De Vlaamse Gids. Jaargang 32(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Op weg Wij ijlen achter levensvormen aan Als in den dampkring van benarde droomen, Ontvluchten, zonder dat wij verder komen, Aan achtervolgers die naar 't lijt ons staan. Reeds zijn ze ons op de hielen... Maar die poort Daarginds zal wijken... mits wij loopen, loopen... En beuken met de vuist... Zij wil niet open... Waar is de sleutel? Snel! Wij moeten voort. Want achter ons staat al het huis in brand. En vóór ons... 't Is een hoepel, pek en vlammen... De sprong gewaagd... op voeten die verlammen. Een hobbelpaard schuift langs den circusrand. De domme August lacht: hij kent zijn maat. De mensch is goed, maar alles loopt hem tegen. Hij wil de maan, moet schuilen voor den regen, En waar hij liefde zoekt, vindt hem de haat. Daar staat een trein, die juist vertrekken gaat, Een schrille fluit... een schrik! en wij ontwaken. Het is de wekker. Werklijkheden raken Aan 't droomspel, dat meteen aan stukken slaat. Verademing. Maar voor den leegen geest Zweven de vormen van den nieuwen morgen. Een wolk van ongewisheid, angst en zorgen... Tot ons de dood van elken waan geneest. Top NAEFF Vorige Volgende