De Vlaamsche Gids. Jaargang 28(1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] [Twee gedichten] Verklaring 'k Hou van U wanneer gij door het kind van uw verlangen - dat in deze onzekre tijden nooit geboren wordt misschien - door een stille nadering van zachten weemoed wordt bevangen waarin gij uit uw vlees de roze vruchten wilt geboren zien. Wanneer wij in elkander opgenomen en verloren zijn en om een ver bezit in ons een schrijnend heimwee schreit, want ik heb de nachtegalen lief en 't wolken in den maneschijn, maar verdroom aan de besterde diepten van uw hart mijn zaligheid. U zoenend dan met zachten waanzin roep ik dromen los aan uwen natten mond waaraan mijn lippen beven en 'k draaf de sterren langs op 't wildste ros, door het stuwend ruisen van mijn bloed gedreven. [pagina 169] [p. 169] Dromenjacht Hij had het water van den stroom zo lief en liet het stijgen tot de dijen. De waterlelies en de juffers waren droom, hij zou met hunne dromen stervend vrijen. De bomen kronkelden in 't water schril en zoete beelden joegen door zijn hoofd. Hij gleed, een plank, en weerde stil het wier dat hem een hemel had beloofd. Maar de beloften zijn hem vaak ontzonken en op een naderend begeren hoopt' hij niet, maar zag, wijl ogen, mond en oren dronken, hoe de hemeldeuren opensloegen in het riet. Het laat geen baat te sterven voor een beeld, hoe echt en vurig nog 't beminnen is. De dood heeft ziekte en geheimenis geheeld als 't sterven een herwinnen van 't beloofde is. FRANZ ZONNEBERG. Vorige Volgende