Van de hak op de tak
De Lierse Normaalschool en onze literatuur.
Ter gelegenheid van het halve-eeuwfeest van de Lierse Rijksnormaalschool (1894) stelde een van haar oudleerlingen, schoolinspecteur Jacob Stinissen, een bloemlezing samen uit het werk van oudleraren en oudleerlingen. Hij voorzag ze van een korte inleiding, geschreven in Mei 1899, en zijn boek ‘De Normaalschool van Lier in de Nederlandsche Taal- en Letterkunde’ verscheen in 1900, tot nut en stichting van hen die in déze eeuw Stinissen en anderen zouden volgen. Van de 64 auteurs, die door Stinissen met een welsprekende bio- en bibliografie werden bedacht, werden er juist 50 gebloemleesd, symbolisch getal! Daaronder zijn en blijven de meest bekende en vermaardste: Jan van Beers, Alfons de Cock, Jan-Baptist Courtmans, Jan van Droogenbroeck, Lodewijk de Koninck, Jan van Rijswijck, Arnold Sauwen, Gustaaf Segers, Domien Sleeckx en Isidoor Teirlinck. Zegge: 10, weer symbolisch!
Het is heel wat, véél zelfs, enorm voor wie het negentiendeeuwse Vlaanderen kent. Dan zijn er onder de overigen nog hoogst belangrijke figuren te ‘redden’, maar niet meer van het formaat der eerste tien (waarvan meer dan de helft er trouwens ook niet meer zo glorieus voorstaat als een halve eeuw geleden). Toch verdient het wel aanbeveling in het werk van Adriaensen, Brans, Bruylants, van Cuyck, de Kinder, Minnaert, Sevens, Smits en andere Stinissen's eens te grasduinen, om na te gaan of ‘de tand des tijds’ wel alles tot stof-der-vergetelheid ‘maalde’. Als ik die indrukwekkende lijsten van uitgegeven en zelfs vaak bekroonde werken lees, die Stinissen in zijn 64 bio- en bibliografietjes vlijtig neerpende (waarvoor enkele papiersnuffelaars hem dankbaar zullen blijven), dan moeten we het wel uit literair-historisch oogpunt jammer heten dat in Stinissen's tijd geen enkel directeur het nodig achtte daarvan een volledige verzameling voer zijn school aan te leggen. En voor de volgende directeurs was het natuurlijk reeds te laat. Of werd dit vroeger wél gedaan en...? En ik denk aan 1914-18, aan brand, oorlog en de reeds bespotte, maar steeds te duchten tand des tijds. Deze tientallen, honderdtallen dicht- en verhalenbundeltjes en toneelstukjes, allemaal waardeloze druksels? Is er daar niets meer van bruikbaar, op te poetsen, op te frissen?...
Diep ondr de indruk van het vergankelijke van 's mensen arbeid sluit ik Stinissen's boek. De auteur sprak van ‘een volgende uitgave’. En sceptisch stel ik me de vraag: is die er wel ooit gekomen?
Maar ik schud die nare gedachten van me af en ik open het even vergankelijke, maar thans nog gloednieuwe ‘Groot Gedenkboek der Lierse Rijksnormaalschool’ (Uitg. Boekuil en Karveel, Antwerpen), waaraan Gaston Moorkens zijn beste krachten wijdde, geholpen door tal van Lierse vrienden en oudleerlingen. In 1944 bestond de Lierse Normaalschool reeds 100 jaar; maar tengevolge van de oorlog kon het vieren van het eeuwfeest pas in 1946 doorgaan. En in 1947