| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Ich kann nicht schweigen. Europa-Verlag, Zürich; 220 blz.
De auteur, eertijds nationaal-socialist, klaagt hier de huidige Duitsche machthebbers aan, in naam van het recht en de vrijheid. Hij noemt hun politiek avontuurlijk, die niet anders dan met een catastroof eindigen kan, en bewijst dit door meer dan éen kijk op datgene, wat achter de schermen van het officieele leven geschiedt. Zoo bezit dit gewichtig document ongetwijfeld groote historische en menschelijke waarde, ook omdat het aantoont, dat talrijke Duitsche intellectueelen onderscheid blijven maken tusschen trouw aan hun volk en gehoorzaamheid aan het regeerend regime, en deze houding vrijwillig handhaven, zonder dat men hen als aanhangers van het Marxisme zou kunnen betitelen.
| |
Leon Paschal. - Les Courtisanes et les Amoureuses. Gallimard, Parijs; 290 blz.; 25 fr.
Eigenlijk hebben we hier te doen met de ‘Mémoires’ van graaf Casimir von X., door den heer Léon Paschal om welvoeglijkheidsredenen von Sternbach gedoopt. Het is het relaas van zijn krijgstochten, zijn liefdesavonturen en andere merkwaardige voorvallen, door den befaamden medewerker aan de ‘Revue Blanche’, de ‘Mercure de France’ en de ‘Revue de Hollande’, criticus, romancier, estheticus, auteur van politieke en economische schriften (o.a. over Belgische en Vlaamsche toestanden) en vertaler van ‘De kleine Johannes’, litterair in orde gebracht. ‘Sternbach’ leefde van 1682 tot 1752 en speelde zijn militaire rol in hoofdzaak tijdens den Spaanschen (1702-13) en den Oostenrijkschen (1740-48) Successie-oorlog. Historische en cultuurgebeurtenissen uit die ‘galante’ eeuw boezemen alle om het meest belang in; zoo o.a. het spannende verhaal van het neerslaan van den Catalaanschen vrijheidsgeest (1714), juist 225 jaar geleden, dat op dit oogenblik buitengewoon actueel heeten mag; de schilderachtige beschrijving van de toenmalige zedelijke ontaarding, niet in 't minst in de kerkelijke kringen, in geheel West-Europa (en hier vooral in Spanje); het aantoetsen van alle beruchte geschiedkundige figuren uit die ‘ridderlijke’ periode. De levensphilosophie van ‘Sternbach’ is een curieus mengsel van epicurisme en stoïcisme, dat hem eerder sympathiek maakt. Naast de honderden ‘herinneringen’ van zijn tijdgenooten neemt deze frissche bewerking van den heer Paschal een oorspronkelijke plaats in.
| |
Johan Fabricius. - Kasteel in Karinthië. A. Manteau, Montoyerstr. 49, Brussel; 3e druk; 570 blz.; ing. fr. 63,75; geb. fr. 83,30.
Johan Fabricius gaat met dit apogeumwerk stellig een groot succes te gemoet, want iedereen zal het literair gehalte en de cultuurhistorische beteekenis er van onderstrepen. - In het jaar 1890 trekt baron Georg Weygand, majoor in het Oostenrijksch-Hongaarsche leger, zich terug op zijn familiegoed, een oud kasteel in de verlatenheid der Karinthische bosschen. Zijn huwelijk en de jeugd van zijn kinderen vormen het begin van den breeden stroom van gebeurtenissen, waarlangs het leven der hoofdpersonen zich voortbeweegt, van de zorgelooze vooroorlogsche
| |
| |
dagen in Weenen af tot het bittere tijdperk, waarin de familie uiteenvalt en waarin we tevens den ondergang der oude Donau-monarchie beleven. - Karakters en toestanden worden fijn geanalyseerd; alle lagen van het menschelijk zieleleven doorsneden; de samenleving getoond in haar licht- en schaduwzijden; de spanning der antithesen in de laatste bewogen vijftig jaren helder en juist beschreven. Over de levendigheid en aantrekkelijkheid van Fabricius' stijl, zijn dikwerf innigen, stemmigen, beeldrijken verteltrant zal elkeen het eens zijn. Hij is een groot artist, en zijn ‘Kasteel in Karinthië’ een boek van blijvende waarde, een meesterlijke prestatie, die 's schrijvers naam in de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde definitief vestigt. Overal heeft hij - en dat was de enorme hinderpaal, dien hij te overwinnen had - tusschen zijn personen en het geestelijk en politiek gebeuren het organisch verband weten te leggen. In dit opzicht is hij ten slotte beter geslaagd dan bv. Mevrouw Boudier-Bakker in haar ‘De Klop op de Deur’, wiens overweldigenden bijval wij den ook bij onze jeugd geliefden auteur van ‘De Scheepsjongens van Bontekoe’ van harte toewenschen.
| |
Abbé Th. Moreux. - De Raadselen der Wetenschap. Brepols, Turnhout; 320 blz.; 45 fr. Vertaling door F.D.J. Holtzer. Geïllustreerd.
Kanunnik Moreux, de alombekende bestuurder van de Sterrenwacht te Bourges, niet alleen een voortreffelijk astronoom, maar tevens een talentvol schrijver, ziet zijn succesboeken eindelijk in onze taal verschijnen. Alle getuigen van zijn springlevenden geest, wiens fluïde snel in ons overstroomt. - Hier nu behandelt hij op indringende wijze: De geheimzinnige onthullingen van de Groote Pyramide. Het zonneraadsel. De nieuwe sterren. De astrale invloeden. Het Mars-raadsel. Het leven en de dood der zon. Het raadsel van onze climatologie, van onzen oorsprong, van het heelal, van de evolutie der planeten. De grenzen van onze wetenschap. Het boek Genesis van Mozes en de wetenschap. Zal men de maan kunnen bombardeeren? Visioenen over het einde der wereld. In de schaduw van de maan. Het raadsel der zonne-corona. De raadselen van den tijd en van het zonnestelsel. De philosophie van de hyperruimte. - Wie deze studies doorleest, zal stellig vele sluiers zien oplichten en klaarheid verkrijgen over talrijke moeilijke en delikate problemen.
| |
Paul Frischauer. - Groote Heeren. Hollandia, Baarn; 360 blz.; ing, fl. 3,75; geb. fl. 4,50; vertaling door Mev. Berkhout-Willemse.
Met het verhaal van deze romantische liefde van Napoleon maakt het Nederlandschlezend publiek met den nog jeugdigen ‘Oostenrijkschen’ auteur Paul Frischauer kennis, den schrijver van ‘Albrecht Dürer’, ‘Prinz Eugen’, ‘Garibaldi’, ‘Beaumarchais’ en ‘Die Memoiren der Dubarry’. Hij bezit de gave om zich in een lang vervlogen tijd en de gestalten er van geheel te kunnen verplaatsen; dit maakt zijn boeken zoo levend en geeft er die sfeer van intimiteit aan (Johan Fabricius). Napoleon spiegelde den onbeteekenenden plannenmaker ‘Rasonski’ macht en roem voor en maakte hem daarna tot den stamvader van een nieuw prinselijk geslacht, tot ‘vader’ van den opvolger van uitgestrekte bezittingen, van 's keizers eigen zoon, omdat de groote Corsicaan een tegenstander, wiens mooie bruid hij tot zijn maîtresse gemaakt had, kwijt wilde zijn. Deze adellijke poesjenel bleef echter een trawant, verbonden met Napoleon door de banden van een ingewortelden, maar nutteloozen haat, en na den val van den Adelaar werd deze niet-meetellende mededinger weer een nul op het tooneel der geschiedenis. - Wie Frischauer leest, zal aanvoelen hoe zijn dramatisch uitbeeldingsvermogen, zijn historische kennis en zijn letterkundige techniek tot een hoogtepunt zijn opgevoerd.
| |
| |
| |
Bertrand Russell. - Opvoeding en de moderne Samenleving. De Driehoek, Bosch en Duin; 280 blz.; ing. fl. 1,90; geb. fl. 2,75.
Van den eminenten Engeischen denker, wiskundige, socioloog en opvoeder B.A.W. Russell, in 1872 uit het oude Whig-geslacht der earls en hertogen van Bedford geboren, hier tot onze schande schier onbekend, publiceert De Driehoek dit zeldzaam veelzijdig werk, dat alle elementen van onze samenleving bespreekt, in verband met de opvoeding: individu tegenover gemeenschapswezen; de negatieve opvatting van de opvoeding; opvoeding en erfelijkheid; gevoelsleven en discipline; het gezin tegenover de school; de godsdienst in de opv.; de sexe in de opv.; de vaderlandsliefde in de opv.; het standsgevoel in de opv.; de wedijver in de opv.; opv. onder het communisme; opv. en economie; propaganda in de opv.; het samengaan van individualiteit en gemeenschapszin. In elk hoofdstuk komen schrijvers groote evenwichtigheid en scherpte van oordeel prachtig naar voren, de innerlijke wortels van talrijke vooroordeelen en verkeerde gevoelens blootleggend ‘met zulk een liefdevollen ernst, dat men vergeet zich tegen de verstrekkende konsekwenties dezer opvattingen te verzetten.’
Dr. JOZ. PEETERS.
|
|