De historische romans van Conscience, Het Wonderjaar, De Leeuw van Vlaanderen, Jacob van Artevelde, De Burgemeester van Luik, Everard 't Serclaes; de legenden als Hugo van Craenhove, Simon Turchi, Houten Clara, veel meer nog dan de landelijke verhalen sluiten zich aan bij het algemeen Europeesch verschijnsel van de Romantiek. Overal toch hadden, wat vroeger of wat later, de schrijvers gedweept met de middeleeuwen, met kasteelen, ruïnes, ridders, edelvrouwen, harnassen en schilden.
Maar in de meeste gevallen lieten deze motieven de kunstenaars eigenlijk onverschillig. Zij volgden een algemeen heerschende mode, hulden zich zelf in theaterplunjes en speelden om ter best hunne heldenrollen. Zij gingen het zelf op den duur gelooven. De tijdgenooten doorzagen niet het bedrieglijk voorgeven, dat de meeste literaire houdingen eigen was. Hun ontging de vaak voorkomende opgeblazenheid en de al te gemakkelijke effektjagerij. De legenden, de middeleeuwen, de historie waren ook voor vele romantiekers het eenig en uitsluitend gebied, omdat zij meenden daar en daar alleen een rijker inspiratie te vinden voor hunne uitzonderlijke gevoelens. Zij stonden afkeerig tegenover het hedendaagsche leven en de werkelijkheid.
Hoe heel anders was de houding van Conscience! En hier herkennen wij de bijzondere beteekenis die zijn romantisme gehad heeft voor de opvoeding van het Vlaamsche volk.
Wanneer wij den catalogus van zijn werk nagaan zooals hij dien, met de jaartallen, in 1881, voor zijn jongen vriend, George Eekhoud, heeft opgesteld, dan zien wij dat de historische, fantastische, ‘middeleeuwsche’ verhalen slechts sporadisch in zijn werk voorkomen: Het Wonderjaar en Phantazij in 1827, De Leeuw van Vlaanderen in 1838. Jacob van Artevelde elf jaar later in 1849, Lodwig en Clothildis vijf jaar later in 1854, Simon Turchi weer vijf jaar later in 1859, De Burgemeester van Luik in 1866 en Everard 't Serclaes in 1874. Maar reeds vroeg, in 1843, zit hij volop in de Antwerpsche werkelijkheid met Hoe men Schilder wordt en Wat een Moeder lijden kan en die werkelijkheid blijft ten slotte het overwegend element van zijn kunst. Wanneer men bedenkt dat Conscience van 1843 tot 1881. ieder jaar een nieuwen roman liet verschijnen en soms drie romans in een jaar, die alle een stuk Vlaamsch leven hebben beschreven, dan wordt het maar al