De Vlaamsche Gids. Jaargang 28(1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] [Twee gedichten] Toekomst Eenmaal zal ik mijn heimwee overwinnen en 's avonds rustig blijven bij mijn vrouw; ons leven moeten we allen herbeginnen: een laatste daad van boete en berouw. Dan zal 'k aandachtig dichten in mijn zetel en ondanks het beminnelijk geplaag der kleinen, grijnzen hoe ik eens vermetel en losjes schermde met de levensvraag. Dan zal ik kibbelen met de vrouw en keuvelen over de kinderen en hun bestaan: (Mozes die sterven gaat op 's Heeren heuvelen en weenend nog de zon ziet ondergaan...) Eerst dan zal ik mijn heimwee overwinnen en mannelijk verdragen mijn verdriet en dit doordringend knagen steeds hierbinnen om alles wat te vluchtig ons ontvliedt. [pagina 167] [p. 167] Het lustelooze leven Dit leven heeft niet veel meer om het lijf, zoo weinig als een lang vertrouwde mond: de aarde werd een duister, dood verblijf dat alle waarde mist en elken grond. Wie heeft niet al zoo lang zijn doel verloren en ook den lach die om het aanschijn waart? Enkel de vrouw draagt nog een stil bekoren, diep op den bodem van de ziel bewaard. 't Geloof en het vertrouwen zijn geschonden en alle leven vliedt aan ons voorbij; wij bedrijven onverschillig onze zonden en voelen om niet één meer medelij... LODE QUASTERS. Vorige Volgende