De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] Exotische nacht Onder de zware lindekruinen langs de reien kwam vroeg de schemering, vertrouwd en traag, als op het zomerstrand de zilverwitte tijen. De teere dingen van de lente worden vaag: het lichte groen van licht-omwaasde twijgen, een witte hagedoren, wat jasmijnen, het azuur, waarin de sterren openbloeien. In ons zwijgen begint een nachtegaal zijn lied, ontzind en puur, wijl achter ons op een verzonken toren het nachtlijk uur, dat wij verwachtten, slaat: nog wordt het kind niet uit uw schoot geboren, dat sinds den laatsten zomer leeft in uw gelaat. Die nacht is ons door God uitsluitend toegewezen, opdat wij zalig zijn: uw oogen glanzen van zijn oogen en uw haren geuren uitgelezen naar zijn geheimste bloem, die bloeit in Hindoestan. Uw stem zingt met de zuivere vokalen, die men te Soerabaja van de moeders hoort en in den zefier zit de wind te galen, die goddelijke gamelang, dat nooit-voltooide woord. En hoor, hoe paradijselijk de sagopalmen gaan ruischen, nu mijn koele handen gaan over uw heupen, langs uw dijen talmen en helder worden van uw licht en diafaan. Gij zult den zoo vertrouwden slaap niet vinden in dezen nacht, wij zijn alleen vertrouwd met deze vreemde boomen, bloemen, wind en geluiden - en God, die door uw oogen schouwt. Jan VERCAMMEN Vorige Volgende