De Vlaamse Gids. Jaargang 32
(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 321]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Britse militaire-regeringspers in bezet DuitslandI. Verband en atmosfeerSINDS de militaire agonie van het Derde Rijk, door de onvoorwaardelijke kapitulatie van de nazi-legers op 8 Mei 1945, een voldongen feit werd, is de door de Geallieerden gevolgde bezettingspolitiek - cum annexis - het voorwerp geweest van heel wat diskussie, kritiek en polemiek. Noch met de pro's, noch met de contra's, heeft dit onderzoek per se iets gemeens: er zal alleen worden nagegaan - op het gebied van het perswezen, - wat is, niet wat zou kunnen of moeten zijn, en dat van een sociologisch standpunt uit. Dit overzicht beperkt zich tot de Britse zone, een geographische afbakening die haar oorsprong vindt, en tevens haar rechtvaardiging, in het zelfstandig beheer van ieder der zones, waarin het Duitse gebied, door de bezettende macht werd verdeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pers- en bezettingspolitiek.De bezetting, op lange termijn, van het veroverde grondgebied is een recent verschijnsel in de geschiedenisGa naar eind(1). In vroegere tijd nam(en) de overwinnaar(s) bezit van het vijandelijke territorium, of dat gedeelte er van dat geannexeerd werd, en trok zijn legermacht terug uit die gebieden, waarvoor hij geen territoriale ambities koesterde. Bezetting werd echter een noodzakelijke sanktie van het ogenblik af, dat herstelbetalingen werden geëist; ook strategische redenen zijn een motief, zoals o.m. de bezetting van het Rijnland na 1918. Thans hebben de Geallieerden, met betrekking tot Duitsland, geheel het vijandelijk gebied bezet. Naast strategische beweegredenen en problemen in verband met de herstelbetalingen, is men het er algemeen over eens, dat bewuste bezetting nodig is om de heropvoeding van het Duitse volk mogelijk te maken. Door vertegenwoordigers van de betrokken mogendheden werd dat trouwens reeds expressis verbis bevestigd. In bewust proces speelt de bezettingspers een eerste-rangsrol. Zonder het daarom onvoorwaardelijk eens te zijn met die auteurs, die van oordeel zijn, dat van alle middelen tot het bekendmaken en tot het verwerven van invloed, de pers het meest en met het gunstigste resultaat wordt gebruikt, toch menen we, dat het overbodig is de aandacht te vestigen op de uiterst belangrijke plaats, die het dagblad in de moderne maatschappij inneemt. Velen hebben dat trouwens reeds gedaan, hetzij met statische cijfers, hetzij in elegische ontboezemingenGa naar eind(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat betekent immers de openbaarheid van parlementaire vergaderingen, rechtszittingen, politieke manifestaties en dergelijke? Niet de publieke tribunes met hun enkele honderdtallen plaatsen, doch de perstribunes zijn het, die de feitelijke openbaarheid betekenen. Het verbindingsmiddel bij uitstek is hier de pers: ze geeft aan de leden van de samenleving een geestelijk beeld van het milieu waarin ze verkeren en waaraan ze zich moeten aanpassen, ze weerspiegelt de werkelijkheid ten opzichte van de leden van de groep. De voorstellingen die de leden bezitten van de organisatie van hun groep, en van de maatregelen ter handhaving van die organisatie, berusten voor het grootste gedeelte niet op persoonlijke waarneming.
Brengen we dat in verband met ons onderwerp: de Duitsers uit de Britse zone (evenmin als in de andere zones) mogen de zittingen van de Geallieerde Kontrôle Kommissie, noch de bijeenkomsten van de provinciale of lokale afdelingen van de Militaire Regering bijwonen. Zij kunnen slechts in beperkt aantal de vergaderingen der Duitse provinciale of gemeentelijke besturen, en van de politieke partijen bijwonen. Hun waarnemingen zijn beperkt tot de eigen, onmiddellijke omgeving. Hoe komen die mensen in het geestelijk bezit van bewuste voorstellingen, hoe weten zij van het bestaan van die voorstellingen bij anderen af en van hun eventuele reakties? Het antwoordt luidt: door de publiciteits-organen. Onder deze verschillende organen zal alleen de pers beschouwd worden, en wel deze, die uitgegeven werd door de Militaire Regering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie en ontwikkeling.Wet Nr. 191 van de Geallieerde Militaire Regering voor bezet Duitsland schorst pers, radio en openbare vermakelijkheden, en verbiedt de aktiviteiten van het Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda. Bewuste diensten worden waargenomen door de verschillende afdelingen van de Information Control Unit. Deze haar bevoegdheid strekt zich uit over de volgende media: pers (dagbladen, periodieken), affiches, cirkulaires, nieuwsagentschappen, publikaties (boeken), radiouitzendingen, toneel- en muzikale voorstellingen.
De kontrôle der Duitse publiciteitsdiensten en -organen loopt over drie stadia: Primo: Schorsing en verbod, zoals gedekreteerd door de wet Nr. 191 van de Militaire Regering. Secundo: Gebruik der publiciteitsdiensten en -organen van de Militaire Regering; oprichting en ontwikkeling was afhankelijk van de militaire vereisten en mogelijkheden. Tertio: Door middel van licenties, toegekend door de Militaire Regering kunnen Duitsers publiciteitsdiensten en -organen oprichten en leiden, onder geallieerd toezicht; het toekennen van deze licenties verschilt van streek tot streek en van medium tot medium. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien we bewuste indeling toepassen op de pers, dan kunnen we ook hier drie stadia onderscheiden: Primo: De wet Nr. 191 van de Militaire Regering verbiedt de Duitse pers. Secundo: Deze wordt vervangen door de militaire regeringspers. Tertio: Van een datum af, te bepalen door het Hoofdkwartier van de 21e Legergroep, kunnen Duitsers de toelating verkrijgen om onder geallieerd toezicht, een krant uit te geven - de gelicenseerde Duitse pers. De procedure van de toekenning der licenties loopt over drie periodes: Ten eerste: De voorwaardelijke licentie, d.i. de proeftijd, die pre-publikatie censuur in zich sluit. Ten tweede: De gestandardiseerde licentie, die een onderzoek van het dagblad veronderstelt na zijn publikatie en dus eveneens sankties tegen eventuele overtredingen van de instrukties, ondertekend bij het plechtig overhandigen der licentie. Ten derde: De vrije pers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Censuur.In verband met de organisatie en de ontwikkeling van de militaire-regeringspers, dient hier een woord gezegd over de rol van de censuur. Zoals hoger reeds aangestipt, moet de censuur van de Militaire Regering in twee genres onderscheiden, naargelang het tijdstip waarop ze ingrijpt, nl. in censuur vóór of na de publikatie van de krant. Al wijst de loop van de geschiedenis, vooral sinds de uitvinding van de boekdrukkunst, het bestaan van verschillende censuur-systemen uit, er kan hier op het probleem niet nader worden ingegaan. Alleen moge hier worden vastgesteld, volgens welke maatstaven de Militaire Regering haar censuur uitoefent. Dat is het kernprobleem van iedere censuur. En vermits de normen, waarvolgens de censuur iets al of niet voor publikatie geschikt acht ten nauwste verbonden zijn met de bedoelingen van de groep die de censuur toepast, werpen ze een licht op deze laatste. In een mededeling van de Militaire Regering, handelend over de ‘Konzessionierung Von Druckschriften und darstellerischen Vorführungen’, en bestemd voor de Britse zone, wordt er voor gewaarschuwd, dat men zich aan een aanklacht voor het gerecht van de Militaire Regering blootstelt, indien er op een vijandige of minachtende manier wordt gehandeld over de geallieerde strijdkrachten of een lid van de Verenigde Naties. Duidelijker afbakenend zijn ter zake de ‘Anweisungen für die Zeitungszulassung’, die iedere houder van een vergunning voor uitgave van een dagblad, moet volgen. Wat, volgens die richtlijnen, de Duitsers verboden wordt te publiceren, kan onder de twee volgende punten gebracht worden: Ten eerste: wat op een of andere manier a - neigt tot verheerlijking of ondersteuning van de leer van het nationaal-socialisme, het militarisme en de politiek van het diskrimineren tegen rassen of religies; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b - bedoelt de idee van de rechtsstaat en van het volkenrecht te ondermijnen; c - wellicht onlusten onder de Duitse bevolking zou kunnen verwekken. Ten tweede: afkeurende kritiek a - op de hoofdrichtlijnen, door de Geallieerden in het Potsdamse verdrag vastgelegd; b - op de Militaire Regering en haar politiek in 't algemeen, of op de bezettingsmachten; c - van aard om onenigheid tussen de geallieerde machten of hun bezettingstroepen teweeg te brengen. Deze enkele beschouwingen over de censuur van de Militaire Regering, zouden haar bedoelingen niet volledig tot hun recht laten komen, indien hier niet tevens de plaats vermeld werd, die ze toekent aan de kritiek. Boosaardige en georganiseerde kritiek wordt niet geduld. Wel is volgens de hoger geciteerde richtlijnen toegelaten, maatregelen van de Militaire Regering, en maatregelen door Duitse instanties, overeenkomstig de instrukties van de Militaire Regering getroffen, rechtvaardig en kritisch te bespreken. De censuur slaat dus zowel op de feitelijke nieuwsberichten als op de kommentaren of andere bijdragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Vormelijke kenmerken.Zoals reeds vermeld, zullen we ons uitsluitend onledig houden met de door de Militaire Regering gepubliceerde pers. En wel om de eenvoudige reden, dat bewuste pers een volledig afgesloten stadium vormt in het nieuwe Duitse dagbladwezen - de militaire-regeringspers werd nl. in de loop van de tweede helft van 1946 vervangen door de gelicenseerde Duitse pers - aldus een geheel vormend dat te beschouwen en te ontleden valt. Het is ons niet mogelijk geweest van de betrokken diensten volledige gegevens te krijgen, betreffende een lijst van alle militaire-regeringskranten, met hun eerste en laatste verschijningsdatum, distributiegebied, oplage en de gelicenseerde dagbladen die hen vervingen. In de hier volgende lijst zijn al die militaire-regeringskranten opgesomd, die we, als BAOR-soldaat hebben kunnen ontdekken. Al vermoeden we wel dat bewuste lijst volledig is, toch zouden we, om de hoger aangestipte reden, dat niet zonder meer wensen te bevestigen. A - Het eerste blad van de Militaire Regering ‘Mitteilungen der 21. Armeegruppe’ werd door deze legergroep van Brussel uit gepubliceerd. Van einde Februari 1945 af, geschiedde de publikatie te Oelde (Westphalen), om weldra vervangen te worden door een reeks militaire-regeringskranten. Gegroepeerd vgs. de drie distrikten waarin de Britse zone verdeeld is en die respektievelijk door de drie vermelde legerkorpsen worden bestuurd, hebben wij: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Titel en ondertitelWat formaat en aard van de inhoud betreft, kunnen wij de militaire-regeringspers in twee kategorieën verdelen: Ten eerste: de eigenlijke, tweemaal in de week verschijnende krant, met een gemiddeld formaat van 42 cm. bij 58 cm., Ten tweede: een viermaal in de week verschijnend en uitsluitend aan nieuwsberichten besteed blad, op een formaat van 28 cm. bij 42 cm. De titel van de kranten weerspiegelt eveneens dat onderscheid: - de dagbladen, behorend tot de eerste groep, dragen als opschrift een naam, samengesteld uit een van een geographische eigennaam afgeleid adjektief (gewoonlijk de stad of de streek waar de krant verschijnt, bv. Kieler, Hamburger, Aachener, enz.), en een substantief, zoals bv. Post, Zeitung, Kurier, enz... Dus: Kieler Kurier, Lübecker Post, enz... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- de titel van de kranten uit de tweede groep, heeft gewoonlijk hetzelfde eerste lid, maar is steeds gevolgd door de term: Nachrichtenblatt. Dus: Kieler Nachrichtenblatt, enz... Iedere krant, zowel uit de eerste als uit de tweede groep, draagt de gemeenschappelijke ondertitel ‘herausgegeben von den britischen Militär-Behörden’. Al deze uiterlijke eigenaardigheden zijn niet toevallig of zonder belang. Een krant verraadt immers in de keus van haar naam, de vorm van haar ‘kop’, formaat, druk en schikking van de inhoud reeds een deel van haar geest en nagestreefde doeleinden. Door haar uiterlijk wil zij de aandacht op zich vestigen en de lezer voor zich winnen. Daardoor zijn veranderingen in en ontwikkelingen van het uitzicht van de krant, het gevolg en de uitdrukking van innerlijke veranderingen en ontwikkelingen in de krant en in de lezers. Vooral de titel kenmerkt de afzonderlijke krant naar buiten uit, en scheidt haar van haar zusterorganen af. Indien we de namen van de militaire-regeringspers ontleden, kunnen we haar volgende kenmerken toeschrijven: - Ten eerste: Substantieven als Kurier, Zeitung, Post, Presse, Echo, Telegraph, enz., vertolken de bedoeling van de militaire-regeringspers, zuivere informatie-organen te zijn. In verband daarmee, is het interessant bewuste namen te vergelijken met enkele typische nationaal-socialistische krantentitels. Het kwam er voor deze pers slechts op aan de ideeën van het nationaal-socialisme ‘in fanatischer Unduldsamkeit’ te verspreiden. Dat daardoor een uitgesproken ‘Kampf- und Agitationspresse’ ontstond, illustreren namen zoals ‘Der Stürmer’, ‘Der Flammenwerfer’, ‘Die Faust’, ‘Der Angriff’, ‘Hakenkreuzbanner’, ‘Führer’, enz... - Ten tweede: Van geographische plaatsnamen afgeleide adjektieven, zoals Kieler, Hamburger, Luneburger, enz. - die de sub. 1 vermelde substantieven voorafgaan - vestigen de aandacht op het heimatkarakter: deze regionale afscheiding wordt trouwens bevestigd door het feit dat iedere krant, onder de titel, haar distributiegebied aanduidt. - Ten derde: De Militaire Regering beschouwt de tweemaal in de week verschijnende pers als de eigenlijke dagbladen, vermits de titel van sommige luidt: Tagesblatt, Zeitung, Presse, enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schikking van de inhoudDe ‘Nachrichtenblätter’ - de nieuwsbladen sentu stricto - en de ‘Zeitungen’ - de eigenlijke kranten - tellen beide vier bladzijden. Hun inhoud verschilt echter. De Nachrichtenblätter brengen, behalve de aankondigingen (die 1/8 van de totale plaatsruimte beslaan en steeds op de onderste helft van de laatste bladzijde, de vierde dus, verschijnen) en de officiële bekendmakingen, uitsluitend nieuwsberichten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De eigenlijke kranten, de ‘Zeitungen’, publiceren, behalve de nieuwsberichten, een hoofdartikel, feature-artikels, Engelse persstemmen en lezersbrieven. Het editoriaal beslaat de eerste kolom links op de tweede bladzijde en wordt in een van de overige tekst verschillend lettertype gedrukt. Er boven, de breedte van de kolom beslaand, staat titel, ondertitel, nummer en datum van de krant. Aldus staat het hoofdartikel, uiterlijk gezien, strikt afgescheiden van de overige inhoud van de krant. De rest van de tweede bladzijde wordt in beslag genomen door features en lezersbrieven. Het wezenlijke van die lezersbrieven is, dat de militaire-regeringspers, al wordt ze ‘herausgegeben von den britischen Militär-Behörden’, daardoor de indruk verwekt niet uitsluitend het orgaan van de bezettende overheid te zijn, maar het resultaat van een samenwerking tussen de Duitse lezers en de Militaire Regering. Dat beginsel is niet nieuw. De U.S.S.R. heeft in haar perspolitiek een zelfde procédé gevolgd, zich inspirerend bij Lenin, toen deze de wenselijkheid uitte, dat tegenover iedere vijf vaste schrijvers en medewerkers van een dagblad ten minste vijfhonderd of vijf duizend lezers moesten staan, die als korrespondent meewerktenGa naar eind(3). De eerste bladzijde brengt algemeen nieuws; de derde is gewijd aan nieuws uit of voor het distributiegebied van het blad. De bovenste helft van de vierde bladzijde is gewoonlijk de voortzetting van de eerste, soms verschijnt er ook wel een feature-artikel; de onderste helft brengt aankondigingen. De Britse bezettingspers is dus volgens de horizontale manier opgesteld, behalve de tweede pagina, die vertikaal, d.w.z. in rubrieken, is uitgewerkt.
De schikking van de inhoud geschiedt volgens de gangbare Engelse manier: het begin van een bericht over verschillende kolommen verspreid, loopt de eerste 3 à 5 regels over bewuste ruimte door en wordt dan eerst in kolommen gesplitst. De doorlopende tekst is daarenboven in een groter lettertype gezet dan de kolommendruk. Het opschrift bestaat gewoonlijk uit een hoofd- en ondertitel, in verschillende karakters gedrukt, groot, vet en opvallend. De hoofdtitel beslaat tevens een grotere breedte dan het aantal kolommen van het artikel, waarop hij de aandacht vestigt. Aldus komt het einde van het opschrift van een bericht boven het begin van het opschrift van een ander bericht en is de kranteninhoud dooreengestrengeld. Dergelijke schikking is niet zonder belang voor de leestechniek. De lay-out van de militaire-regeringspers wijst er op dat ze de Duitsers op zijn minst tot kolom-lezen wil aanzetten om, eens de belangstelling gewekt door middel van de headlines, het publiek tot het regel-lezen te brengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wijze van uitgaveBij de samenstelling van de kranteninhoud - wij hebben alleen de eigenlijke tekst op het oog, zonder het advertentiegedeelte - dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de buitendienst en de binnendienst. Hoe gaat, op dat gebied, de militaire-regeringspers te werk? Ieder blad wordt uitgegeven door een afdeling van de Information Control Unit, bestaande uit ten minste één officier en onder-officier van het bezettingsleger. Onder haar toezicht en leiding werkt een Duitse staf. Deze verzorgt o.m. de berichtgeving betreffende het distributiegebied van de krant. Indien de afdeling van de Information Control Unit twijfelt of die berichten geschikt zijn voor publikatie, worden ze vooraf onderworpen, naargelang hun aard, aan de goedkeuring van de lokale of provinciale afdeling van de Militaire Regering. Eenzelfde methode wordt gevolgd wat betreft de vrije bijdragen en de lezersbrieven. Het editoriaal wordt verzorgd door de Information Control afdeling, volgens instrukties van het hoofdkwartier. Al het overige van de inhoud wordt door het onder leiding van de Militaire Regering werkend nieuwsagentschap GNS-BZ (German News Service - British Zone), later omgedoopt in DPD (Deutscher Pressedienst), uit Hamburg naar de verschillende sekties van de Information Control Unit geseind. Het voornaamste nieuws, d.w.z. het nieuws dat volgens het hoofdkwartier van de PR-ISC (Public Relations - Information Services Control) moest gepubliceerd worden, werd overgeseind met de vermelding ‘mandatory’ en verscheen ipso facto in iedere krant. Uit de overige berichten publiceert de lokale afdeling van de Information Control Unit naar eigen goeddunken.
***
De technische faktoren die het uitzicht en de samenstelling van de krant bepalen, spelen ook een rol in de houding die de lezer tegenover zijn blad in 't algemeen en tegenover zekere artikels in 't bijzonder aanneemt. Bewuste reakties sluiten in de eerste plaats een psychologisch proces in zich. Door de band wordt aanvaard, dat de lezer zich in de eerste plaats voor het ‘nieuws’ interesseert, en zich minder aangetrokken voelt tot de ‘mening’. Daarmee schijnt de Militaire Regering rekening gehouden te hebben, toen ze haar pers splitste in nieuwsbladen, als zodanig (de Nachrichtenblätter), en eigenlijke kranten, (de 4 maal per week verschijnende Zeitungen), en deze laatsten indeelde in bladzijden, strikt voorbehouden voor wat zij objektieve berichtgeving en subjektieve meningsuiting noemde. Zelfs indien de lezer dus geen kennis neemt van de aan de opinie-artikels gewijde tweede bladzijde, toch beschikt de militaire-regeringspers nog over de mogelijkheid haar doeleinden te suggereren, nl. door de bewuste keus in de gepubliceerde berichtgeving. Dat wordt duidelijk geïllustreerd door de derde blad- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijde van de militaire-regeringskranten. Deze pagina, gewijd aan lokaal of provinciaal nieuws, brengt in de vorm van berichten, vooral verslagen over gebeurtenissen en toestanden uit het distributiegebied van de betrokken krant, en naar aanleiding waarvan Duitse ambtenaars en personaliteiten een overzicht geven, daarbij de aandacht vestigend op de schuld van de nazi's voor de huidige moeilijkheden, de hulp die de Militaire Regering biedt en een oproep richtend tot de lezers voor samenwerking. De reporter neemt dergelijke verklaring over door middel van de direkte rede, zodat deze berichtgeving hetzelfde verkondigt, maar in een andere vorm dan de opinie-artikels. Uit de lay-out van de inhoud mag afgeleid worden, dat de Britse militaire-regeringspers haar lezers een onderscheid poogt te doen zien tussen wat ze als ‘nieuws’ (wat gebracht wordt in de Nachrichtenblätter, en de bladzijden 1, 3 en de bovenste helft van de vierde pagina in de eigenlijke dagbladen) en ‘opinie’ (de tweede bladzijde met haar editoriaal, features, lezersbrieven en vrije bijdragen) bestempelt. Waar de traditionele Franse, journalistieke terminologie onderscheidt tussen ‘journal d'opinion’ en ‘journal d'information’ is - althans wat de naam betreft - het Nachrichtenblatt een equivalent van het laatstgenoemde. In de militaire-regeringspers mag niet alleen de mening vertolkt worden die aan deze van de leidende groep beantwoordt, wat betreft de bijdragen van Duitse zijde, maar het is de leidende groep beatwoordt, wat betreft de bijdrage van Duitse zijde, maar het is de leidende groep zelf - de Militaire Regering - door middel van de lokale Information Control Unit, die er haar mening in vertolkt. Niet alleen de inhoud als zodanig van de militaire-regeringskranten, maar ook de schikking er van wordt dus zorgvuldig door hogerhand vastgesteld. Daardoor is bewuste pers strikt éénvormig in haar bedoeling, slechts relatief veelzijdig in de vormgeving er van. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Problematiek van de scheiding tussen ‘nieuws’ en ‘opinie’Als staatsopvatting en -inrichting principieel en feitelijk gewijzigd worden, moeten natuurlijkerwijze ook het karakter en de organisatorische vormen van het sociaal mechanisme van de groep veranderen. Wanneer een staatsbestel, in casu het Derde Rijk, door een onvoorwaardelijke kapitulatie ophoudt te bestaan en vervangen wordt door de Militaire Regering van de bezettende overwinnaars, dan geldt de terugslag daarvan ook voor het dagbladwezen. De pers is immers één van de onmiddellijke, geestelijke en geopenbaarde vormen van de nieuwe toestand. Het vorige deel toonde het uiterlijk beeld waarin de militaire-regeringspers verschijnt. Zoals reeds werd vastgesteld, kan uit de lay-out worden afgeleid, dat het de bedoeling van de Militaire Regering is, een onderscheid te maken tussen wat zij als nieuwsbericht en als opinie bestempelt. Die vaststelling wordt beves- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tigd door een artikel in zake bewuste doelstelling, dat de Militaire Regering in één der eerste nummers van elk van haar kranten publiceerde. De militaire-regeringspers brengt - aldus bewust artikel - streng afgescheiden, aan de ene kant objektieve nieuwsberichten, aan de andere kant hoofdartikels en alle bijdragen, die op enige wijze met meningsuiting en kommentaar verband houden. Hierbij zit de bedoeling voor, dat het gedeelte van de krant, - voorbehouden aan de nieuwsberichten, de lezer de kommentaar-vrije grondstof zou leveren, waaruit hij zich een objektief beeld kan vormen van wat er op alle gebieden van de menselijke bedrijvigheid gebeurt. Onmiddellijk rijst hier de fundamentele vraag op, betreffende de problematiek van de scheiding tussen ‘BERICHT’ en ‘MENING’. De funktie van berichtgeving is de elementairste en tevens belangrijkste van het dagblad: het reproduceren van waarnemingen die buiten het zintuiglijk waarnemingsgebied van de lezer liggen. Door het kennisnemen van berichten, ontstaan bij de lezer voorstellingen die het gevolg zijn, niet van eigen waarneming, maar van wat anderen over het eigen waargenomene berichten. Daarmee is het kernpunt van het probleem aangeraakt: het sociaal feit - mededeling van de waarneming, gaat gepaard met een psychologisch feit - ontstaan van een voorstellingGa naar eind(4). De werkelijkheid, voor zover zij zich uitstrekt buiten het eigen waarnemingsgebied, kan slechts in gereproduceerde vorm tot het individu komen. Naargelang welk gedeelte, van de buiten het waarnemingsgebied van de lezer liggende werkelijkheid, gereproduceerd wordt, en de vorm waarin dat gebeurt, is de pers in staat haar lezers in een bepaalde richting te beïnvloeden. Nieuws is immers niet de gebeurtenis, niet het feit zelf, maar de mededeling er van door een ooggetuige aan een afwezige, door het verslag dat eerstgenoemde er over uitbrengt. Dat verslag is niet vrij van beïnvloeding door de persoonlijkheid van de rapporteur - al is daarom de goede trouw niet uitgesloten. Uit deze vaststelling spruit tevens voort, dat noch falsifikaties, noch mystifikaties nodig zijn, om een onzuiver beeld van een voorval op te hangen. Zelfs zonder dat, wat men in de journalistieke terminologie specifiek onder kommentaar rubriceert, in het nieuwsbericht te mengen, kan dit laatste, door de wijze van formulering, een mening impliceren. Het feit zelf, dat de militaire-regeringspers door de bezettende overheid wordt uitgegeven, wijst er op, dat deze pers een instrument is, waardoor mededeling van nieuws en opinie, voor de Duitsers uit de Britse zone bestemd, door een centraal organisme, nl. de informatiedienst van de Militaire Regering, geregeld wordt. Daaruit kan afgeleid worden dat de twee voorgewende funkties van de militaire-regeringspers, nl. het strikt van mekaar afgebakend publiceren van nieuws en mening, in feite niet gescheiden zijn - zoals ze beweert - maar konjunktief. Haar doelstelling en de aard van haar inhoud vloeien direkt voort uit haar positie, nl. krant der Militaire Regering. Tevens kan niet ingestemd worden met de militaire-regeringspers, waar ze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beweert - in de reeds hoger vermelde principiële verklaring - objektieve berichten te brengen, m.a.w. een spiegelbeeld te zijn van het wereldgebeuren. In deze, voor hen bestemde pers, nemen de Duitsers slechts kennis van één standpunt, nl. dit der Militaire Regering, dat hen alles, betreffende het gereproduceerde wereldgebeuren, bericht en kommenteert. Indien nu slechts één bepaald spiegelbeeld van iets gezien wordt, dan wordt dit spiegelbeeld losgemaakt van de buiten de waarneming vallende werkelijkheid. Zo ontstaat een, met de eigenlijke werkelijkheid geen verband houdende werkelijkheidsvoorstelling: de Duitse lezer beschikt slechts over de door de Militaire Regering geretoucheerde fotografie, het objekt in natura krijgt hij niet te zien. Aldus geraakt hij tot steeds éénzijdiger voorstellingsassociaties en immer minder tot eigen oordeelvelling. De meeste auteurs hebben bewust probleem o.m. onderzocht aan de hand van de resultaten van de strijd tussen het Crew House te Londen en de Budapester Strasze 14 te Berlijn, respektievelijk de hoofdkwartieren van de Engelse en de Duitse propaganda gedurende de eerste wereldoorlog. Hierbij werd tot de vaststelling gekomen dat de direkte invloed van de pers - door middel van de hoofdartikels en de kommentaren - geringer dient geacht dan de indirekte invloed - door de keuze van de berichtenGa naar eind(5). De invloed van de dagbladpers, zelfs voor een bepaald gebied, in concreto te meten is uiterst moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk. Haar lezers zijn immers eveneens, en vaak terzelfdertijd, onderworpen aan de beïnvloeding van andere publiciteitsorganen, o.m. film, radio, vlugschriften, enz., die hun bezoekers, luisteraars, lezers, gewoonlijk, en gedeeltelijk althans, onder de dagbladlezers putten. Afgezien van bewuste moeilijkheid zijn de auteurs het er over eens, dat de pers over de mogelijkheid tot beïnvloeding van haar lezers beschikt. Daarenboven is een principieel onderscheid tussen berichtgeving (= objektiviteit) en kommentaar (= subjektiviteit), hoe zeer theoretisch bestaande, in de praktijk van het moderne dagbladwezen niet door te voeren - ook niet door de militaire-regeringspers. De lezers, die de krant tracht te beïnvloeden, reageren op een verscheidenheid, van de gegeven situatie afhangende stimuli. Al verschilt ieder individu, in een of ander aspekt van een ander individu, toch bestaan er, voor zover die individu's leden van een bepaalde groep zijn, gemeenschappelijke neigingen, waardoor bewuste groepsleden verschillen van de leden van een andere groep. De sociale gemeenschap van de mensen wordt dan ook bepaald door de menigvuldige betrekkingen van de individu's onder mekaar. De lezers van de militaire-regeringspers behoren tot de Duitse gemeenschap. Deze wordt gekenmerkt door de onvoorwaardelijke kapitulatie van haar legers en de daaruit en -op volgende bezetting en bestuur van geheel haar territorium door de geallieerde legers. Deze hun bedoeling is, de jure en de facto, een einde te maken aan het nationaal-socialistisch regime. Maar, zoals Prof. Dr J.P. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HaesaertGa naar eind(6) vaststelt, dreigt in de millioenengemeenschap de sociale band gedurig te verzwakken of uiteen te springen bij gebrek aan kollektiefvoorstellingen. De oude, nationaal-socialistisch geïnspireerde kollektiefvoorstellingen dienen dus vervangen door nieuwe. Dat de Militaire Regering in haar perspolitiek gerelativeerd is door het geïnteresseerde doel dat nagestreefd wordt ligt voor de hand, zodat het door de militaire-regeringspers voorgewende standpunt irreëel is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Perspolitiek en heropvoedingDe eerste noodzakelijkheid voor iedere systematisch doorgevoerde perspolitiek, is het bepalen van het doel (of de doeleinden) die moeten bereikt worden, en op welke manier het dient nagestreefd te worden. Bij de analyse van methodes nu - althans in verband met bewust probleem - vallen er twee vragen te beantwoorden: de materiële en formele zijde der publiciteit, WAT en HOE er gepubliceerd wordt. Al ontsluiert het antwoord op die twee vragen het essentiële in de probleemstelling van de methode, toch valt het ‘wat’ niet steeds van het ‘hoe’ te scheiden. Met de materiële zijde van het gepubliceerde, zijn niet zozeer artikels en berichten op zichzelf, noch als deel van de inhoud bedoeld, maar wel het verband en de atmosfeer waarin ze zijn vervat, de geest die er uit spreekt. De formele zijde kan beschouwd worden als de georganiseerde en openbare vorm van het proces, dat men in de psychologie suggestie noemt.
***
Bewuste pers wordt, zoals de ondertitel er van trouwens luidt, ‘herausgegeben von der Militär-Regierung’; we hebben dus niet te doen met een pers, waarvan Montesquieu zei, dat ze ‘sans porter le cachet suspect du ministère, servit pourtant son ouvrage’ - althans wat het eerste deel van het citaat betreft. Het streven van alle machthebbers is, in laatste instantie, er trouwens op gericht om uit hun overtuiging een publieke mening te maken, d.w.z. de algemene stemming in het spoor van bewuste overtuiging te leiden. Immers, opdat mensen een gemeenschap zouden uitmaken, hebben ze een voorraad gelijke beelden en gelijke gevoelens nodig: het gemeenschappelijk kultuurideaal is de conditio sine qua non voor het bestaan van de groep. De militaire-regeringspers moet de nationaal-socialistische kollektiefvoorstellingen vervangen door nieuwe. De inhoud van de krant, die gelijke beelden en gevoelens poogt op te wekken, valt - als mening - van drie standpunten uit te beschouwenGa naar eind(7): 1. De mening in principe: ze uit zich door de periodiciteit; ze is de richting van de gehele kranteninhoud. 2. De mening in concreto: ze uit zich door de aktualiteit. Tegenover de gepubliceerde stof bepaalt de krant, bij iedere uitgave, telkens opnieuw haar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houding, en dat op zulke manier, dat ze haar mening in principe niet hoeft op te geven. 3. De mening als taktiek: ze is de laatste, bewuste opvoering van de mening in concreto, als middel tot verwezenlijking van de mening in principe. Een van de voornaamste middelen is hier de sensatie. Rekening houdend met bewuste indeling, kunnen als leidmotief van de gehele inhoud der militaire-regeringspers, volgende drie punten worden onderscheiden: 1. De volledigheid van Duitsland's nederlaag en de eensgezindheid van de Geallieerden. 2. De kollektieve verantwoordelijkheid van het Duitse volk voor het nazi-regime. 2. De Militaire Regering bedoelt het Duitse volk de gelegenheid te geven zelf zijn leven op demokratische basis opnieuw op te bouwen.
***
Al kan - voor normale verhoudingen tussen groepsleden althans - gezegd worden dat in de hedendaagse samenleving het gedrukte woord een gestelde macht is, de pers die het voorwerp van dit overzicht uitmaakt, bevindt zich in de ongewone positie een Duitse krant te zijn, uitgegeven door de Britse bezettingsmacht. Het feit dat de Duitsers geen andere Duitse dagbladen kunnen krijgen, dan deze uitgegeven door de Militaire Regering, waarborgt nog niet dat zij ze ipso facto lezen. Immers, ‘was dem Herzen widerstrebt, läszt den Kopf nicht ein’ verklaarde Schopenhauer terecht. Zoals voor alle propaganda, is voor de militaire-regeringspers dan ook het eerste doel: HET SCHEPPEN VAN EEN ATMOSFEER, GUNSTIG VOOR BEINVLOEDING TOT SAMENWERKING. De gemiddelde groepsleden willen twee zaken horen: goed van zichzelf, en slecht van de vijand. Vooral bij dreigend gevaar van buiten, in oorlogstoestand, staat de groepsvoorstelling de individuen in staatsverband, in zeer sterke mate voor ogen. Tot op een zekere hoogte geldt dat eveneens voor de bevolking van een bezet gebied. Daarom wrijft de Militaire Regering het Duitse volk niet voortdurend zijn kollektieve verantwoordelijkheid voor het nazi-regime aan, maar ze poogt haar lezers te doen inzien dat de beste onder de Duitse denkers en kunstenaars vertegenwoordigers waren van de wereldbeschouwing die ze wil invoeren. Aldus wil de militaire-regeringspers neigingen oproepen, geschikt om de nagestreefde integratie te verwekken, opdat een zo groot mogelijk aantal lezers deelachtig zou worden aan haar kollektiefvoorstellingen of opdat ze ten minste geen antagonistische voorstellingen zouden blijven aankleven. De fixatie van die kollektiefvoorstellingen wil de militaire-regeringspers niet alleen verkrijgen door ze telkens opnieuw te formuleren, maar ook door het gebruik van het mechanisme der nevenvoorstellingen. Ze worden dus niet alleen geïdealiseerd, uitgewerkt en verwerkt in de gehele kranteninhoud, maar er wordt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gepoogd ze effektiever te maken, door de vijandige voorstelling, het nazisme, en haar representanten in een ongunstig daglicht voor te stellen en te ridikuliseren, waardoor de nieuwe voorstelling tot waardemeter wordt. Hierbij wordt in de eerste plaats beroep gedaan op de algemeen menselijke neigingen, op die instinkten die het wereldgebeuren schijnen te veroorzaken en die Schiller in zijn gedicht ‘Die Weltweisen’ ‘Hunger und Liebe’ noemde.
Een belangrijke faktor die de krantenlezer beheerst is de praktische, geïnteresseerde nieuwsgierigheid voor het onmiddellijk tegenwoordige. Van die faktor maakt de militaire-regeringspers gebruik om de Duitsers, die zij met het lokaal en provinciaal bestuur heeft belast, met de nodige autoriteit te bekleden en de lezers tot samenwerken en vertrouwen aan te sporen. Ongeveer ieder nummer van elke militaire-regeringskrant brengt een foto en een korte biografische schets van een of meer lokale of provinciale ambtenaars. In dergelijke bijdragen wordt dan steeds gewezen op het anti-nazi verleden van bewuste personen, hoe de moeilijkheden van het ogenblik veroorzaakt zijn door de algehele ontreddering, waarin de nazi's Duitsland gedompeld hebben - moeilijkheden waarvoor de Militaire Regering begrip toont en hulp biedt en die alleen kunnen overwonnen worden, indien alle medeburgers met haar samenwerken. Waar mogelijk, wordt gewoonlijk vermeld dat bewust ambtenaar, door geboorte of familiale banden, eng met de streek verbonden is, waar hij zijn ambt uitoefent. Daardoor wil de militaire-regeringspers 1. niet alleen de nieuwsgierigheidsdrang bevredigen, noch 2. een geest van vertrouwen scheppen tegenover de Militaire Regering en de Duitsers die met haar samenwerken - vertrouwen dat, gezien de bezettings-toestand en de afwezigheid van een vredesverdrag, een wel afgebakend programma moet vervangen, maar tevens 3. een decentralisatie-geest en persoonlijke verantwoordelijkheid bij de lezers aankweken.
De toelating tot het oprichten van politieke partijen en het vestigen van lokaal en provinciaal zelfbestuur in de Britse zone staat in rechtstreeks verband met de bezettingsdoeleinden van de Geallieerden. Wat betreft de publiciteit van de Militaire Regering, menen we daarin nog een faktor te onderscheiden, nl. spreekt daar tevens de bedoeling van de Militaire Regering uit, om het propageren van de voorstellingen die zij poogt ingang te doen vinden, te laten overgaan op de door haar toegolaten en gekontroleerde Duitse groepen en individu's. Immers, van het ogenblik af dat een politieke partij of krant mag opgericht worden, moet ze tevens voor bepaalde doeleinden strijden en op grond daarvan leden of lezers werven. Bewuste doeleinden zijn door de Militaire Regering omschreven en dus niet strijdig met de hare. Dat geldt tevens voor het werkterrein, de verantwoordelijkheid en de beoogde verwezenlijkingen van de Duitse ambtenaars. Aldus beschikt de militaire-regeringspubliciteit over Duitse spreekbuizen, die tevens in haar pers weerklinken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Duitsers worden er op gewezen dat alle na-oorlogse moeilijkheden niet enig en specifiek tot Duitsland beperkt zijn. Het tweede principe dat de Militaire Regering in haar publiciteit volgt, is dan ook dat van de UNIVERSALITEIT en LIMITATIE. Het besef zijn beproevingen gedeeld te weten, wekt berusting in de hand. Vandaar dat de Duitsers in de militaire-regeringskranten regelmatig foto's zien, waarop huisvrouwen in de vroeger bezette gebieden rij schuiven bij hun kruidenier; buitenlandse berichten delen hen de moeilijkheden en beslommeringen mee van het alledaagse leven in die streken. Door verklaringen van buitenlandse politici wil de militaire-regeringspers illustreren, dat deze haar politiek tegenover Duitsland beamen. Aldus worden de Duitse toestanden in een universeel kader geplaatst, en vermits de problemen daarbij van één standpunt uit belicht worden, nl. dat der bezettende macht, treedt terzelfdertijd het principe van de limitatie op. Daar de Duitser, in het hier behandelde stadium van de geallieerde perspolitiek, buiten de militaire-regeringskranten geen dagbladen kan verkrijgen, blijft hem - voor zover hij er behoefte toe voelt - geen andere mogelijkheid over dan bewuste pers te lezen. Aldus heeft hij het besef zijn lektuur gedeeld te weten door duizenden en duizenden medeburgers. Door die identieke lektuur kan bij de lezer een gevoel van gemeenschappelijkheid en een indruk van gelijkheid in de voorstelling ontstaan. Dat de Militaire Regering bedoelt haar lezers in die richting te leiden, spruit o.m. voort uit het feit dat lezersbrieven en vrije bijdragen worden gepubliceerd, waarin Duitsers standpunten en verklaringen van de Militaire Regering bijtreden. De Militaire Regering poogt verder haar pers, en zo zichzelf, met het vereiste PRESTIGE te omkleden. In de moderne samenleving heeft het gedrukte woord zich als een gestelde macht gevestigd. Over het algemeen aanvaarden de mensen zonder al te veel achterdocht wat ze lezen, ze vertonen zelfs de neiging meer vertrouwen te stellen in het gedrukte, dan in het gesproken woord. Het gedrukte woord verkrijgt aldus invloed en prestige. Daardoor is de dagbladlezer reeds vooraf geneigd, het materiaal dat hij te lezen krijgt te aanvaarden, zelfs zonder de inhoud te beoordelen. Waar het lezend publiek echter deel uitmaakt van een door de overwinnaar bezet volk, en het dagblad dat het leest door die bezettingsmacht wordt gepubliceerd, is die predispositie getemperd door de klassieke houding van de groep tegenover de vreemdeling, van de verliezer tegenover de winnaar. Prestige dat daarenboven op eigen verklaringen steunt, is natuurlijk niet al te stevig gegrondvest in de ogen van de groep die men daarvan wil overtuigen. Daarom laat de militaire-regeringspers, in brieven en artikels, Duitsers zelf aan het woord komen om dat te bevestigen. Zoals reeds vastgesteld, wil de militaire-regeringspers bij haar lezers nieuwe voorstellingen doen ingang vinden om dan blijvend te laten bestaan. De voor- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 336]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naamste vereiste daartoe is de HERHALING van bewuste voorstellingen - wat o.i. als vierde en laatste principe in de militaire-regeringspubliciteit kan beschouwd worden. Volgens HitlerGa naar eind(8) is het assimilatievermogen van de massa zeer beperkt, het begripsvermogen klein, de vergetelheid daarentegen groot. Al heeft Hitler, zowel gedurende als door zijn loopbaan zelf, bewezen dat hij van het verschijnsel der vergetelheid wel een en ander moest afweten, toch dient de evidentie tussen het feit dat, als de intelligentie klein is, de vergetelheid groot zou zijn, niet overdreven te worden. Iimmers, de vergetelheid is zowel bij de massa als bij het individu aanzienlijk; ware dat niet het geval, het leven zou niet in zo'n tempo kunnen vooruitgaan, als het nu het geval is. Het komt er dus niet op aan hetzelfde duizend keer te zeggen, zoals HitlerGa naar eind(9) meende, want indien de mensen dat, wat hen gepoogd wordt in te prenten, vergeten, spruit dat niet voort uit het feit dat ze het geen voldoende aantal keren gehoord hebben, maar omdat ze, terwille van een of andere reden, het zich niet meer wensen te herinneren of omdat andere zaken hen meer interesseren op dat ogenblik. Herhaling, zonder enig speciaal belang of noodzaak, is eenvoudigweg ondoeltreffend: op visueel gebied verwekt ze verveling, en wat betreft de assimilatiemogelijkheid, kan ze evenmin inprenting en herinnering doen slagen. De militaire-regeringspers brengt dan ook geen herhalingen-zonder-meer, maar neemt haar toevlucht tot herhalingen-met-variaties. De methode die ze volgt is deze van de gevarieerde herhaling, dus telkens aangepast aan de begeleidende omstandigheden, (bv. de geografische faktor: een bekendmaking voor geheel Duitsland, wordt herhaald als mededeling voor de Britse zone, waarna de toepassing er van in het distributiegebied van de krant wordt nagegaan). Aldus wordt gepoogd te vermijden, dat de herhaling in een dreun zou ontaarden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BesluitNa achtereenvolgens het perswezen in bezet Duitsland, de vormelijke kenmerken en de problematiek van de scheiding tussen nieuws en opinie in de Britse militaire-regeringspers, haar rol in de wederopvoeding der Duitsers en de daarbij gevolgde methode onderzocht te hebben, kan dit sociologisch overzicht thans besloten worden. Een pers als middel tot interpretatie van de publiciteit van een groep beschouwen, betekent dat er in een of andere vorm een verband bestaat tussen die pers en de bewuste groep. De pers kan dan een zogenaamd opinieblad zijn, d.w.z. ze verdedigt bepaalde doelstellingen, die aanleunen bij deze van de groep; of de pers is het officieel orgaan van de groep - wat niet zonder meer identisch is. De militaire-regeringspers is - zoals haar ondertitel trouwens luidt - een ‘Zeitung veröffentlicht von den Militär-Behörden’. Dat bepaalt haar wezen, funktie en inhoud: instrument van en voor de bezettende over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 337]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heid. Zij is dus een middel, geen doel: een agens in de militaire-regerings-politiek, er afhankelijk van en er door bepaald. De militaire-regeringspers is gelijkvormig en gestandardiseerd, haar organen zijn ‘as alike as so many peas in a pod’, gedeeltelijk wat formulering van de inhoud betreft, volledig wat de geest er van en de samenstellingswijze betreft. De taak van de redaktie, van de verschillende afdelingen van de Information Control Unit dus, beperkt zich tot het schiften en ordenen van het reeds tot publikatie geautoriseerde materiaal. De Press Branch van de Militaire Regering levert zelf de te publiceren stof. Dat impliceert voor haar een dubbel voordeel: - aan de ene kant, dient de Militaire Regering daardoor geen ingewikkeld apparaat voor censuur op te richten, en - aan de andere kant, eens tot de tweede periode in de perspolitiek wordt overgegaan, nl. de gelicenseerde dagbladen, zal de Militaire Regering de voor die taak meest geschikte Duitsers kunnen rekruteren uit de Duitse staf die, onder de onmiddellijke leiding van de lokale Information Control Unit, de uitgave van de militaire-regeringspers in ieder distributiegebied verzorgde. Door haar berichtgeving, editoriaal en vrije bijdragen, met de stelselmatigheid en de periodiciteit, die de uiterlijke verschijningskenmerken van het dagblad zijn, met de voorgewende strikte scheiding tussen bericht en mening, die de innerlijke wezenheid van de militaire-regeringspers uitmaakt, wil ze haar lezers deelachtig maken aan bepaalde kollektiefvoorstellingen. De militaire-regerings pers wil niet alleen meedelen, noch beïnvloeden, maar tot samenwerking aanzetten; daarom poogt ze de door haar gepropageerde voorstellingen van het aktuele, omstreden stadium in het potentiële stadium te doen overgaan, opdat ze zo, als onbewust, of minder bewust determinerend richtsnoer in de toekomst zouden werken. Daarbij wordt, steunend op het systeem der gekonditioneerde reflexen van Pavlov, de door de militaire-regeringspers niet duidelijk omschreven, maar toch hoopinboezemend voorgestelde toekomst van Duitsland, afhankelijk gemaakt van de samenwerking der Duitsers met de Britse bezettingsmacht. De militaire-regeringspers is niet alleen een techniek om bij haar lezers een gunstige houding op te wekken tegenover de bezettingsmacht, haar bedoelingen en haar medewerkers, maar is tevens op aktie gericht, in de zin van het gepubliceerde. De Militaire Regering tracht dat te bereiken door middel van positieve suggestie, d.w.z. dat de lezers naar de gepropageerde meningen toe worden geleid; de suggestie is daarenboven direkt: de lezer weet dat de krant door de Militaire Regering wordt gepubliceerd en dat deze ook de inhoud er van bepaalt. Er komt de militaire-regeringspers dus uitsluitend een propagandistische opdracht toe: ze speelt een bemiddelingsrol in een overgangsstadium en bezit een didaktisch-moraliserende inslag. Met dergelijke funktie is objektieve berichtgeving, vrij en gescheiden van opinie, niet overeen te brengen, zodat het door de militaire-regeringspers voorgewende standpunt slechts als een phrase zonder meer kan bestempeld worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot slot van dit overzicht van de materiële en formele rijde der militaire-regeringspubliciteit moge hier nog aangestipt worden, waarom bewust probleem van een sociologisch standpunt uit werd beschouwd. Het kernprobleem was niet: hoe te bepalen of een gegeven bericht of editoriaal o.m. ‘eerlijke’ of ‘oneerlijke’, ‘gewettigde’ of ‘ongewettigde’ propaganda zou zijn; dat veronderstelt immers een ethisch of een politiek standpunt. O.i. dienen trouwens de verschillende ‘wetenschappelijke’ pogingen om de propaganda-inhoud van de pers kwantitatief of kwalitatief te meten, betwijfeld te worden, omdat dergelijke onderzoekingen gegrondvest zijn op normen die klaarblijkelijk subjektief zijn. Er werd hier dan ook slechts gepoogd, in het ingewikkelde konglomeraat van ideologische, militair-administratieve en technisch-journalistieke faktoren, waarin de bezettende overheid werkt, wat ze verkondigt en de methode die ze daarbij volgt, ex parti te schilderen.
Lic. J.D. NEIRINCK |
|