in het mitrailleeren van processies of stoeten om ineens genoeg te hebben voor een massagraf.
Niemand die oprecht is en het hart op de juiste plaats draagt, zal, na zich eenmaal weer werkelijk te hebben geïnteresseerd aan een breed uitgesponnen, goed geschreven ‘boeiend en geheimzinnig drama’, kunnen afstrijden dat het hem beter maakt, na de oorlogsafstomping. Zooals hij na een zwempartij of een bad met douche de zeer behaaglijke reactie voelt van huidzenuwtjes en cellen die anders inert blijven, zoo wordt hij gewaar dat zijn belangstelling voor het lot van één enkel mensch, zijn medelijden, zijn ontstichtheid of verontwaardiging, zijn tevredenheid over welverdiende bestraffing, zielswerkzaamheden die tijdens den oorlog stil vielen, weer normaal functionneeren. Hij verheugt er zich in dat deze moreele veerkracht in hem nog bestaat, hun functie komt hem voor als een overwinning op de afstomping door cynisme. Het lijkt hem een teeken van zedelijk zelfherstel op detailfeilen weer viever te kunnen reageeren dan pas geleden op den chaos van het geheel, het bloed bij beken, de moorden in serie, een teeken ook van zelfherstel der wereld, die wel nog veel gekruiders te melden heeft, maar toch reeds op deze burgerlijke deficienties beroep moet doen om de publieke aandacht in spanning te houden. En nu hij zijn reacties, omdat ze nieuw zijn, beter controleert, glimlacht hij meewariger om het onverstand volgens hetwelk de mededeeling van het abnormaal gedrag de normalen zou ontwrichten, in plaats van ze integendeel meer behagen te doen vinden in de veiligheid van hun braafheid, de voldoening niet te zijn als dezen, de opportuniteit van het onopvallend in goed spoor loopen. De beschrijving van een auto-botsing heeft nog nooit een chauffeur dwaas doen rijden en de zielzieken die van moorden lezen om te leeren hoe men dit moet doen, doen dit immers niet omdat zij het gelezen hebben, maar lazen het omdat zij het wilden doen.
De hoofdredacteurs die uit vrees voor ontstichting nog aarzelen de particuliere misstappen in hun kolommen de plaats te gunnen welke zij verdienen, zeker nu, moeten eens bedenken of datgene wat zij er voor in de plaats geven, het stichten van politieke ontevredenheid, de dagelijksche beschrijving van de onbekwaamheid der regeerders en van de onmacht der internationale politici om welk accoord ook tot stand te brengen, zooveel stichtelijker zijn en of het niet veel beter is deze buiten elk contact met den wil en de mentaliteit van de menschheid opereerende sterrekundigen van langsom meer te negeeren in verloren hoekjes, om hun lezer meer en meer te onderhouden over de gewone burgerlijke dramas en nieuwtjes waar hij bij kan.
Indien zij deze zoo echt menschelijke onderwerpen toevertrouwen aan hun bekwame jonge krachten en niet aan hun sukkels, zullen zij spoedig ondervinden dat het van dit genre versmade reportage naar werkelijke kunst van verhaal en roman maar één enkele stap is, dien het talent zonder moeite zet, zoodat zij, eerder dan zij misschien verwachten, de pers langs haar zoogezegd minderwaardige zijde om, de peilverhooging zullen bezorgen, welke zij, naar het algemeen gevoelen der lezers, zeer goed kan gebruiken.
Gerard WALSCHAP