De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 266] [p. 266] De eik in 't krijgsgevangenenkamp Hij staat, met kloeken stam en wijde kruin, en troost mijn dwalend oog; een stille symphonie van groen en bruin, met rustig takgeboog... De stoere eik in 't krijgsgevang'nenkamp is mij een kloek houvast, in warreling van weemoed en van ramp een hoop, die groenend wast. Hij staat, in eed'le welving van zijn top in blauwe of donk're lucht, een beeld van kalm-bedaard vertrouwen op der wereld dwaze vlucht; want alles hier op aard heeft toch zijn zin - soms op een lang termijn - en speurt het oog niet steeds 't begeerd gewin aan vollen levenswijn, laat droesem eerst bezinken tot den grond, na 't schuddende geweld, zoo heldert wel en geurt op tijd en stond wat uit den bodem welt, gelijk de sappen al van eeuwen her doorruischten stam en tak, en thans nog zingen van heel diep en ver door 't wijde bladerdak... Waar menschen, heerschers, lusten, smarten gaan, in onbestend'gen duur, daar blijft de troost van stoere eiken staan, als blijvende natuur. Zoolang een vezel taai, veerkrachtig houdt ons vast aan haren schoot, blijft het vertrouwen ferm en frisch en stout, ook in den barsten nood... Hij staat, met kloeken stam en wijde kruin, en troost mijn dwalend oog; een stille symphonie van groen en bruin met rustig takgeboog. 6 Augustus 1940, Colditz (Saksen) V. DE MAESSCHALCK Vorige Volgende