Si vis pacem, para bellum
STAATSLIEDEN en dergelijke bereiden ernstig den oorlog voor en vermits wij ze volgens Raymond Herreman en Maurits Roelants toch niet mogen onderschatten, bestaat het gevaar dat zij slagen. Met het oog hierop komt het wenseljk voor eenige practische maatregelen aan te bevelen waarvoor zij het veel te druk hebben en die ten nutte zullen komen aan den kleinen man, die in den oorlog geen andere taak heeft dan er door of er in om te komen.
Ik zal ze maar ernstig voorbrengen, anders vraagt men weer of het geen grap is.
Zou men tijdens het geneeskundig onderzoek in de scholen, het leger, de fabrieken, de mutualiteiten en van Rode Kruis-wege niet dadelijk stelselmatig beginnen met ieders bloedgroep vast te stellen in plaats van daarmee te wachten tot de menschen onder de puinen liggen? De bloedgroep verandert niet, hij blijft dus dezelfde tot den volgenden oorlog. Het is ook bij civiele ongelukken nuttig hem te kennen. Hij moet niet geheim blijven en kan dus op identiteitskaarten worden vermeld.
Zou men alstublieft niet dadelijk in rijp overleg een zeer uitgebreide regeling willen vastleggen die vanaf den eersten oorlogsdag geheel de nationale productie zonder schok of heksenwerk op rationeelen krijgsvoet brengt om het dàn wichtige te verzekeren: voeding en oorlogsmateriaal.
De slachting zal natuurlijk weer totaal zijn. Vermits degenen die geslacht worden altijd een uniform hebben moeten dragen, schijnt toch het eerste dat van nu af moet voorzien worden wel te zijn, de beperking, facultatief in vredesen verplichtend in oorlogstijd, van de weverij tot eenige stoffen en kleuren, en van de confectie tot een battle-dress voor soldaten en een war-dress, onbrandbaar en impermeabel, voor iedereen zonder uitzondering. Een uniform voor meisjes en jongens tot zestien, een voor mannen en vrouwen tot vijftig jaar, de weerbaren, en een voor ouderen.
Worden deze uniformen reeds in vredfestijd mode, uit snobisme of omdat ze goedkoop en practisch zijn, des te beter. In elk geval zullen zij in oorlogstijd de industrie enorm ontlasten en de organisaties voor vluchtelingen, hulp bij bombardementen enzoovoort vergemakkelijken.
De eventualiteiten waarvoor de geallieerde soldaten van alle wapens zoo goed waren toegerust, doen zich bij den bombardabelen burger tegenwoordig even veelvuldig voor. Ten eerste en onmiddellijk aan te bevelen is dus de civiele ransel, die van nu af het toerisme moet bevorderen en waarmee wij dan vertrouwd en eerst ten volle op ons gemak zullen zijn zoodra ons huis zal zijn ingestort en wij er wel te verstaan niet onder liggen. Hij weze ook FIV-VIO-facultatief in vredestijd, verplichtend in oorlogstijd.
Onmiddellijk gewenscht is een voor geheel de industrie FIV-VIO-oorlogsstandaardtype van letterlijk alle productie-artikelen, dat uiteraard en vanzelf goedkooper zal zijn, hetgeen in V- en O-tijden te pas komt. De productie ervan