De Vlaamse Gids. Jaargang 32(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] [Gedichten] Vanitas Zegt gij dat ik niet meega met mijn tijd? Er zijn geen eeuwen, jaren, dagen uren. Niets dat ooit was blijft als zichzelt voortduren. De mensch, het dier, de plant, de stof verslijt. Onzichtbaar spoor laat 't leven waar het rijdt. Is er een eindlijke oogst, en zijn er schuren? De voerman kletst zijn zweep, doch kan hij sturen? De reiziger, in elk geval, is 't reisgeld kwijt. Alleen, langsheen de baan, die roos die geen kan plukken zal na biljoenen jaren nog een roos zijn, En een verliefde paar met geur en kleur verrukken, Ergens, met blad en doorn, een stonde troost zijn; Ook tijd is ijdelheid. Wij meten hem op krukken Tot we allen eens, voor goed, versteven of geroost zijn. Rouge et noir Kom met mij mee, naar die verlaten velden Waar grote kollebloemen, één diep vuur Te laaien staan, vol onbewust geweld en Zonnemuziek in 't zomermiddaguur. Een stond vervoering zal het al vergelden: De droefheid en de wroeging, 't somber uur Toen aan uw deur te laat uw broeders belden. Niets heeft begin noch einde daar, noch duur. Laat er, in de eenzaamheid, uw hart losbreken; Wews als die bloemen met het zwarte hart En roode bladeren, die vlammen spreken. Wees daar uzelf voluit eens, zonder smart Zonder begeerte, in die serene streken Waar uw echt wezen tot stil vuur verstart. [pagina 220] [p. 220] Ave atque vale Hoort mijn vaarwel, terwijl ik zelf nog vaar, En zing aan 't roer, ik die niet meer wou zingen; Ik zie 't herfstwater rond de spanen ringen, En roei in 't oude en gij in 't nieuwe jaar. Ons aller levens vloeien in elkaar: Hoe anders ook, rond zijn toch alle ringen, De mijne sterven uit waar de uwe aanvingen, Ik ga waar 't donker wordt, en gij waar 't klaar. - Wie heeft u niet miskend, voordat hij dreef Voorbij de middaglijn, droefheid der dingen? Wij zeilen, jong als oud, in onbekend gebied. Doch dit vaarwel, terwijl ik nu nog leef! Zingt vriendenzang, ook voor de vreemdelingen, En droef of blij, 't luide als uw eigen lied. Firmin VAN HECKE Vorige Volgende