Geniaal... maar met te korte beentjes
DE wereld + de rest ligt daar, om iedere dag opnieuw te moeten ontdekken dat zij (+ de rest) misschien wel zin heeft, maar dat de onzin alles overwoekert... dat zij van geest misschien wel geniaal is, maar struikelt onder veel te korte beentjes:
daar sterft een baron en zijn boeken worden in openbare veiling verkocht, en wat peinst ge nu dat daar op de veiling allemaal te zien is? ha, niets anders dan oude in leer gebonden stinkende heraldiek door de eeuwen heen, en de dode stambomen van het geslacht, heu... het is mij voor het moment onsnapt. Maar terwijl de veiling nog niet is begonnen lopen 3 heren in de gangen heen en weer, en vallen ze de zaal binnen waar het werk van toulouse-lautrec wordt geêxposeerd... die geniale met zijn te korte beentjes: en de zaalwachter vraagt hen het ingangskaartje en ze kijken verdwaasd naar de volgehangen muren: moeten wij betalen... voor dàt... aanplakbrieven die men ons, voor zover wij de wereld + de rest een beetje kennen, tegen de goesting heeft onder de neus geduwd?:
en ik ontdek de wereld + toulouse-lautrec: zijn cabaret-kotjes die een schijn van demi-monde willen ophouden, zijn danseresjes die de gaten in hun kousjes wel eens mogen stoppen, zijn zangeres die een veel te grote mond opzet, zijn zelfportret met de veel te korte beentjes: en ik heb plots een vlam... neen, laat mij weer niet overdrijven... een tinteling van symphatie voor hem, want ik begrijp zijn truk: achter de kaarten lanceert hij met bewonderenswaardige vaardigheid een vals spel kaarten: misschien ben ik in staat om met mijn werk de eeuwen te trotseren, maar het loont de moeite niet om mij daarvoor in het zweet te werken, ik maak een aanplakbrief waaraan ik wat verdien en ik teken een danseresje waarmee... enfin, de wereld + de rest + dat danseresje moet steeds opnieuw worden ontdekt:
maar wat baat het dat ik de wereld + de rest steeds opnieuw ontdek, als dat geen praktisch baat brengt aan mijn leven, mijn dromen en mijn werk? Ik keer terug naar huis al dubbende dat het ook bij mij op 't zelfde neerkomt, louis-paul boon was misschien wel... gelijk pygmalion... in staat een beeld te maken dat leven kon... maar boontje was te praktisch en klopte het kapot om de stukken aan de man te kunnen brengen: wij weten allen dat vincent van gogh zich een kogel in het lijf jaagde op het altaar van de kunst... zijn naam weze gezegend in alle eeuwigheid... maar wij weten dat ook toulouse-lautrec en boontje daartoe in staat zijn: ook hun droom reikt hoog genoeg, maar hun korte beentjes kunnen hem niet volgen:
want hoe gebeurt het mij? ik kan daar achter de kachel zitten en de schitterendste gedachten krijgen, maar ik kan ze niet behoorlijk uitspreken of moet er eerst een beeld voor zoeken. Maar al een beeld gebruikend word ik daar verliefd op... haha, dan toch pygmalion... en poets er aan en tuig het op... maar de geniale gedachte die er mee omhuld werd ben ik kwijt: mijn kop af maar ik