De Vlaamse Gids. Jaargang 32(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 345] [p. 345] Elegie Misschien was 't beter dat schone herinneringen Niet schoner waren dan de schone dingen Die ons de dood van 't leven tonen Want in het leven dat wij niet bewonen Mag alles schoner zijn dan vroom Zoals het einde van een bange droom In 't leven dat wijzelf bedingen Blijft alles hangen aan herinneringen Meer dan aan d'ongebondenheden Van 't kort verleden Maar in haar eindloos later leven Wordt iedere herinnering weer neergeschreven Toen ik de dodenkamer binnentrad Zag ik aan gène zijde der vertwijfeling Eén enkel lichtpunt dat de weifeling Aan dèze zijde van de hoop bezat Toen ik de dodenkamer buitentrad Scheen alles weer zo hopeloos verloren Dat ik mijn wanhoop in geen hoop kon smoren En alle hoop weer in mijn wanhoop lag Haar naam staat al maar door geschreven Zo binnenin de ruimte van dit leven Dat ik hem niet meer achterhalen kan Omdat ik hem nimmer heb uitgesproken In een gesproken leegte die gebroken [pagina 346] [p. 346] Zich niet meer voegen liet van vrouw tot man Welke God heeft zich zo gewroken Binnen de muren die mijn tijd bepalen Dat ik haar naam alweer zal achterhalen Wij zijn niet altijd moe van dragen Al dragen wij voortdurend onze dagen Van tam verdriet op onze lamme leden Wij leven weinig nog met profane gebeden En bidden enkel om het geestelijk bestaan Van 't geestelijk wezen waarmee wij zijn begaan Tot in de dood Ik draag steeds wat haar leven bood Aan zware drachten Langs donkere dagen en langs heldere nachten En word nog lang niet moe... Gaston BURSSENS Vorige Volgende