De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 419] [p. 419] [Drie gedichten] Vroom verbond voor M.L. Aan uw lippen wil ik stranden, wil ik breken van genot zachtjes in uw hart verzanden wenen bij dit hoog gebod kindren treden uit der dromen schoot, naakt en moederrein kindren zullen immer komen zo er goede harten zijn moeders zullen immer breken de broze levenswand en de dood zal immer wreken met een zwaai zijner hand het genot der kinderlozen die sterven zonder zaad kindren in de schoot bevrozen in de koude van het kwaad zegel dan met een zoen de vrome woorden van dit wijs verbond en hoor het wuiven van de bomen en 't breken van de grond... [pagina 420] [p. 420] Eine geige weint... Es weint eine Geige en het is nacht met schone gestalten tussen de bomen zij weent en 't is of ze lacht en 't komt als uit dromen kom kleine, en klauter op mijn hart ik zal je toch maar beminnen straks verrijst uit de smart het immer schone herbeginnen. [pagina 421] [p. 421] Zeg het met zoenen Zeg het met zoenen wat je met woorden niet zeggen kunt, mijn zoetelief, mijn kindje van verlangen... van verdriet, mijn kleine liefdegerief de vruchtenzoete taal die alle monden spreken die vloeit van het vurige bloed der jonge verliefden kan alleen verbreken de doem onzer woorden en de gloed van het eerste liefdesuur. Twee lippen van vlees en roze huid en in ons hart het liefdevuur dat ewig ontvlamt de broze botten aan de twijg des levens, die donker zal ontgloeien wanneer het zondenvrij misterie ons lichaam zal ontgroeien. TIL LEYERS. Vorige Volgende