De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Ballade van de gehangenen In memoriam de gehangenen van het concentratiekamp te Neuengamme (Hamburg) 1944-1945. Kameraden worden gehangen. Een rare boom is de galg. Wij voelen hun laatste verlangen, Hun hoop en hun bevrijdende walg. Wij kijken naar de stroppen. Zij wiegelen en schijnen te vangen. De hemel verbleekt waar zij hangen. Een kameraad klimt op. ‘Vaarwel kameraden!’ Hij steekt zijn geschoren kop Door den dikken rukkenden strop. Zijn oogen zijn zonder tranen. Een kameraad klimt op... Wij zien hem den nacht in staren. De lucht vangt hem op. De dood is zonder gebaren. Een kameraad klimt op. In lange rij de dooden hangen... Zij neigen hun scherpen kop. De maan valt op hun wangen. Gelukkig dat een mensch kan sterven. Geen één die niet stierf als een man. Wij staan in de koude te beven. Zij weten er niets meer van. Wat zullen de kinderen erven Van deze schamele mannen, Die zoo groot konden sterven Aan de galgen van Neuengamme? [pagina 268] [p. 268] Zal men hun gedachtenis eeren? Zij worden verascht deze nacht. Zonder naam sterven de gestreepten. De waaiende wind wordt hun graf. Zij hebben hun leven niet gegeven Opdat men roemen zou hun naam. Maar voor die galg en hun geweten Hebben zij zonder fout gestaan. Die reinheid zal niemand onteeren. Wat kon haar deren de laatste schop Dien officieren kwamen geven Aan een doode in een strop? Al brengt men kronen veel en kransen, De dooden zijn niet immer schoon. Maar deze geraamten aan een koorde Treft geen enkele hoon. Zij hangen met gebonden handen, Hun koppen kijken naar de maan, Doch hun zielen als sterren staan Boven het kamp te branden. Na hun dood viel er niet veel te deelen: Kapotte schoenen en lompen zonder naam. Toch schonken nooit zóó weinigen Zooveel aan hun erfgenaam. Toen zij niet meer konden spreken Met hun koord en hun doode lijf Hebben ze hun testament geschreven. Hun beulen stonden er machteloos bij. Nooit werd er een aldus geschreven Als door die dooden in een rij. Ons hart beefde bij het lezen. Tusschen de sterren stond donker: VRIJ. Theo VAN STICHEL Vorige Volgende