De Vlaamsche Gids. Jaargang 26(1937-1938)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 508] [p. 508] De Landman en de Dood naar de gravure van HANS HOLBEIN. Ik, de dood, drijve nu de paarden en trekke den ploeg in wijde voren door den grond, waar kiemen zullen de doode zaden en staan de aren verder dan de horizont. Zoo heb ik t'alle eeuwen meegewrocht. De wortel in mijn gebeent het leven zuigt en stuwe in d'halmen hoog de sappen wijl d'overrijpe aar, tot mijne hand weer buigt. Maar op! de paarden, de dag reeds gloort en de ploegen alentom doorsnijden 't land. Ten einde moet 't werk voor d'avond valt en d'akkerman begin met einde samenknoopt. Mijn handen kromden om 't alaam in den gang van zooveel jaren, en 'k heb gedaan wat iedre landman deed, gezaaid, geoogst en uit den grond gewonnen vrouw en kroost. Zoo rees de zonne immer weer tot nieuwen dag wijl ik sterk dreef den ploeg door 't lichte veld. En d'aard was mild en goed, de vrouwe zacht. Ah! ik de dood, ben 't die uw paarden men. JAAK GOMMERS. Vorige Volgende