Virtuositeit en kunstschepping.
RUDOLF von Tobel liet, in vertaling van Emmy Sandberg-Frankamp, bij Van Loghum Slaterus-Arnhem, een uitgebreide biographie van de beroemde cellist Pablo Casals verschijnen. De opsteller is leerling en vriend van de Spaanse meester. Dit biedt voor- en nadelen. Talrijke bijzonderheden, welke men slechts aantekenen kan bij intieme omgang worden de lezer ten beste gegeven. Zulke bijzonderheden belichten soms op verrassende wijze deze of gene activiteit van de kunstenaar; doch wanneer de vriendschap te exclusief wordt en tot een blinde verering oplaait, dan worden minder vleiende schaduwzijden verzwegen of derwijze verklaard, dat onbeduidende en trouwens zeer aannemelijke menselijke kleinzielige reacties in heroïsche daden worden omgezet. Zulke biographie kan dan wel bij een ingenuë muziekliefhebber het gewenste enthusiasme aanwakkeren, maar de sceptisch aangelegde lezer zal daarentegen zijn scepticisme in gevaarlijke maten voelen aangroeien, b.v. wanneer hij het volgende onder ogen krijgt:
Onder het lesgeven kijkt Casals natuurlijk nooit op de klok; een uur kan soms drie uren duren. ‘Een leraar mag de uren niet tellen. Ik heb het prettig met mijn leerlingen’
Bitter zal, na de lectuur dezer woorden, menig kunstenaar opkijken. Het dagelijks brood van Casals is natuurlijk niet afhankelijk van een paar uur te veel. Bovendien komt de geschiedenis van de ‘Ecole Casals’ te Parijs, die, laat ons het maar brutaal zeggen, een commerciëele zaak was, waar Casals niet eens tijd had les te geven en waaran hij doodeenvoudig zijn naam leende, de apostolische lesgeverij wel wat in de schaduw stellen.
Dit ene voorbeeld onder velen, wijst aan dat men de biographie van Rudolf von Tobel doorgaans moet kunnen vrijmaken van een al te lauderend lofgezang om doorgaans de eenvoudige realiteit tussen de lijnen te ontdekken en die realiteit is, bij een Pablo Casals, romantisch boeiend. Herhaaldelijk rees mij, onder het lezen, het gemoderniseerd beeld van een Liszt voor de ogen: de gunsteling van het Spaanse Koningshuis, de glorierijke concertreizen, de ontelbare onderscheidingen, de vorming van het ‘Orquestra Pau Casals’ te Barcelona, het republikeinsch avontuur, de verbanning, de verzuchting naar een kluis te San-Salvador. Zoals Liszt, is Casals een begenadigde kunstenaar, die met een paar uur optreden goud genoeg scheppen mag om dagen en maanden lang dat zelfde goud mild ten dienste te stellen van allerlei kunstidealen. Maar... deze troetelkinderen van het publiek hebben in het kunstleven slechts een tijdelijke betekenis, tenzij zij zoals Liszt, benevens hun virtuositeit een scheppende daad stellen. Bewust van deze noodzakelijkheid, staakte Liszt vrij vroeg zijn virtuositeitsprestaties om alleen de orkestleider en de toondichter aan het woord te laten. Casals zocht een compromis tussen beide expressievormen; daardoor werd de componist een bestaan gegund in functie van de virtuoos en zal dan ook de eerste met de tweede sterven.