De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] [Gedichten] Ars Poetica De bergen en de boomen, stroomen en de maan, De zee, de zon, om van de sterren niet te spreken, Ze slapen er niet van dat zij nog in het teeken Van een of andre school in ‘isme’ niet en staan. Pegasus moet men eerst zijn paardepooten breken Om vlugger op zijn wiek Olympos op te gaan; En laat ons in den neus der Muze een ringje steken, Zoo wordt zij goed geleid. Of zweeft zij best vooraan? Nog gister kocht men brood, gedeegd uit 'k weet niet wat. Ik houd het bij het tarwebrood dat vader at. Doch laat ons over 't water en den wijn niet twisten. Elk blijve bij zijn leest. Eenieder is toch vrij. Doch 'k ken er die met al hun kunstemakerij De nagels smeden voor hun eigen, enge, kisten. Irrequietum Omdat gij altoos meer zult vragen, van de bloemen, Dan enkel bloem te zijn en stil onder de zon Omdat gij nooit uw naam in liefde hoordet noemen Zonder geheime siddering dat het niet kon... Omdat gij liever steeds de bijen zaagt aan 't zoemen Dan honing drinken; en de frischheid van de bron Uw leên slechts koelde om dieper te verdoemen Een ziel waarrond het lijf slechts snerpend garen spon... Omdat... En toch werd rond uw grenzeloos begeeren Door vriendschap en door liefde een heerlijkheid gebouwd Waarboven bonte vogels van het vurig leven veêren... En toch stapt ge in den storm, en toch jaagt gij de hinde Waarvan geen enkel jager ook maar het spoor kon vinden, Omdat, sinds de eerste dwaling, gij u zelve steeds mistrouwt. Firmin VAN HECKE Vorige Volgende