stonden aan den toog van den salonbar en dronken whisky, cocktails en allerhande vreemde dranken. In een zetel, verdoken in een hoekje, zat een koppel te liefkoozen.
Daar werd gezongen, geschreeuwd, gelachen, 't was er een lawaai van alle duivels en een fono, die Amerikaansche jazzmuziek afdraaide, was het orkest van het feest.
Lola, de reine, de zuivere - Conrad kon zijn eigen oogen maar niet gelooven - Lola scheen op haar gemak in dat midden te evolueeren; ze informeerde links of er wel te drinken was, rechts of ze niet lust hadden tot dansen, hier ging ze een sigaar of sigaret aanbieden, daar een woordje praten met de heeren aan het buffet. Lola heerschte hier als meesteres, al die menschen, die Conrad deden walgen, waren haar genoodigden, en dit feestje, die soirée, dat was haar werk, hààr werk.
Dàt kon er bij Conrad niet binnen. Lola, op wie hij zijn grootste hoop had gezet, waarvan hij zich een beeld had gemaakt zoo groot dat de grootste verliefden der geschiedenis voor haar moesten zwichten, Lola, die zijn Julia zou wezen en hij haar Romeo, Lola, die zijn ideaal was geworden, die was De Vrouw, Lola, die zijn bezielster zijn zou, Lola was enkel zoo iets! Terwijl hij dat alles overwoog, terwijl zijn brein krachtinspanningen deed om dit alles te begrijpen, gingen de vrouwtjes, onder vroolijk geschater, voort met hem te plagen. Een kweelend stemmetje riep:
- Nu, zeg Lola, komt gij nu eens uw vriend voorstellen?
Muziek en gelach hielden op als bij tooverslag; de heeren verlieten hun cocktails, de verliefden vergaten elkaar te kussen, de meisjes stelden een beetje orde in hun toilet, en allen zijn ze rond Lola en Conrad komen staan.
De stem van Lola - die innig warme sympathieke stem - brak toen de stilte, en terwijl die menschenkring Conrad stond te bekijken als een fenomeen, sprak die stem:
- Hier, vrienden, stel ik u voor mijn vriend Conrad, een alleraardigsten jongen, een hartstochtelijk verliefde en een prettigen dichter. En dit, Conrad, zijn mijn vrienden: juffrouwen Louise, Jane, Luce, Phil, Ray, Carole en Myrna, de heeren John, Raymond...
Maar plotseling was Conrad ontwaakt. Hij is opgerezen in zijn hooge gestalte, heeft met een beweging van de hand Lola het