De Vlaamsche Gids. Jaargang 26(1937-1938)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] [Twee gedichten] Lichte Nacht Jong en maagdlijk bloeit de maan tusschen de oude sterren en een blauwe koelte komt ruischen aan van verre. Wat de winter had verdord krijgt weer nieuwe kleuren. Trillend in het speelziek licht, de eerste lila's geuren. En de stem, die in u spreekt, fluistert zachte dingen van het leven, dat steeds lokt, spijts de ontgoochelingen. [pagina 157] [p. 157] Vijver De wind over 't water, in struik en in boom. Van nu en van later een geheim en een droom. Het klotsen der boorden, onaardsch is de slag. Een lied zonder woorden, clavecimbel en Bach. Het vluchten der baren in het spel van het licht, over bodem en jaren, waarhenen gericht? Een blaadje dat meedrijft. Een houtje dat zinkt. Een schaduw die opstijgt. Een kleur die verdrinkt. Het kasteel en de sater, de fee en de zwaan in het zilver van 't zonlicht, in het goud van de maan. De hemel in 't water, het water in 't groen. De stilte vergaat er als een zucht, als een zoen. A.W. GRAULS. Vorige Volgende