ouders wordt geteeld, maar men moet goed in het oog houden quod est demonstrandum. Bewezen moet worden dat terugkeer tot het katholiek geloof het Fransche volk weer prolifieker zou maken en daarvoor moet onomstootelijk worden aangetoond dat het geloof alleen daartoe volstaat voor een volk op een peil van ontwikkeling als dat van het Fransche. Moet worden aangetoond dat de ontkerstening de eenige, of ten minste belangrijkste oorzaak van de ontvolking is geweest. Tegen deze ver van bewezen stellingen pleiten de sterke vermoedens dat zeer veel hebben meegewerkt sociale en economische motieven, die vaak genoeg uiteengezet werden en gereed genoeg voor de hand liggen om hier niet meer te moeten vermeld worden of toegelicht.
Op dit oogenblik leven in Frankrijk nog vele geloovige katholieken die vrij trouw hun geloofsplichten vervullen zonder van meening te zijn dat onbeperkte kinderkweek tot deze plichten behoort. Het is dus denkbaar dat andere Franschen tot de belijdenis der twaalf artikelen des geloofs, mits ze niet te aandachtig te lezen, en tot de beoefening der tien geboden Gods en der vijf van de kerk terugkeeren, maar den kinderlast er niet bij nemen. Om dien mee op te tillen zouden zij een vrij samengesteld en ouderwetsch complex van toestanden en opvattingen, die lang niet alle van religieuzen, maar wel van bedenkelijken aard zijn, moeten op den koop toe nemen. Afgezien van de vraag of dit nog mogelijk is, wat ik ten sterkste betwijfel, vraagt men zich af of iemand die het goed meent met het Fransche volk, dit wel kan wenschen. Of waarom hij dan niet liever droomt van terugkeer tot het voorchristelijk heidendom, dat immers ook niet aan kinderbeperking deed. Of waarom hij zijn voorkeur niet geeft aan overvang van het Fransche volk tot het Shintoisme der Japanners, het Confucianisme der Chinezen, het Jehovisme der oud-testamentische Joden, drie religies ruim zoo prolifiek als het christendom en die tot dusver langer hebben stand gehouden.
Want van standhouden gesproken, tegenover de gratis affirmatio dat het verval van het christendom het Fransch geboortecijfer heeft doen dalen, zou men een conclusie kunnen stellen die mij logischer voorkomt, namelijk dat het christelijk geloof niet in staat is gebleken het Fransche volk langer dan duizend jaar te bezielen, hetgeen voor een godsdienst bitter kort is, dat een heropneming van een experiment met een zoo kortademig geloof weinig of geen kansen biedt en dat, indien men iets wil beproeven, het in elk geval iets anders zou moeten zijn.
In deze richting wijst een niet te veronachtzamen feit. Statistieken schijnen aan te tconen dat vroeger de minst bemiddelde en minst ontwikkelde standen de grootste gezinnen hebben gehad, terwijl tegenwoordig precies het omgekeerde het geval zou zijn. Zorgen voor de welvaart en de ontwikkeling van het Fransche volk zal allicht beter zijn dan er beheerders op los te laten en blijkt achteraf dat het Fransche leger er niet van aangroeit, dan weet men toch altijd dat het voor wat anders goed is geweest.
Gerard WALSCHAP