gebeeldhouwd kerkportaal: aan de ellende van 's levens lang en oud verhaal willen oude monniken biddend ontvluchten. Gij zijt van steen, wanhopig ben ik aan U gegroeid: 'n wilde wijngaardstruik die aan Uw gevoelloosheid bloeit met zware trossen doorzichtig groene vruchten. II Ontstellend genot Uw naaktheid te bewonderen, Gij schijnt niet meer te leven al ademt Gij zo zacht Is dit een eind'loos hernieuwen? O afzonderen van man en vrouw tesamen in 'n hopeloze nacht. Ontstellend genot dat door niemand onderbroken, noch door schaamteloze woorden en veel gebaren. Ik voel de duivel spelen met mijn koude knoken en verberg mijn angstig aangezicht in Uw haren. Ontstellend genot van herboren bloemennaaktheid: sluwe stilte voor de storm, donkerte voor klaarheid, in Uw open ogen der spelonken duisternis. Wanneer aan 't verre raam de nachtdemonen zingen, zal 'k met mijn armen en mijn doodsangst U omringen en wordt Gij waterlelie, ik word 't omvattend lis. [pagina 666] [p. 666] III O, mild wonder van het steeds ontglippende bezit; vrouwe, Gij zijt van mij in deze stille stonde. Uw handen spreken, Uw wangen zijn toch zo verhit dat Gij ontsnapt, ontgroeid zijt aan verdriet en wonde. Een eeuw'ge bloem gelijk, tussen vervallen muren, een legende geschilderd op het doorzichtig glas: Uw schoonheid overleeft de warme zomeruren die moedeloos vallen in de koelte van het gras. Ontglip mij niet na deze stonde, ontglip mij niet. Het geheimzinnige leven schenkt genoeg verdriet: een vlugge streling, een spotlach en ook veel verraad. Maar zij een bloem gelijk, tussen vervallen muren, en sterft aan mij maar blijft toch aan mijn harte duren: schoner dan een stroom die zich door 'n ruwe rotswand slaat. Remy O. VAN DE KERCKHOVE Vorige Volgende