Julius Mac Leod, de veldtocht voor de verovering van het hooger wetenschappelijk intellect ingezet, terwijl Lodewijk de Raet, met den veelzijdigsten kijk op de werkelijkheid, de waarde van de economische ontwikkeling in het licht stelde. De taal werd niet meer beschouwd als een doel op zich zelf, maar wel als een der middelen tot algeheele ontvoogding. De taalstrijd werd, in den ruimsten zin van het woord, tot den strijd voor een volledige Vlaamsche cultuur.
Volstrekt nieuw was dat zeker niet: Julius Vuylsteke en Albrecht Rodenbach hadden al dat programma verkondigd. In 1891 had reeds onze Hollandsche vriend Leo Simons geschreven, dat de Vlaamsche Beweging een sociale beweging moest worden, met inachtneming van ‘de groote vragen, die de volksbeschaving beheerschen.’ Hij gaf ‘Studies in Volkskracht’ uit, en zijn ‘Nationaal Leven’, van 1903, waarin hij vaststelde, dat de behartiging van stambelangen ‘niet af te scheiden [was] van deelneming in den grooten maatschappelijken hervormingsarbeid van onzen tijd,’ werd mede met het boekje van Aug. De Winne, ‘A travers les Flandres’, dat met feiten op onzen economischen nood wees, in ‘Vlaanderen’ begroet als de aansporing tot een voor ons uiterst vruchtbare werking. Ongetwijfeld heeft ook het in 1901 opgerichte Sociologisch Instituut van Waxweiler de denkbeelden van Lodewijk de Raet richting en steun gegeven.
Maar De Raet is het dan, die op strikt wetenschappelijke wijze het gansche vraagstuk van de opbeuring, mede met de vervlaamsching, van ons economisch leven in al zijn onderdeelen heeft toegelicht, nijverheid, landbouw, handel, zeevisscherij, geldwezen. Hij is het, die het helderst heeft bewezen, welke rol het geschoolde verstand van een elite in onze beschaving spelen moet. Hij is het, die het Vlaamsche Handelsverbond (1908) en iets later het Vlaamsch Economisch Verbond tot stand hielp brengen. Hij is het, die niet alleen voor de vervlaamsching van de Gentsche Universiteit vocht, maar met nooit-ontmoedigd geloof en vastberaden wil wist door te drijven, dat ook de vervlaamsching van het technisch onderwijs een onontbeerlijk vereischte zou zijn. En dat is verwezenlijkt. Lodewijk de Raet is de grondlegger van de sociaal opgevatte Vlaamsche Beweging.