Intermezzo
ALVORENS een nieuw, onafhankelijk tijdperk van onze nationale kunstontwikkeling in te zetten, is het niet van belang ontbloot een bestek op te maken van de verschillende positieve waarden en jonge strekkingen, welke zich thans in ons beleven van de klankenkunst voordoen. Wij hebben vier jaar geleide muzikale beoefening achter den rug. De bezetter bekommerde zich zeer weinig om onze nationale produktie. Hij vertrouwde de inrichting van onze koncert- en radioprogramma's toe aan enkele van zijn trawanten en beperkte zijn toezicht tot het verwijderen van de Joodsche toondichters en een systematisch inlasschen van eigen produktie en eigen uitvoerders. Zijn Vlaamsche en Waalsche lakeien zijn veel verder gegaan. In naam van het volk, van de nationale kultuur, van het verleden, waarover zij het groot symbool van Peter Benoit zwaaiden, werden alle modernistische strekkingen op de zwarte lijst gebracht.
Met de Benoit-referentie bewezen deze collaborateurs, dat zij weinig of niets van die groote figuur uit het verleden begrepen hadden. Benoit is noch de stichter van de Vlaamsche muziek, noch de eerste toondichter die op Vlaamsche teksten komponeerde. Hij was de modernist van zijn tijd en de nieuwe beweging ging toen in heel Europa naar de volkstaal. Als dusdanig stond Benoit strijdvaardig tegenover de muzikale konservatieven van zijn tijd. De reaktie groepeerde namen als Fétis, Gevaert, Tinel. Deze twee laatsten waren eervolle Vlaamsche toondichters, die trouwens, ondanks hun begrip van de kompositiekunst, Benoit naar waarde wisten te schatten.
Benoit gaf aan het Vlaamsch muziekbeleven de stuwkracht van het Europeesch realistisch romantisme. Zijn strijd liep evenwijdig met de ontwaking van het Vlaamsch taalbewustzijn. Daardoor kreeg, historisch, de figuur van den kamper zulk helder lichtenden krans, dat men niet aarzelde zijn komposities als onveranderlijken maatstaf voor de Vlaamsche toonkunst van heden en morgen te beschouwen. Heel Benoit's streven was gespannen naar de toekomst. De kortzichtige pro-Duitsche collaborateurs negeerden het heden in naam van Benoit en zagen niet in hoe zij toen tegenover den Antwerpschen meester eigenlijk de plaats innamen van een Gevaert of een Fétis vroeger.
Deze reaktie kreeg vier jaar volmacht. De vruchten van haar arbeid optellen is niet moeilijk. Geen enkel werk van beteekenis werd gekreëerd. De schoolsche traditie van den meester blijft stevig berusten in de handen van Flor Alpaerts, waar zij over Keurvels, Mortelmans, Candael haar toppunt vóór Mei 1940 had bereikt.
De huidige na-oorlogsche periode heeft ons wel van dezelfde school van toondichters een groot en merkwaardig werk gebracht: het vioolkoncert van Lodewijk De Vocht. Doch met dit werk breekt De Vocht, bewust, met zijn voorgangers af. Hij schijnt Brahms of Mendelssohn als toonbeeld te hebben genomen.
Te Antwerpen zelf was, kort na 1918, een modernistische beweging ontstaan. Iedereen herinnert zich de aardige vondsten van Karel Albert op het gebied van de