De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 504] [p. 504] Ballade van den administratieklerk Met vrouw en kinderen gaat hij 's zondags trouw ter kerke. Eenvoudig is zijn staat, een klein salaris brengt hem 't werken. Met wat d'Heer hem gaf is hij tevree. Als goed geloovige draagt hij wel en wee. Zeg niet van dien man: Trouw heeft hij zijn heil bewaard in eenvoud stille dingen rond zich gegaard. Want 's nachts aan zee zag hij door 't duister de fanalen en voelde een vage kramp die hem door 't lichaam snee. Hij was matroos aan wal in vreemde haven, en bralde met een barmeid bij d'harmonika, sliep met een Creoolsche tot den morgen, was zonder geld en had toch geen zorgen, Hij minde van San-Francisco tot China. Te Buenos Aires handelde hij in slavinnen en had een kroeg met vrouwen aller slag. Hij rookte opium en snoof morphine en was zat van liefde dag op dag. Zeg niet van dien man: Trouw heeft hij zijn geloof bewaard, 't heil der simple, dingen om zich vergaard. [pagina 505] [p. 505] Want door d'avondlijke stad dwaalde hij door nauwe stegen, wenschte gore vrouwen te hebben liefgehad; alleen een laffe vrees die hield hem tegen. Nu gaat hij wandelen met vrouw en kind, toont een vogel tusschen gele blaren, luistert naar 't vertelsel in den wind. Hij leert de kleine dingen groot te ervaren. Hij leeft nu in de vrede van den Heer als een goed geloovig en eenvoudig man. Hij strooide assche over 't hoofd voor zonden die hij nimmer heeft bedreven. Ten slotte wordt de felste brand gedoofd. Alleen een laffe vrees die hield hem tegen. JAAK GOMMERS. Vorige Volgende