De Vlaamsche Gids. Jaargang 28(1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 501] [p. 501] [Vier gedichten] Vaderwijding Ik zal een vader zijn zooals zoovelen, om welke ik gelachen heb voorheen: wij zullen allen 'tzelfde noodlot deelen, en ieders droomen breken eens uiteen. 'k Zal met mijn kleine kuieren van keuken tot kamer, en in kinderlijke kuur 't gelaat vertrekken en mijn hoed verkreuken en zelf een kind weer worden op den duur. Ik zal mijn dichten derven en het duister, dolen door zomeravonden, en stil leeren genieten liefelijken luister van reinen kinderlach en lieven gril. Ik zal mijn koele kalmte zien verstoren en grommen als een grijze grimmigaard om 't rust-beroovend razen rond mijn ooren en om het heele huis, in hel ontaard!... Toch zal ik vader worden zooals velen, die door hun kinderen bekeerling zijn, en kalmpjes kunnen met de kaarten spelen, tinnen soldaatjes of hun blikken trein... [pagina 502] [p. 502] Danklied Ik dank u, hooge leiders dezer wereld, daar gij mij van mijn arbeid hebt beroofd, wijl in uw roemers de champagne perelt: is elk gevoel dan in uw hart gedoofd? Ik dank u dat gij mij haast laf doet leven op 't zware zwoegen mijner zwangre vrouw, en gij mij nog zooveel te kort laat geven, dat ik in huis te rillen zit van kou... Ik dank u om uw bouw der nieuwe wereld, gemetseld met de mortel van ons bloed... wijl in uw roemers de champagne perelt en straks een jonge vader zich verdoet... [pagina 503] [p. 503] Getuigenis Nu had ik graag een avond kinema, een lekker potje bier en... meisjesoogen; ik voel mij jong en frisch en zie me na een danspartijtje al zoo opgetogen. Het brood smaakt niet en ook die fletse vischjes; de koffie en de keuken zijn niet warm. De vrouwen kouten over kommernisjes van allen aard en over luchtalarm. Ik zal maar zelf mijn sigaretten maken en mijnen tijd verdichten bij de stoof: tot zoover kunnen we dan toch geraken met al ons idealen en geloof. [pagina 504] [p. 504] Zielennood 'k Wil graag vertrouwen in uw goeden God, maar laat mij dan de mooglijkheid te leven; 'k wil graag gehoorzaam zijn aan elk gebod, maar 'k moet mijn kindren toch te eten geven. Een mooi gebed maakt in mijn huis geen vuur; m'n geldbeurs vloeit niet vol met vele kruisjes, en t tandenbibbren bij 't aanbiddingsuur verlost ons nog niet van de armoe-luisjes... Geef mij mijn arbeid en mijn vrouw haar rust, laat mij wat rooken en mijn kind wat snoepen: Geef mij te leven en van louter lust kom ik mijn dank in uwe kerken roepen! LODE QUASTERS. Vorige Volgende