Van de hak op de tak
Over Hollandse schoolboeken.
Telkens in de herfstmaanden, zo ongeveer tussen vijftien September en Sinterklaasdag, ontvangen de vrienden Hinderyckx en Winderyckx een stelletje Hollandse schoolboeken, meestal uit Groningen afkomstig, uit Groningen, de stad van de uitgeverijen Wolters en Noordhoff. En dan gebruiken ze een deeltje van hun vrije wintertijd, om daaruit te plukken wat hun als Vlamingen dienstbaar kan zijn en bruikbaar voor hun onderwijs.
- Het woord Groningen is me reeds vertrouwd van mijn zesde jaar of, ik aag het al op mijn eerste leerboekjes prijken, die boekjes over Wim en Mien, Ot en Sien en andere Ligthartse, Scheepstrase en Hoogeveense kindertjes, zei Hinderyckx.
- En het bleef ons vertrouwd tot in onze Vlaamse atlas en onze Spraakkunst van dr. De Baere, voltooide Winderyckx.
- Hier heb je net een andere ‘Beknopte Nederlandse Spraakkunst’, niet van dr. De Baere, maar van dr. K. Holtvast; ook uit Groningen, niet door Wolters uitgegeven, maar door P. Noordhoff.
- En het is wel interessant beide spraakkunsten eens te vergelijken, naast de gemeenschappelijke terminologie en methodes eens zijn aandacht te vestigen op de verschillen...
- zoals ‘doffe’ en ‘onduidelijke’ klinker, en andere.
- Holtvast moet daarom ons houvast niet worden, wij zullen voort op en met De Baere betrouwen en varen.
- Ik snuffel intussen wat in het typisch Hollandse leesboek ‘De Kern’, door van den Ent en Staverman (Uitg. P. Noordhoff, Groningen), een leesboek voor de hoogste klassen...
- En ik ben niet zeer fier als Vlaming daar enkel één stuk van een Vlaams auteur in te vinden, al is het van de beste, van Aug. Vermeylen.
- En zal de reputatie van Van Deyssel wel goed gediend zijn met een vrij oppervlakkig en hoogdravend artikel over... de Bulgaarse letterkunde?
- Ik voel meer voor het mannelijke proza van Coen en Potgieter, en voor de critieken van Geel, Busken Huet, van Eeden en Brom.
- De samenstellers van dit leesboek waarschijnlijk ook.
- Wat ik in deze vierde druk héél practisch vind, is het aanduiden voor elk stuk van de bladzijde uit de derde druk; dit zal de Hollandse leraars veel tijd, drukte en nutteloze herrie sparen.
- Ja, al die verschillende drukken soms, met verschillende paginering, absoluut geen pretje, hoor!
- Alleszins aangenamer is het in de twee delen van W. van Schothorst's ‘Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde’ (Uitg. P. Noordhoff, Groningen) te grasduinen.