universiteitstheses werden er aangevuld! Van hoeveel in de knel zittende schamelen aanhoorde Baekelmans er de biecht!
De talrijke vertalingen naar boeken van zijn hand zijn gewis méér dan een aanwijzing, wat betreft zijn beteekenis als scheppend kunstenaar. Een solide menschenkennis kenmerkt zijn talent als verteller. Hij is een fijn opmerker. Zijn taal is die van het gemoed, eenvoudig, spontaan, oprecht. Zijn humor werkt daarbij vergoelijkend in, - zout dat het op den bodem der zielen achtergelaten bezinksel oplost...
Van stonden aan bepaalde Baekelmans zich tot het bekende, - tot de menschen met wie, de dingen waarmede hij vertrouwd was. Zulks maakte de uitbouwing van zijn oeuvre zoo logisch. Hij groeide óp aan den havenkant, te midden van klaploopers en scheepsvolk. In ‘De Kat’, zijn eerste opstel, onthult hij reeds een aspect van dat milieu, in latere bladzijden gestadig uitgediept.
De Antwerpsche atmosfeer, inzonderheid deze van de Scheldebuurt, het Schipperskwartier, vond in hem een nauwgezet en optimistisch vertolker. Hartstocht ontbreekt in zijn werk, omdat de personages die hij bij voorkeur behandelt nu eenmaal geen driftkoppen zijn. Men vergisse zich evenwel niet: aan het bonte wereldje van schooiers en pooiers, kroegbazen en straatmadelieven, zwervers en fantasten, dagdieven en zwabbers, burgerluidjes en neringdoenden dat hij opgeroepen heeft, ligt een machtig gevoelen van humaniteit ten grondslag. En is het verder zóo onbelangrijk dat we hier eindelijk eens te doen hebben met een auteur die niets minder dan een groote stad verkent?
Menig wezen over hetwelk hij zijn adem liet gaan, wies tot een typische figuur uit van den socialen stand waartoe het behoort. Let er ten slotte óp hoe of Baekelmans' ironie een verkapte vorm is van het mededoogen en de genegenheid welke hij zijn poovere helden toedraagt, - droomers, slampampers, avonturiers, listig of naïef, eigenwijs of ontgoocheld, vol zelfvertrouwen of gelaten, kordaat of weerloos.
Baekelmans' werk overblikkend, zou men het als boertige genreschildering kunnen bestempelen. Van het soort dan dat virtuositeit aan het universeele levensinzicht paart, eigen aan de kunst van sommige onzer zeventiend' eeuwsche Vlaamsche meesters. Ik vrees dat vele recente experimenten hopeloos hun attractie