- Heel juist, en wat vertelt ons het derde deel: Wijkverpleegster?
- Dat Suze en haar vriendin Kit te New York een spookhuis betrekken en dat het ‘spook’ Marianne heet...
- Dat vernemen we maar als we al een hoop bladzijden hebben gelezen, onderbrak bakvisje nr. 3.
- En dat Marianna het ontspookte huis netjes in orde houdt en dat dr. Barry nogmaals bij Suze aandringt, en dat Suze uit liefde voor haar beroep zijn liefde niet wil beantwoorden en zelfs de verloving verbreekt; maar Marianne, dat spook, stuurt een telegram naar dr. Barry over Suze's gezondheidstoestand; en Barry denkt dat ze op sterven ligt en komt per vliegtuig aangesneld om te constateren dat Suze slechts verkouden... en nog altijd verliefd op hem is.
- Mooi, zei bakvisje nr. 4.
- Om je krom te lachen, dacht ik.
- En in het vierde deel heeft dadelijk het verlovingsfeest plaats...
- Nu loopt het snel naar zijn einde, oordeelde bakvis nr. 5.
- O, zo'n vaart neemt het niet, meende bakvisje nr. 3; want Suze verliest haar verlovingsring en dr. Barry's vader sterft en zo moeten Will en Suze alleszins nog een tijdje wachten.
- En daarmee kan het vierde deel worden gerekt, grinnikte ik; maar waarmee?
- Wel, antwoordde bakvisje nr. 5, met een typhusepidemie, met het aftakelen en daarna met het in eer herstellen van dr. Barry als vermeende ‘bacillendrager’, met een storm waarin Suze en Will zich onderscheiden, en tenslotte met de dokter aan het hoofd van een ziekenhuis en met Suze als leidster van een verpleegsterschool.
- Nu is het hoogste geluk bereikt, zuchtte zalig bakvisje nr. 2.
En 't is uit, besloot nr. 1, in wier ogen ik kon lezen dat ze ook zo'n verpleegster zou willen worden.
En bakvis nr. 2 zei het luidop, om uiting te geven aan de zalige opgewondenheid, waarin Helen Dore Boylston's verhalen haar hadden gebracht.
Maar nr. 5 bleef sceptisch.
- Wel, vervolgde ik, misschien verkies je de boeken van Freddy Stroh. Als je geen verpleegster wilt worden, hou je misschien meer van ‘Twaalf Ambachten, één Geluk’.
- Ja, wat gebeurt er zoal niet met Marjan Dumont, die zo graag toneelspeelster zou zijn, niet mag van haar Oom Frederic en dan maar het leven als een lang toneelstuk beschouwt en acteert; en in elk ‘bedrijf’ speelt ze een ander rolletje.
- Ze verandert van beroep zoals van humeur, zei bakvis nr. 2 smalend.
- Interessant, weerlegde nr. 5. Kijk es, hoe grondig ze de samenleving leert kennen. Privésecretaresse van een deurwaarder, journaliste, huishoudster bij tante Juul,-‘glimwormpje’....
- Wat is dat? vroeg bakvis nr. 3.